VI. De inval van Mesilinta

384 29 9
                                    

Ze lag nu al langer dan een uur op bed, te woelen en te draaien, maar in slaap kwam ze niet. Ze zat bij de Qynn, een groep vrijheidsstrijders, rebellen. Ze zou het tegen de Koning opnemen. En dat was de rede dat slaap weigerde komen.
De Koning. De Koning die Deanerys jaren geleden binnenviel en verwoestte, omdat hij de krachten vreesde, terwijl die niets dan goeds de wereld in brachten. De Koning die haar thuisland Mesilinta, samen met zoveel andere rijken had overwonnen en vernietigd, puur en alleen voor het uitbreiden van zijn eigen land. Alexa wist niet dat iemand zo wreed kon zijn. Honderdduizenden onschuldige levens afgenomen door hem.

Waarvan één haar moeder.

De herinnering aan de dag dat de Koninklijke soldaten haar stad binnenvielen, was nog zo levendig, dat ze de rook van de brandende huizen nog bijna kon ruiken, de hulpeloze kreten van de burgers nog bijna kon horen, de kalmerende armen van haar moeder nog bijna om haar hals kon voelen.
Water prikte achter haar ogen, maar huilen deed ze niet. Huilen verachtte ze- al zeker wanneer ze er zelf schuldig aan was.
Haar huis was in brand gezet, midden in de nacht. De negenjarige Alexa lag nog te slapen toen haar moeder de deur in stormde en haar uit bed trok. De rook prikte in haar ogen en ze kon niets zien. Ze renden en renden totdat ze bijna bij de deur waren. Haar vader stond met haar zusje, die toen nog maar een baby was, al buiten. Alexa had daar als verdoofd gestaan. Haar voeten vastgenageld aan de grond terwijl haar hoofd schreeuwde door te lopen.
Een verschrikkelijk gekraak kwam van houten balken boven haar. Ze kon zich niet bewegen. Ze voelde slanke armen om haar heen en keek in haar moeders donkerbruine ogen. "Ik hou van je," had ze gezegd over het gebrul van de vlammen heen. Haar moeder had Alexa weggeduwd, naar buiten. Ze had nog net op tijd omgekeken om het huis, haar huis, te zien instorten met donderend geraas, tot het als een hoop treurig puin voor haar voeten lag.
Haar moeder stond niet buiten.
Direct waren ze in het holst van de nacht gevlucht, alsmaar rennend en rennend, zo snel haar kleine beentjes haar hadden kunnen dragen en haar vader konden bijhouden. Ze passeerden dode mensen die op straat lagen, huilende kinderen, soldaten van de koning met brandende pijlen op hun bogen, instortende huizen. Allemaal voorbij in een flits. Ze hadden de eerste boot genomen, naar waar het hen ook bracht, zo ver mogelijk van hun verwoestte stad. Hun verwoestte land. Hun verwoestte familie want haar moeder, haar moeder zat niet op die boot.
Zo kwamen ze in Kahlem terecht, waar ze de rest van haar leven had doorgebracht. Haar vader kreeg werk als wachter van de koning, wat hij verschrikkelijk vond, maar moest doen; hij was één van de weinige mannen uit het dorp die wist hoe hij een zwaard moest hanteren.
Mikhail was ook gevlucht uit Mesilinta. Zijn ouders waren beiden omgekomen toen ze kinderen uit een brandend huis verderop naar buiten brachten. Mikhail was elf, en had voor vier jaar in bossen geleefd. Hij had zich geen raad geweten. Het waren vier jaren waarin Alexa dacht dat hij dood was, of opgepakt of wist zij wat. Totdat hij op zijn vijftiende naar Kahlem kwam en zich aansloot bij de Qynn, om de de Koning te doden en zijn ouders te wreken.

Nu pas merkte ze dat haar wangen nat waren van de zilte tranen. Ze haatte het als ze huilde. Ze haatte het als haar zwakke kant tevoorschijn kwam. Ze haatte het als ze niet dat sterke, onbevreesde meisje uit Kahlem was, hoe iedereen haar kende. Ze haatte het, ze haatte het, ze haatte het.
Ze zou het de Koning, die tiran, betaald zetten. Alexa zou hem betaald zetten voor alle levens die hij genomen had, al die onschuldige levens die niets fout hadden gedaan. Ze zou hem betaald zetten voor de dood van haar moeder. Voor de dood van de ouders van Mikhail. Voor de vernietiging van Mesilinta, voor de vernietiging van Deanerys.
Haar moeder zou trots zijn geweest had ze geweten dat ze bij de Qynn zat. Haar vader, hoe bezorgd ook, idem. Ze zou het hem in de ochtend vertellen. Hij zou haar tegen houden, dat stond vast, maar ze wist dat hij diep van binnen ook wist, dat dat het juiste was om te doen.
Ze zou het doen. Samen met de andere leden van de Qynn zou ze de man van de troon stoten, die de hoop van zoveel mensen had afgepakt en zonder pardon had vermorzeld. Samen met de andere rebellen, zou ze de Koning van Keladrys, die al die levens zonder pardon genomen had, zelf het leven nemen.
Samen met de andere vrijheidsstrijders, zou ze elk overwonnen land hun macht teruggeven. Ze zouden bij Qynnith strijden voor hun vrijheid.

Alexa liep in de ochtend, half vallend in haar grote haast, de trap af en zocht haar vader. In de keuken was hij niet, noch in de eetkamer. Ze haastte zich naar de kamer met de open haard en zag daar haar vader in de grote, bordeauxrode stoel zitten, een boek aan het lezen. Ze bekeek de titel van het boek, en was verrast toen het een roman was. Ze wist niet dat haar vader dat las.
Hij keek op van zijn boek. "Wat is er Alexa?" Vroeg hij terwijl hij een bladzijde omsloeg. Een korte, enigszins ongemakkelijke stilte viel, totdat Alexa hem antwoordde.
"Ik moet wat belangrijks vertellen."
"Oh, en wat is dat dan?" Ze vroeg zich af of hij wel luisterde, aangezien hij zich enorm in het boek leek te verdiepen, maar sprak na een lange stilte toch: "Ik heb me aangesloten bij De Qynn."
Haar vader's ogen schoten van het boek naar haar gezicht en klapte zijn roman dicht. "Ben je je verstand verloren kind!" Hij probeerde op een fluistertoon te schreeuwen; wat hem niet geweldig afging. "Weet je hoe gevaarlijk dat is?"
"Ja vader, dat weet ik," zei Alexa rustig, "en ik weet ook dat de Koning een vreselijke man is en ik hem het liefst onder de grond zou zien." Het klonk killer dan ze zelf had verwacht, maar nam geen enkel woord terug.
Haat vader zuchtte diep en masseerde zijn slaap. "Waarom, bij de Goden, heb je dit gedaan, Alexa?" Ze had gewonnen, ze zag het. Als haar vader eenmaal de vraag 'waarom' stelde, was dit omdat hij zelf geen tegenwoord meer in te brengen had. Hij bestudeerde haar lang en aandachtig met gefronste wenkbrauwen toen ze niet antwoordde, voordat hij weer sprak. "Alexa, jij weet zeker dat dit is wat je wilt doen?"
"Moet doen," verbeterde ze hem. Hij knikte. Alexa had zijn goedkeuring.
Ze gaf haar vader een kus en, al was het nog voor het ontbijt, pakte haar cape en rende de deur uit, naar De Qynn.

Ogen als smaragdWo Geschichten leben. Entdecke jetzt