XXXI. Als de Schaduw van een Schim

156 13 9
                                    

Arther zat enigszins verveeld in de vergadering. Zijn houding hield hij recht, maar zijn gedachten waren overal waar ze op het moment niet moesten zijn. De edellieden die vanuit landen van het hele continent kwamen hielden hem voortdurend bezig, samen met de deur in de bibliotheek- en Gwendolyn Waylen.
Voor de vergadering begon was één van zijn mannen naar hem toegekomen om hem te vertellen dat het roodharige meisje zich in de paleistuin onder een boom samen met Prinses Willow verschool van de wachters die haar verdomme in de gaten moesten houden.
Hoe moeilijk was het een Prinses bij je te houden?
Arther voelde de ogen van de Koning op hem branden terwijl hij sprak over hoe belangrijk het was alle ogen open te houden zolang de edelen zich in het Paleis bevonden.
"Verslag, Symnas," bulderde de man. Arther stond op en sprak, "Alle in- en uitgangen zijn optimaal bewaakt, en voor de vertrekken van de edelen staan twee wachters. Overal in het Paleis is de Wacht verdubbeld, Majesteit."
Arther ging weer zitten en de Koning knikte, zijn ogen nog steeds als twee hete kolen op het Hoofd gericht.
"Wat doen we met de troepen die uitgezonden zouden worden naar Eithill?" vroeg de man die nog altijd op Vix' plaats zat. Arther liet een geïrriteerde zucht ontsnappen. Zijn vraag ergerde hem nog bijna meer dan zijn loutere aanwezigheid. Het Hoofd van de Koninklijke Wacht antwoordde de man voordat nog maar iemand de kans kreeg. "Gezien het feit dat wij in het Paleis meer manschappen nodig hebben voor bewaking, en per slot van rekening één van deze heren zelf uit Eithill komt, zullen we wachten tot zij zijn vertrokken."
De man knikte in stilte, duidelijk geërgerd door Arther's snelle antwoord. Zo moeilijk was het ook niet dit zelf te bedenken, en de wachter vroeg zich af hoe deze man in maar een enkel opzicht zijn positie waardig was als zijn hersenen niet groter leken dan een pruim en zijn gedachtespan niet verder leek te rijken dan die van een worm.
De man die naast hem zat moest de spanning voelen, en stootte Arther onder de tafel aan met zijn knie. De Koning keek ze aan, maar sprak, "Dat lijkt me juist, Arther."
De vergadering duurde voort zonder nog een opmerking van de zwartharige man die op de verkeerde plaats zat. Naast de afwezigheid van Arther's vriend, en de afwezigheid van zijn aandacht, leek iedereen aanwezig te zijn. Als Hoofd van de Koninklijke Wacht zou hij meer aandacht moeten hebben, en hij haatte het dat dit hem niet lukte. Sinds het moment dat hij het meisje met de bloedrode haren had ontmoet, leek overal chaos te ontstaan- zowel in het Paleis, als in zijn hoofd.
Hij keek naar de persoon die aan het woord was, sprekend over geldzaken en belastingen. Niets van Arther's divisie. De man was tamelijk klein, had een zwarte baard en een ronde bril waardoor zijn ogen nog kleiner leken.
Vanuit zijn ooghoek merkte Arther de Koning op die een blik op hem wierp. De wachter probeerde het te negeren, en ging door met het doen alsof hij werkelijk luisterde.
Zijn gedachtes dreven af naar het journaal en hoe het in de bibliotheek gekomen was en waarom Gwendolyn een ring droeg die gelijk was aan die uit het boek en waarom ze niet vertelde waar ze hem vandaan had en waarom hij haar bij de Goden had verteld over de deur en waarom hij überhaupt ooit de bibliotheek in was gegaan, gezien er nooit iemand kwam- en waarom hij Gwendolyn Waylen de kerkers niet in gooide, terwijl hij wist dat ze in het bezit was van een Magisch voorwerp. Waarom hij Gwendolyn Waylen de kerkers niet in had gegooid toen ze bewusteloos in zijn vertrekken lag, met een verdomd mes aan haar been.
En om de één of andere rede, had Arther het gevoel dat de Koning ook voelde dat er iets mis was. De Koning voelde dingen akelig goed aan- wat hem mede daardoor tot een goede leider maakte, al dachten sommigen daar anders over.
Arther probeerde ongemakkelijk zijn benen over elkaar te doen en focuste zich weer op de vergadering.

~

Sofia verdween de deur uit zodra ze Alexa over het schema van de Wacht had verteld.
Zo wist Alexa nu, dat er een vergadering gaande was met belangrijke mannen van de Koning en de dienst van de Wacht elke dag opnieuw om vijf uur 's ochtends en zes uur in de avond wisselde. Bij elke in- en uitgang stonden normaal gesproken twee wachters, maar door de komst van edelen uit andere landen was dit tijdelijk verdubbeld. In de Grote Balzaal was de bewaking altijd hoog; het was de perfecte locatie voor een moord. De gangen werden overzien door wachters die een vaste ronde liepen, in een vaste tijd.

Ogen als smaragdWhere stories live. Discover now