hoofdstuk 25

1.9K 127 69
                                    

~H25. Bitchfight~

'Waarom zou mij in gevaar brengen helpen?' vroeg ik verward. Deans mondhoeken krulden ietwat omhoog en hij schudde zijn hoofd.
'Wacht maar af en zie' zei hij. Ik keek hem wantrouwend aan. Dit beviel me helemaal niet.

'Nee, dat ga ik absoluut niet doen,' zei ik, mijn hoofd wild schuddend. Ik keek naar het groepje bots afkomstig uit het leven van Shawn. Het meisje van eerder stond er ook bij. Ze leken te overleggen. Waarschijnlijk probeerden ze een manier te vinden om Shawn te overtuigen dat ze echt waren. Ik snoof, alsof dat ging werken.

Ik zuchtte en keerde me naar Dean.
'Er gaat me niets gebeuren toch?' vroeg ik en beet op mijn lip. Dit keer was het Dean die snoof en zijn hoofd schudden.
'Alsof we dat zouden laten gebeuren.'
Ik glimlachte en keek hem zijdelings aan.
'Goed, laten we het nog één keer doorlopen.'

Ik zat tussen een aantal struiken en bestudeerde de groep bots. Ze waren nog altijd aan het overleggen. Shawn stond bij Dean, die hem tijdelijk af zou lijden. Ik moest een manier zien te vinden onopvallend in de handen van de bots te vallen. Als ik gewoon naar ze toe zou lopen en me vrijwillig mee liet nemen, zouden ze argwaan krijgen.

Ik draaide me om en liep achteruit de bosjes uit.
'Liv, kom nou. Ze gingen de andere kant op, hier zijn we vast veilig' riep ik overdreven hard naar niemand.
'Wat, waarom kijk je nu zo bang-' mijn stem stokte toen ik met mijn rug tegen iemand aanliep.
'Ik denk dat ik daar de reden voor ben, schoonheid' klonk een lage stem in mijn oor. Ik rilde en de haren in mijn nek gingen overeind staan. Vlug draaide ik me om. Een zwartharige jongen stond achter me. Hij had wel iets weg van Shawn; beide hadden zwart haar en donkerblauwe ogen. Toch zei iets me dat ze geen familie waren, ik wist niet hoe, maar wel dat het zo was.

De jongen ging met zijn hand over mijn wang, wat me mijn kaak liet aanspannen.
'Is het niet zonde,' zei hij, 'om zoiets moois te moeten verwoesten.'

Nee, deze jongen was absoluut geen bloedverwant van Shawn.

Het meisje van eerder kwam aangelopen. Ze rolde met haar ogen en legde haar hand op de schouder van de jongen voor me.
'Verspil geen tijd aan dit hier,' zei ze minachtend. Nu was ik het die met mij ogen rolde- en ik deed geen moeite om het te verbergen. Het meisje zag het en vernauwde haar ogen naar me- waarop ik een wenkbrauw optrok. 
'Duke, wat doen we met haar?' mengde een derde jongen zich nu in het gesprek. Hij had donkerblonde haren, diep bruine ogen en een scherpe kaaklijn. Één ding stond vast, Shawn had vrienden die er goed uitzagen. De zwartharige jongen- Duke dus- deelde een blik met hem.
'Dat is toch logisch, we nemen haar mee' zei hij.
'Is het dan niet duidelijk dat we niet echt zijn?' vroeg de andere jongen. Toegegeven, hij had een punt. Duke haalde zijn schouders op.
'Wat maakt het uit, Shawn in de val laten lopen en uitschakelen, of haar uitschakelen. Met een beetje geluk kunnen we Shawn laten geloven dat zijn kleine prinses,' Duke keek even naar het zwartharige meisje. 'gevangen zit tussen de namaak-bots. Zolang zij deze schoonheid hier,' hij keek even naar mij. 'niets aandoet en hem probeert te overtuigen dat ze meegenomen is, zou hij het kunnen geloven.' De andere jongen was tevreden met het plan. Het meisje niet.

'Dus ik krijg helemaal niets leuks te doen? Ik mag alleen een beetje toekijken en slijmen bij Shawn tot die stumper doorheeft dat dit een val is' zei ze verveeld.

'Een meisje met moordlust, charmant' mompelde ik hard genoeg zodat ze het hoorde. Ze gromde en wilde op me afstappen, maar Duke stopte haar.
'Houd je koest, Shawn komt eraan' blafte hij haar toe. Dit was het moment, besefte ik. Als ik het zwartharige meisje nu zover zou kunnen krijgen dat ze me aanviel, moest Shawn wel beseffen dat het nep was.

'Brave hond, luister naar de baas en houd je koest' zeurde ik op haar. Ze wilde weer op me afstappen, dit keer greep de donkerblonde jongen haar vast.
'Stop daarmee, Jacy' gromde hij. Jacy- zo heette ze dus. Ik snoof.
'En jij bent de prinses in dit verhaal? Ik vind je meer de lelijke stiefzus.' Ik zag dat Jacy moeite moest doen om zich in te houden.
'Wat, denk je dat ik je niet aankan?' vroeg ik spottend. Jacy keek me scherp aan en wachtte af tot ik verder zou praten.
'Kom maar op meid,' daagde ik haar uit.

Game FaceDonde viven las historias. Descúbrelo ahora