Hoofdstuk 73

57 2 0
                                    

Oumaima voelde haar hart bonzen terwijl ze zwijgend omkeerde, de tranen in haar ogen verrieden de emotionele storm die binnenin haar raasde. Ze zette vastberaden stappen, vastbesloten om haar weg naar de kamer terug te vinden. Haar ogen, doordrenkt van pijn en verwarring, staarden naar de grond, vastberaden om de tumultueuze emoties in haar binnenste te verbergen.

Safouan rende haastig achter haar aan, zijn passen versnelden naarmate de afstand tussen hen kromp. Toen hij haar bereikte, greep hij naar haar hand, en zijn aanraking deed een rilling over haar rug lopen. Hij trok haar naar zich toe, en Oumaima's adem stokte toen ze zijn vertrouwde geur opsnoof. De bekende warmte van zijn hand in de hare veroorzaakte een tweestrijd van emoties binnenin haar.

Haar ogen ontmoetten de zijne, en in zijn gifgroene irissen las ze een diep verlangen. Safouan leek te worstelen met de woorden die hij wilde zeggen. Ze voelde zijn intense blik op haar rusten, en haar hartslag versnelde. Zijn aanwezigheid was als een magnetische kracht die haar enigszins verlamde.

Safouan hield haar stevig vast, maar zijn lippen aarzelden. Hij wilde haar zoveel vertellen, uitleg geven over alles wat er gebeurd was, maar bovenal verlangde hij naar het troostende gevoel van haar lichtroze lippen op de zijne. Zelfs in zijn innerlijke strijd weerhield hij zichzelf, herinnerend aan het doel van zijn aanwezigheid - zich met haar verzoenen, zijn vrouw voor zichzelf terugwinnen.

Hij keek diep in haar ogen, als zoekend naar antwoorden in de diepten van haar ziel. "Ren niet weg voor me, Oumaima," fluisterde hij, zijn stem doordrenkt van spijt en oprechtheid. "We moeten praten."

Oumaima, haar lippen samengeperst, had moeite met praten maar knikte uiteindelijk, een zwakke instemming met de noodzaak van een gesprek. Safouan aarzelde niet; zonder pardon graaide hij in de zak van haar witte pantalon, een handeling die zowel vertrouwd als intiem was. Hij vond de sleutelkaart van haar hotelkamer en stelde vastberaden: "We gaan naar je kamer."

Zwijgend leidde Safouan Oumaima naar de kamer, zijn ogen konden niet van haar afblijven. De gang leek een eindeloze afstand tussen hun verstrengelde emoties. Het geluid van hun voetstappen vulde de ruimte, terwijl de spanning tussen hen onuitgesproken bleef, wachtend om ontrafeld te worden zodra ze de drempel van haar kamer overstapten.

Uitgehuwelijkt, maar toch gelukkig?Where stories live. Discover now