Hoofdstuk 50

178 3 0
                                    


Middels was het de volgende dag. Safouan had geen oog dicht kunnen doen. Hij keek naast zich neer. Hij ademende diep uit. Hij miste zijn vrouw, hij had haar graag in zijn armen willen sluiten. Hij miste haar aanwezigheid.

Hij sloeg de dekens van hem af en stond recht. Na een korte douch stapte hij de douche cabine uit. Hij sloeg een handdoek om zijn middel en liep de badkamer uit. Hij liet zijn blik op de tijd vallen, het was inmiddels negen uur in de ochtend.

Safouan verkleden zich naar een gelikt zwart pak. Hij deed zijn stropdas om en trok die strak. Hij deed wat gel in zijn haar en spuiten een geurtje op. Hij ging op het bed zitten en deed zijn lakleren schoenen aan. Hij stond recht en trok zijn pak recht.

Hij liep zijn kamer uit. Hij zocht naar zijn autosleutels, die op de kast lagen. Hij opende de voordeur en liep naar buiten. Hij besloot eerst wat ontbijt te halen voor hem en Oumaima.

Bij de supermarkt aangekomen haalde hij een paar broodjes met beleg. Hij stapte snel weer zijn auto in richting het ziekenhuis. Aangekomen bij het ziekenhuis parkeerde hij de auto in de parkeergarage.

Met de supermarkt tas in zijn hand liep hij het ziekenhuis uit. Het was rustig aangezien het nog druk was. Zijn aandacht werd getrokken door zijn telefoon. Hij had een sms ontvangen van Amir. De dochter van de heer Rizaq was op kantoor. Hij sms't terug dat hij eraan kwam.

Op de juiste afdeling liep hij naar de kamer van Oumaima. Zonder te kloppen opende hij de deur. Vol bewondering keek hij naar zijn vrouw die aan het bidden was. Zachtjes liep hij de kamer in, hij legde de tas op de stoel. Hij trok zijn blazer uit.

Nadat ik het gebed had beëindigd deed ik nog een paar smeekgebeden. Ik bedankte de alle machtige dat ik het ongeluk heb mogen overleven. Dat de alle machtige mij een tweede kans heeft gegeven.

Ze draaide zich om en keek naar Safouan die haar een prachtige glimlach schonk. "Allah y takabel." Oumaima schonk hem een glimlach. 'Ameen' antwoorden ze.

Nieuwsgierig keek Oumaima naar de tafel volledig gevuld met lekkers. Oumaima deed haar gebedskleding uit en ging op het bed zitten. 'De arts heeft verteld morgen te komen kijken of ik misschien eerder naar huis mocht' zei Oumaima om de stilte te verbreken.

"Dat is goed nieuws" antwoorden Safouan. Ze glimlachte naar hem. Oumaima kreeg niet veel door haar keel. Safouan keek bezorgd naar zijn vrouw. "Lieveling, zit iets je dwars?" vroeg hij aan zijn vrouw. Ze schudde met haar hoofd. 'Nee, er is niks. Voel me alleen niet heel goed' antwoorden ze.

Ze had de hele nacht geen oog dicht kunnen doen. Haar gedachtes bleven bij haar vader hangen. Ze wou contact met hem opnemen, echter durfde ze het niet uit te spreken.

De woorden drongen door Safouan heen. "Wil je dat ik de arts laat kijken?" vroeg hij bezorgd. 'Nee, is niet nodig' antwoorden ze snel.

Safouan liet zijn blik vallen op de tijd. Hij had zijn neef belooft om vandaag op kantoor te zijn, belofte maakt schuld. Hij stond op en gaf Oumaima een kus. "Lieveling, ik heb wat belangrijks op kantoor. Ik zorg dat we samen gaan eten" zei Safouan. Oumaima knikte. 'Tot straks, in Sha allah" antwoorden ze met een glimlach. Niet lang daarna was hij verdwenen.

Oumaima stond recht op en ruimde langzaam de rommel op wat zij en Safouan hadden gemaakt. Haar aandacht werd getrokken door de deur. Safouan zal vast iets vergeten zijn dacht ze. Ze draaide zich om en stond oog in oog met een man die sprekend op haar leek. Ze keek intens in zijn gif groenen ogen. Ze herkende zich zelf in hem. De tranen vielen over de man zijn wangen heen. "Bentie?" zei hij vol emotie. Oumaima zetten haar gedachtes op pauze. Ze vloog in de armen van haar vader, ze nam zijn lucht in haar op. De tranen vielen over haar wangen heen. 'Papa, waar was je?' fluisterde ze.

Safouan parkeerde zijn auto in de parkeergarage naast kantoor. Hij wou een stukje wandelen. Hij stapte de auto uit en liep de garage uit. Met bewondering keek hij naar zijn bedrijf. Het bedrijf dat hij met bloed, zweet en tranen had opgebouwd. Tot de dag van vandaag is hij dankbaar dat het bedrijf ook een groot succes is geworden. Al snel stond hij voor het groot gebouw. De receptionist stond al keurig op hem te wachten.

Safouan schonk hem een vriendelijke glimlach en liep langs hem heen. Hij besloot eerst langs het koffie apparaat te gaan. Hij nam meteen een kopje koffie mee voor zijn neef. Met de twee bekers in zijn handen liep hij naar het kantoor van Anis. Zonder te kloppen stormde hij binnen. Geschrokken keek hij naar Yousra die in zijn kantoor zat. Yousra schonk hem een geniepige glimlach. Anis keek zijn neef aan. "Dit is Yousra, de dochter van de heer Loukili. Ze zal tot het gebouw staat met ons samen werken" zei hij in een adem. Safouan spande zijn kaken en keek haar vernietigd aan.

Uitgehuwelijkt, maar toch gelukkig?Where stories live. Discover now