hoofdstuk 7

1.4K 108 13
                                    

~H7. And so, I broke down~

p.o.v Kay
'Kay!' Werd er vanaf beneden geroepen. Het was mijn moeder, ze wilde zeker weten dat ik wakker was. Al was dat de afgelopen dagen niet nodig geweest, ik sliep toch niet. Af en toe dutte ik even in maar al gauw schrok ik weer wakker door de vreselijke beelden die door mijn hoofd flitsten. Allemaal hadden ze te maken met Yentls dood. Ik rilde, het brandende schuldgevoel in me had ervoor gezorgd dat ik al een week niet sliep. Mijn cijfers begonnen te dalen. Mijn ouders, leraren en vrienden merkten dit heus wel op. Ze zeiden er niets van, ze wisten immers de reden. Ik wreef met mijn handen over mijn gezicht in de hoop mezelf wakker te schudden uit deze vreselijke droom.

'Ja!' Riep ik terug naar mijn moeder. Vermoeid ging ik recht staan en pakte ik mijn tas van de grond. In de badkamer gooide ik een plens water in mijn gezicht. Toen ik daarna in de spiegel keek zag ik een uiterst vermoeide jongen staan. Enorme, donkere wallen waren te zien onder mijn ogen, mijn lippen waren gescheurd, mijn ogen stonden wazig en mijn haar zat verward.

Eerlijk, ik zag eruit alsof ik sinds 2001 niet geslapen had.

Rustig liep ik naar beneden waar mijn ouders al aan de eettafel zaten. Ze groette me beiden opgewekt, in de hoop me iets op te vrolijken. Ik groette beleefd terug en ging aan de tafel zitten. Zwijgend scheurde ik een stukje van de croissant die mijn moeder voor mijn neus had gezet. Langzaam kauwde ik erop en spoelde het weg met sinaasappelsap. Behoefte aan de rest van de croissant had ik niet en dus schoof ik het bord van me af. Mijn ouders zonden elkaar een bezorgde blik. Ik deed alsof ik hun bezorgde blikken de afgelopen dagen niet gezien had. Helpen konden ze me toch niet.

Ik schoof mijn stoel naar achter en stond op. Van de kapstok pakte ik mijn zwarte leren jas en trok hem aan. Mijn rugzak, die nog naast de tafel stond, slingerde ik over mijn schouder. Ik maakte aanstalten om te vertrekken toen mijn moeder mijn vader "onopvallend" een tik gaf. Hij schrok op uit zijn krant en keek naar me.
'Ja, jongen, zal ik je vandaag een lift naar school geven?' Vroeg hij daarna met een glimlach.
'Best' zei ik een haalde mijn schouders op. Snel stond mijn vader op en pakte zijn jas en autosleutels. We zeiden mijn moeder gedag en liepen de deur uit. Mijn vader ging me voor naar de auto.

Zuchtend liet ik me in de lederen stoel van de BMW vallen. Mijn tas gooide ik op de achterbank terwijl ik wachtte op mijn vader. Hij stapte in en zwijgend reden we naar mijn school. Onderweg tuurde ik uit het raam. Een steek ging door me heen toen we langs de bossen reden waar Yentl en ik de eerste dag van onze ontmoeting heen waren gegaan. Gefrustreerd slaakte ik een zucht. Ik had Yentl niet moeten laten gaan, ik had verdomme zelf moeten gaan. En ze belde me nog omdat ze bang was.

En ik had haar volledig genegeerd.

Toen mijn broer later die avond had gebeld om te vragen waarom Yentl nooit was geweest, was mijn laatste hoop vervlogen. Paniek sloeg me meteen om het hart. Sindsdien was ze weg. Wat ik nog het ergst vond, was dat ik geen idee had waar ze was. Ik kon niets doen.

De auto stopte voor de school. Kort zei ik mijn vader gedag en stapte uit. Mijn vrienden stonden al voor de ingang van de school te wachten. Sloom liep ik op ze af.
'Hé man' zei Liam. Hij was na Yentl mijn beste vriend. De andere jongens mompelde ook een begroeting. Ik knikte hen toe zonder een woord te zeggen. Mijn vrienden begrepen het wel, het ging al de gehele week zo. De schelle bel klonk door de school en langzaam kwam iedereen in beweging. Somber volgde ik mijn vrienden naar de les.

Tijdens de les werd omgeroepen dat we allemaal in de aula verwacht werden vanwege een speciaal bericht. Ik hoorde hier en daar al wat gemopper, ik kon ze geen ongelijk geven. Ik had totaal geen zin om naar een of andere opgewekte leraar te luisteren. Toen de bel klonk die aangaf dat het pauze was, volgde ik de stoet naar de enorme aula. In het midden was een tafel gezet, daar zou de leraar waarschijnlijk op gaan staan. Met mijn vrienden ging ik in een hoek tegen de muur leunen.

Game FaceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu