Hoofdstuk 32

231 7 0
                                    

Oumaima,

Mijn vader keek mij met een ijzige blik aan voordat hij zijn woorden ging uitspreken. "Je vader is getrouwd en veder gegaan" zei hij emotieloos. Ik stond in een beweging op en draaide me naar mijn moeder om. 'Waar verblijft hij?!' riep ik naar haar toe. "Hij is in Antwerpen noord, zijn naam is Abdesamad Hitli" zei ze terwijl ze me met een blik vol betekenis aankeek.

Ik draaide mij weer om naar mijn vader, ook wel genoemd Mimoen Bensaid. 'Ik ben je dochter niet en jij bent mijn vader niet. Wanneer ik de deur uitloop is het enige wat ons nog linkt mijn moeder' zei ik ijzig. Ik voelde de hand van mijn moeder in die van mij. "Zeg dat niet bentie" zei ze smekend. Ik trok mijn hand los. 'Daar moest hij maanden geleden aandenken' zei ik voordat ik de woonkamer verliet.

Ik deed mijn schoenen aan en opende de deur in een beweging. De koude lucht kwam als een klap binnen, ik kneep mijn ogen dicht en ademende diep in en uit. Mijn leven is in een klap veranderd. Ik ga een nieuw tijdperk in, ik ga nieuwe uitdagingen aan. Maar mijn grootste vraag is of mijn vader wilt terug kijken naar het verleden? of hij wel staat te wachten op zijn dochter?

Mijn aandacht werd getrokken door twee handen die op mijn middel rusten. Ik draaide mij om en keek in de liefdevolle ogen van Safouan. Hij drukte langzaam een tedere kus op mijn lippen. "Wat je ook beslist, wat je ook doet ik sta achter je. We gaan samen deze journey aan" zei hij met een brede glimlach op zijn gezicht. Een traan viel over mijn wang heen na zijn prachtige woorden. 'Dankjewel Safouan, ik hou van je' zei ik terwijl ik op mijn lip beet.

Hij draaide mij in een beweging om en we stonden nu tegenover elkaar. Hij legde zijn voorhoofd op de van mij en alleen onze neus hield de afstand van onze lippen op safe. "En ik ziel veel van jou, lieveling" fluisterde hij.

Plotseling begon het te regenen. Toen ik snel naar de auto wou rennen, trok Safouan mij terug. 'Wat is er?' vroeg ik aan hem. Hij grinnikte en duwde nu zonder enige pardon zijn lippen op die van mij. Terwijl ik aan het bibberen was van de kou en het water van mij afdroop. Hield Safouan mij warm. Onze kus verzegelde onze liefde, respect en onze band. Ik had nooit gedacht dat ik zo snel zou vallen voor deze man.

Nooit had ik gedacht dat de man waar ik maanden geleden een enorme haat voor koesterde mijn grootste liefde werd. Mijn man, mijn hou vast. Ik wist dat ons nog veel te wachten stond, maar ik geloof dat ik en Safouan er alleen maar sterker uit zullen komen.

-

Daar stonden de geliefdes. Voor het huis van haar ouders, waar ze haar vader geen eens een half uurtje heeft geconfronteerd. In elkaars armen, veilig. De twee geliefdes hielden van elkaar, respecteerde elkaar en luisterde naar elkaar. Ze wisten dat hun veel te wachten stond, echter wouden ze er niks van weten. Ze wouden genieten, genieten van elkaar.

Uitgehuwelijkt, maar toch gelukkig?Where stories live. Discover now