19: Explosies

5 2 0
                                    

Peter wordt wakker. Hij wordt verblind door een fel licht, waarvan hij niet precies weet wat het is. Alles is vaag, en hij knijpt met zijn ogen om niet verblind te worden. Het felle licht wordt vervolgd door een extreme hitte en een harde knal. Hij voelt de schokgolf als een hete windstoot in zijn gezicht. Overal boven en om hem heen ziet hij vlammen, die lijken te komen uit een figuur voor hem. Hij ziet en hoort enkele brokstukken en vonken om hem heen naar beneden vallen. Dan worden de vlammen minder en verdwijnt het licht en de hitte van het figuur voor hem, die hij ergens van lijkt te herkennen. Nu de hitte weg is, merkt hij hoe heet het daarnet was en hoe erg hij er aan gewend was, want hij krijgt het plots zeer koud. Dan ziet hij dat het figuur op hem afloopt en als snel realiseert hij zich dat het Pepijn moet zijn. 'Mijn God!' Zegt Pepijn als hij ziet hoe erg Peter eraan toe is: 'Je bent helemaal verbrand!' 'Het kan beter', antwoord Peter die vervolgens schrikt als hij Pepijn zijn gezicht ziet. In plaats van de heldere diepblauwe oogkleur die Pepijn normaal heeft, gloeien zijn ogen nu fel oranje. Ook zijn al zijn kleren volledig verbrand en Peter realiseert zich dat Pepijn volledig naakt moet zijn. Ook herinnert Peter zich weer wat er gebeurt is. Achter hem bevind zich de school, waarvan de grote ramen volledig opgeblazen zijn. Om hem heen ziet hij metalen onderdelen van de drone.

Dan valt zijn oog op iets vreemds links van hem, daar ziet hij namelijk een paarse gloed van een vreemd onderdeel komen. Pepijn volgt zijn blik en ziet het ook. Snel en vol nieuwsgierigheid loopt Pepijn naar de paarse gloed die vanuit het onderdeel als een soort rook omhoog komt. Peter probeert op te staan, maar dit lukt niet. Hij voelt zich veel te slap en energieloos. Pepijn stopt vlak voor de paarse gloed die langzaam vanuit het onderdeel omhoog zweeft en aarzelt even. Dan strekt hij zijn hand uit om de merkwaardige gloed te voelen. Het moment dat zijn hand de gloed raakt, trekt hij zijn hand razendsnel terug en schreeuwt hij van de pijn: 'Au! Dat Brandt!' Dit verbaast Peter enorm. Daarnet stond Pepijn nog in een enorme vuurzee en zijn zijn kleren volledig opgebrand terwijl hij zelf geen schrammetje heeft, terwijl hij aan deze paarse gloed zijn hand verbrand. Snel rent Pepijn terug naar Peter: 'Goed onthouden, de paarse gloed is gevaarlijk!' Dan heeft Peter een idee. Hij herinnert zich vaag een vergelijkbare gloed die door de machine uit hem werd gezogen. Peter weet niet zeker of dit een droom was van toen hij buiten bewustzijn raakte of dat dit echt gebeurde, maar hij vindt het de moeite waart om te proberen. 'Breng me naar de gloed!' Beveelt Peter aan Pepijn. 'Wat?' Pepijn kijkt hem verbaasd aan en zegt terwijl hij zijn hand laat zien: 'Zie je wat er met mijn hand gebeurd is?' Zijn vingers zijn rood verbrand en de vingertopjes van zijn wijs en middelvinger zitten onder de blaren. 'Help me naar die gloed.' Herhaalt Peter. 'Weet je het heel zeker?' Vraagt Pepijn. 'Ja, honderd procent', zegt Peter: 'Sleep me er maar naartoe.' Pepijn pakt Peter onder zijn oksels beet en tilt zijn bovenlichaam op. Met Peters benen over de grond slepend loopt hij voorzichtig achteruit richting de gloed. Vlak voor de gloed stopt hij en laat hij Peter iets minder soepel op de grond zakken dan gehoopt en zegt hij snel: 'Sorry, gaat ie?' 'Kan je me nog iets dichterbij brengen?' Vraagt Peter. 'Nee sorry', zegt Pepijn: 'Straks pleur ik en zit ik onder de brandwonden. Weet je zeker dat je dit wilt?' Peter hoeft niks te zeggen om antwoord te geven op die vraag, want hij probeert met alle kracht naar die gloed toe te kruipen. Hij ziet een deels verroest en flink vervormt en gekreukte metalen plaat, waaronder de paarse gloed vandaan komt. Peter strekt zo ver hij kan zijn arm uit naar de paarse gloed, maar kan er net niet bij. Hij gebruikt al zijn kracht om zijn arm dichterbij te krijgen, maar het lukt net niet. Pepijn aarzelt of hij op afstand moet blijven, of dat hij Peter moet helpen. Net als Pepijn besluit een stap naar voren te doen, schuift Peter een klein stukje naar voren en raakt het puntje van zijn vinger net de paarse gloed. Tot Peters verbazing brand de gloed helemaal niet en voelt die juist prettig aan. Pepijn doet haastig een paar stappen naar achter, want zodra Peters vinger de gloed raakte, gebeurde iets vreemds. De magische gloed raast met enorme snelheid naar de hand van Peter, alsof het erin verdwijnt. Langzaamaan voelt Peter wat kracht en energie stromen door zijn lichaam. Het lukt hem om op zijn knieën te gaan zitten en hij kruipt dichter naar waar de gloed vandaan komt. Hij tilt het verroeste stuk metaal op en gooit het naar achter, eronder ligt een paarse gloeiende edelsteen. Peter pakt de steen op en hij voelt nog sneller de energie zijn lijf in stromen. Hij kan nu zelfs rechtop gaan staan. Dan merkt Peter dat de stroom van magische energie naar zijn hand afneemt en dat de steen minder fel gaat gloeien. Tot dat de paarse gloed volledig weg is. Peter stopt het kristal in zijn zak en kijkt naar Pepijn die hem verbaast terug aankijkt. 

The Magicals, A new team.Where stories live. Discover now