XXII. En vreemder werd het

355 24 8
                                    

Sofia had Alexa's jurk weggebracht en haar opgefrist. Inmiddels lag Alexa in bed met drie boeken, en een dienblad met thee op haar schoot. De dienstvrouw had gevraagd of ze echt niet iets anders nodig had, en toen Alexa zei van niet, en haar bedankte, verliet ze Alexa's kamers.
De pijn in haar hoofd en dijbeen was al voor een deel verdwenen.
Geweldig. Nu moet ik hier zitten totdat mijn verwondingen geheeld zijn. Absoluut geweldig.
Alexa besefte dat ze van nu af aan voorzichtiger moest zijn. Een heel stuk voorzichtiger. Het was een wonder dat Arther haar niet direct in de kerkers had opgesloten toen hij haar mes vond- en hoe had hij dat mes gevonden? Ze kon zich alleen herinneren dat ze de dolk had vastgemaakt om haar bovenbeen, maar was zelfs de reden daartoe vergeten. Wat als ze degelijk van plan was geweest om een wachter, of een hofman uit te schakelen? Maar zo roekeloos was ze niet. Ja, ze nam graag risico's, maar ze was slim genoeg overdag geen mensen te doden.
Ze wist niet eens waardoor ze al haar verwondingen had opgelopen.
En nu kon ze niets. Ze kon amper zelf naar de badkamer lopen, zonder bijna te bezwijken onder de pijn die haar slaap, pols en been haar gaven.
Wacht... Dacht ze bij zichzelf.
Ze trok het laatje van haar nachtkastje open, en haalde het kleine, koperen sleuteltje eruit. Voorlopig had ze genoeg tijd om boeken te lezen over de Koninklijke familie, en om het sleuteltje te bestuderen.
Maar hoewel ze ongelooflijk aandachtig, geconcentreerd keek, vond ze geen descriptie op het koperen voorwerp.
Alexa zuchtte diep uit door haar neus. Voorlopig kon ze óók niet kijken bij welke deur het sleuteltje hoorde. Hoewel ze zwoor dat ze ergens iets had gezien van hetzelfde metaal.
Hoe langer ze het sleuteltje vasthield, hoe warmer het werd in haar hand. Alsof het sleuteltje zijn eigen leven en lichaamstemperatuur had. Alexa legde het sleuteltje voorzichtig neer op het hoofdkussen naast haar, en bekeek de titel van één van de boeken die op haar benen lagen.

'Puur bloed'

Waarom heb ik die meegenomen?
Alexa deed niet eens de moeite te kijken waar het over ging, en legde het boek, met de ongelooflijk cliché naam, naast het bed op de grond. Liet het boek eerder vallen, naast het bed.
Ze besloot naar een ander boek te kijken, en pakte een dun boek met een volledig zwarte kaft. Geen titel.
Ook bij dit boek vroeg ze zich af waarom ze het had meegenomen, als het niet eens een titel had. Ze draaide het boek om, maar ook op de achterkant was niet geschreven.
Maar toen ze eenmaal het boek opende, verscheen er een brede grijns op haar gezicht. Niet alle boeken waren goed doorgekeken in de bibliotheek.
Wat Alexa in haar handen had, was een volledige plattegrond van het Paleis, met al haar uitgangen, dienstgangen, en kruipruimtes. Het boek bestond uit niet meer dan veertig pagina's. Het moest een eeuwigheid hebben gekost de plattegrond te tekenen. In een piepklein, sierlijk handschrift stonden bijschriften geschreven in kamers, en naast ruimtes.
Hier had ze veel aan. Heel veel.
Alexa sloeg enkele pagina's voorzichtig om, om de dunne, droge bladzijden niet te doen scheuren. Ze had nu een blad voor zich van de tweede verdieping, in de Westelijke Vleugel. Als ze heel eerlijk was had Alexa geen idee in welke vleugel haar kamers zich bevonden. Maar, dacht Alexa, als ik de Koninklijke bibliotheek hierop vind, weet ik dat dit de juiste vleugel is.
Ze drukte haar neus zowat tegen het blad aan om de pietepeuterige letters te kunnen lezen, maar vond geen ruimte die met 'De bibliotheek' werd aangeduid. Dus besloot ze nog vijf pagina's over te slaan, wat haar bij de tweede verdieping van de Zuidelijke Vleugel deed aankomen. Ze observeerde elke ruimte nauwkeurig- kwam erachter dat er op de tweede verdieping van de Zuidelijke Vleugel veel geheime vluchtroutes waren- maar vond ook hier niet de bibliotheek. Misschien-
Oh, wat was ze stom!
Ze kon zichzelf wel in haar gezicht slaan. De Koninklijke bibliotheek zat niét op de tweede verdieping, deerde niet welke vleugel, maar niét op de tweede verdieping. De keer dat Alexa er was geweest, bevond ze zich op de begane grond. Ook lastig, leek het haar, om zo'n monsterlijk grote ruimte op een verdieping kwijt te moeten kunnen.
Ze bekeek van elke vleugel de begane grond, en kwam tot de conclusie dat haar kamers, aangezien de bibliotheek daar ook zat, zich in de Westelijke Vleugel bevonden. Gezien de korte afstand tussen de kamers van het Hoofd en haarzelf, bedacht Alexa dat ook de kamers van Arther in de Westelijke Vleugel zaten.
En gezien dat Arther in dezelfde vleugel, op zeer korte afstand zat, moest ze nog veel voorzichtiger zijn, dan ze al van plan was te zijn.
Ze speurde de tekening van de Westelijke Vleugel af op dienstuitgangen en ondergrondse gangetjes, die het Paleis uitleidden. Ze vond er een paar; één dienstuitgang was in dezelfde gang als haar kamers gevestigd, een andere zat verder, dichterbij de Paleistuin. Daar was ze langsgelopen die ochtend.
Dat weet ik tenminste nog.
De derde- en laatste- eventuele uitgang, bevond zich dichter in de buurt van de kamers van het Hoofd. Wie weet, kwam die ooit nog eens van pas. Voor het wellicht-niet-zo-zeldzame-geval dat ze ooit nog eens opnieuw bewusteloos in de kamer van de wachter terechtkwam. Ooit zal ze wel ontdekken hoe ze daar was gekomen.
Maar niet nu.
Ze wreef met haar goede hand in haar ogen. Vannacht had ze niet erg veel slaap gehad, mede door het vreemde gezicht van het Hoofd snikkend op de gang.
En mede door het feit dat ze alleen in het Paleis zat.
En omdat ze geen idee had, waar Mikhail was.
Alexa voelde haar oogleden langzaam zwaar worden, en nadat ze haar ogen enkele keren open probeerde
te houden, tevergeefs, gaf ze zich over aan de slaap.

Ogen als smaragdWhere stories live. Discover now