18

46 4 0
                                    

Dus ik werd weer wakker die volgende ochtend. Terwijl mijn vader en Dave aan het werken waren in hun kantoor, zaten Emma en ik op de bank naar cartoons te kijken, met ontbijt op onze schoot. Terwijl mijn ogen op de televisie waren gericht, zaten mijn gedachtes ergens anders. Ik dacht na over wat er zou kunnen gebeuren als we het niet redden. Dan moet ik naar een nieuwe school, nieuw huis, nieuwe mensen, nieuwe baan. Maar ik hou van het leventje dat ik nu heb. Ik hou van dit eiland. Ik hou van de mensen hier, ik hou van de dieren en mijn vrienden. God... Mijn vrienden, hoe kan ik nou zonder hun? Ik wil hier niet weg. Ik wil blijven. ' Hazel.' James komt onverwachts de kamer binnenlopen en komt tussen mij en Emma zitten. ' James.' Ik kijk hem recht in zijn ogen en studeer ze vol bewondering. ' Ik neem je mee naar het winkelcentrum.' Zegt hij. ' Heb ik zelf ook nog iets te zeggen?' ' Wil je niet dan?' Hij kijkt me vragend aan. ' Tuurlijk wel. Hoelaat gaan we? Het is nu tien uur.' ' Nu.' ' Nu?' ' Nu.' Ik werp een blik naar Emma die een blik naar mijn werpt. Ze knikt, waardoor ik weet dat ik kan gaan. Ik neem het laaste hapje van mijn tosti en sta op. Met het bordje in mijn hand loop ik naar het aanrecht en plaats het bordje in een rekje, in de vaatwasser. James nestelde zich wat meer op de bank en richt zijn ogen op de televisie. Dus ik draai me om en loop mijn slaapkamer in.

Tien minuten later loop ik helemaal opgemaakt mijn kamer weer uit. ' Ik ben klaar.' Zeg ik en loop alvast naar de deur. ' Ik kom eraan!' Voordat James opstaat, wenkt hij nog snel even een knipoog naar Emma. Hij opent de deur en we stappen zijn auto in. ' Waarom wil je me in feite meenemen naar het winkelcentrum?' Vraag ik terwijl hij de auto opstart en het terrein afrijdt. ' Omdat we de laatste tijd wat minder tijd samen door brengen dan normaal. En ja, dat snap ik ook wel. Er is ook zoveel gebeurd, het zijn er te veel om op te noemen. En dus hebben we weinig tijd door gebracht samen. Dat vind ik menens heel jammer, weet je? Want ik mis je echt heel erg. Je bent als een klein zusje voor me. Een tijdje geleden deden we nog bijna alles samen.' ' Ik hou echt heel van je, weet je dat?' Glimlach ik en hij glimlacht terug. ' Dat weet ik, Hazel. Dat weet ik.' Zegt James.

vijfentwintig minuten later zijn we aangekomen en stappen de auto uit. We lopen de parkeerplaats af, de trap op en stappen zo het winkelcentrum in. ' Wat wil je gaan doen?' Vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. ' Ik weet een leuk winkeltje waar je T-shirts en hoodies kan ontwerpen. Laten we dat is uit proberen.' ' Waarom niet?' Zeg ik en pak zijn hand vast en samen lopen we richting het winkeltje.

Wanneer we het winkeltje binnenlopen kijken we bewonderend om ons heen. Aan de linkerkant is een toonbank, waar een ietwat stevige man achterstaat, met een omvangrijke glimlach op zijn gezicht. Rechts staan vier tafels tegen elkaar aan met een computer erop. Rechts in de hoek staat een bankje en naast de kassa staan een paar voorbeelden van de ontwerpen. Tussen de bank en de voorbeelden in is een ingang naar een ruimte achter het winkeltje. Waarschijnlijk waar de T-shirts worden uitgedrukt en gemaakt. We laten elkaars hand los en gaan voor de kassa staan met de vriendelijke welkomende man. ' Hoe kan ik jullie helpen?' ' We willen beide een T-shirt ontwerpen.' Zegt James. ' Kom, ik zal jullie laten zien hoe het werkt. Loop maar mee naar de computers.' James knikt en we lopen dus naar de computers.

Een half uur later lopen James en ik de winkel uit met een tas in ons hand, waar dus een T-shirt in zit. We hebben bedacht om een Best Friends shirt te ontwerpen. Op de mijne staat Best en die van James dus Friends. Op de plek waar je dus meestal een merk of een vakje hebt, hebben wij dus onze namen gezet in het klein. Tevreden met een grote grimas lopen we naar een tentje waar ze ijs verkopen. James bestelt een vanille-ijsje ( drie bolletjes) en ik bestel een frozen yoghurt. Met onze bestelling nemen we dus plaats aan een klein tafeltje met twee stoelen. ' Mag ik een hapje?' Vraagt James waarop ik knik en laat hem van mijn yoghurt proeven. Wanneer hij doorslikt kijkt hij langs mijn schouder heen. Ik draai me dus om en kijk in de ogen van het meisje die mijn hart heeft gebroken. Geschrokken draai ik me met een ruk om en deel een blik met James. Niet wetend wat ik moet doen, blijf ik naar James kijken. James blijft kalm en gluurt voorzichtig over mijn schouder heen naar Cree. Net wanneer ik me wat rustiger begin te voelen, staat Cree bij onze tafel. James werpt een blik naar mij en richt dan zijn ogen op Cree. Ik doe hetzelfde, maar dan vol met spanningen in mijn lijf. ' James, kan je stoppen met naar me kijken en verder gaan met je eigen nutteloze leven?' Met die woorden krijg ik een steek in mijn buik. Geschrokken en zwijgend blijf ik naar James en Cree kijken. ' Sorry? Mijn nutteloze leven? Doe toch normaal. Jij bent degene die hier een nutteloos leven leidt.' Zegt James vol zelfvertrouwen, zonder maar een teken van angst in zijn ogen. ' Oh ja? Hoezo dat dan?' Zwijgend blijf ik ze aankijken met knikkende knieën. ' Ga niet dom doen, Cree. Je weet heus wel waar ik het over heb.' Hij rolt met zijn ogen en komt nog steeds kalm over. ' Nee dat weet ik niet, James.' Zegt ze vol woede en zet haar handen in haar zij. ' Tja, wat weet je wel?' ' Vertel het me nou maar, ik wil graag weten waarom ik een nutteloos leven heb.' ' Omdat je een dikke bitch ben, Cree! Hoe erg kan je zijn om iemand te dwingen? Ben je zo dom?!' Schreeuwt James, waardoor ik schrik. ' Noem je me nou een bitch?! Wat ben jij een lul zeg!' Voordat ik het weet, begin ik te hyperventileren en raak ik in paniek. Waardoor Cree en James schrikken. ' Ga toch weg, Cree.' James staat op van zijn stoel en geeft een keiharde duw tegen Cree met zijn schouder. Hij buigt zich over naar mee en tilt me op. ' Val dood lul! Jullie beide!' Roept Cree nog ons na, terwijl James me dragend naar buiten brengt. Buiten zet hij me neer en knielt neer. ' Hazel, rustig ademen.' Ik blijf hyperventileren en paniekerig kijk ik naar James. ' Hazel, rustig. Adem diep in en uit.' Gelijk gehoorzaam ik, maar het wilt maar niet lukken. Ik kan de angst in zijn ogen zijn. Niet wetend wat te doen, houdt hij me vast bij mijn armen en probeert me gerust te stellen. ' Hazel.' James zucht en voordat ik het wist, drukte hij zijn lippen op de mijne. Zijn zachte lippen raken de mijne en zonder dat ik het door heb, haal ik mijn lippen niet van de zijne af. Hij opent zijn ogen en kijkt me geschrokken aan.


Hazel BrownWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu