A new life

35. Vechten

Vandaag moeten we weer naar school. Het liefst had ik nog in Belgie gebleven maar dat kon niet. Ik stap uit bed. Ik mis me vrienden echt heel erg, alleen zei mij niet. Ik zal nooit meer vrienden krijgen denk. Ik zucht en begin me om te kleden. Ik doe een roze/blauw jurkje aan. Daaronder doe ik slippers en me haar doe ik in een mooie vlecht. Ik loop naar de badkamer en doe daar me make-up. Vandaag heb ik iets meer make-up dan altijd. Ik loop terug naar me kamer en pak me tas die ik gisteren al had ingepakt. Met me tas en mobiel in me zak loop ik naar beneden toe.

Ik kom beneden aan en zie dat het een bende is geworden. Ik zet me tas een de kant en ren naar boven, naar Kaj toe. 'Kaj Kaj, wat is gebeurt beneden?' Vraag ik hem snel. Ik zie Kaj raar naar me kijken. We lopen samen naar beneden en Kaj ziet de rotzooi nu ook. Hij pakt me hand vast. 'Hoop dat er niks met Mark en Jade is gebeurt. Ze slapen wel nog' hoor ik Kaj tegen me zeggen. Ik knik en Kaj gaat weer verder slapen. Hij is namelijk eerste en tweede uur vrij en hoeft pas laat te beginnen. Ik maak snel een boterham voor school en doe hem in me tas. Ook een koekje en appel doe ik erbij. Zelf eet ik ook nog snel wat. Ik maak me zorgen om Mark en Jade en Kaj, straks gebeurt er weer wat engs en vreemds. Ik pak me tas en loop de deur uit. Ik zie Max in zijn auto die echt super mooi is op me wachten. Ik loop blij naar hem toe en stap ik. Ik doe me gordel om en Max rijd ons naar school toe. Met me gedachte ben ik er niet helemaal bij vandaag.

Pov Kaj
Opeens word ik wakker gemaakt door Nicki. Ik schrik me eigen rot en word daarom ook meteen wakker. Ze schreeuwt vanalles tegen me, ze is bang zie ik. Ik stap uit bed en samen met Nicki lopen we naar beneden. Ik zie dat alles een zooi is geworden opeens. Ik zie dat Nicki bang is. Ik pak even haar hand vast en loop daarna weer naar boven toe en ga weer slapen. Ik hoor Max en weet nu genoeg. Dat Nicki word opgehaald door Max.

Ik word wakker, opnieuw. Nu moet ik wel echt wakker worden. Ik vind het sneu voor Nicki dat ze meteen bang is. Ze denkt veel te rare en erge dingen. Misschien is het wel helemaal niet zo erg allemaal. Ik stap uit bed en kleed me meteen snel om. Uit school wilde ik nog even naar Mandy gaan, maar kreeg te horen dat het niet kan omdat hij vriendinnen al komen. Is ook goed voor haar. Ik doe me haar goed en doe veel gel in. Ik doe me gympen aan en haal me mobiel uit de lader. Ik doe stiekem de kamerdeur van me vader open en zie hem daar liggen met Jade. Er is vast niks ergs gebeurt zo te zien. Ik loop naar beneden en begin te eten. Daarna pak ik me sleutels en me tas en loop ik naar me auto toe. Ik rijd naar school.

Als ik op school aankom zie ik twee meisjes vechten. Ik besteed er geen aandacht aan en loop verder de school in. Als ik iets dichter bij er ben gekomen zie ik dat Nicki aan het vechten is met Kim. Verschrikt weet ik niet wat ik moet doen. Ik zie daar Nicki op de grond liggen met Kim op haar, het lijkt of ze op wil geven en dat het allemaal niet meer gaat. Al snel komen er veel leerlingen kijken wat er aan de hand is. Een tijdje later komt ook een docent die ze uit elkaar haalt. Ik zie Nicki boos naar me kijken. Oke, ik snap het wel. Ik ben haar broer en hoor het voor haar op te nemen. Maar dat deed ik weer eens niet. Ik ben een slechte broer. Ik draai me om en loop naar me vrienden toe. Ik heb geen zin in gezeik van mensen met de vraag waarom ik me zusje niet even hielp. Het is niet me echte zusje, maar het voelt wel zo..

Pov Nicki

Ik loop naar Kaj toe en vraag of we kunnen gaan. We zijn allebei al uit en heb een hele preek te horen gekregen samen met Kim. We hoeven niet na te blijven omdat dit de eerste keer is gelukkig. Ik zucht en samen met Kaj lopen we naar de auto. Eerst was ik boos op hem maar nu niet meer, ik snap wel waarom hij me wilde helpen, ik ben namelijk niet zijn echte zusje dus ook minder belangrijk. We stappen in en rijden hard naar huis toe. Als we thuis aankomen zien we dat Mark en Jade beneden zijn. Meteen ga ik naar boven en hoor ik Kaj uitleggen wat er allemaal gebeurt is. Ik heb ook helemaal geen honger. Ik doe me pyjama aan en ga lekker in bed liggen. Veel zin om met Kaj te praten heb ik nu ook niet. Ik weet namelijk alles al. Misschien praat ik morgen met hem, als ik me wat beter voel dan nu.