deel 16

259 19 4
                                    

~tijdskip van een maand~

Pov Matthy
Ik kom met betraande ogen thuis. Ik laat de achterdeur achter me dichtvallen en ga er tegen aan zitten en zak naar beneden. Ik lieg niet als ik zeg dat ik nog nooit zo hard heb gehuild. Hardop. Pijn. De pijn moet eruit. Fysieke pijn, maar ook mentale. Mijn broek is kapot en mijn knie bloed hevig. Normaal zou ik dat schoonmaken, maar dat gaat niet als ik er niet op kan staan. Je vraagt je vast af, wat is er gebeurd?

~30 minuten geleden~
Ik fiets naar huis. Ineens hoor ik gelach achter me. Ik kijk om. Shit. Bram, Dylan en Liam. Zijn ze mij gaan volgen vanaf school? Ik laat het en volg mijn weg richting huis. "Hey Matthyas" zegt Liam zodra hij naast me komt fietsen. Nergeren Mat. Ik fiets door. Tot ik opeens Liam best dichtbij zie fietsen. Er is hier niemand, dus waarom hij zo dichtbij me fietst begrijp ik niet. Ik zie hem zijn voet uitsteken en voor ik het weer word er een trap tegen mijn fiets gegeven. Ik val in de bosjes en mijn knie schaaft langs een steen. Lachend fietsen ze voorbij. Even sluit ik mijn ogen terwijl ik op mijn lip bijt. Oké Matthyas. Nu snel wegkomen hier en dan kun je thuis gaan huilen. Ik sta op, maar zak door mijn knie heen. Ik kijk ernaar. Whattef-. Door het gat in mijn broek kan ik zien dat mijn niet bloed, maar buiten dat staat mijn knieschijf een beetje naar buiten. Langzaam begin ik te snikken. Alles doet pijn. Ik duw me via mijn handen omhoog. En schuif mijn been een beetje mee. Hoe ga ik fietsen? Ik ga op mijn fiets zitten. Ik zet mijn voeten op de trappers. Zodra ik met mijn pijnlijke knie probeer de trapper naar beneden te drukken gaat er een pijnscheuten door mijn hele been. Ik verlies mijn controles en val. Alweer. Weer op die knie. Hoe kom ik thuis. Milo Bellen? Nee. Absoluut niet. Carolijn woont aan de andere kant, dus dat heeft ook geen nut. Ik moet nog 4 à 5 minuten fietsen. Dat hou ik niet vol. Ik besluit op de stang te gaan zitten die van mijn zadel naar mijn stuur loopt. Die is iets lager. Zo kan ik met mijn ene voet een soort lopen. Een opgeluchte zucht verlaat mijn lippen zodra ik in mijn poort aan kom. Bij de poortdeur moet ik opstaan en sta per ongeluk op mijn pijnlijke been. Ik haal hem gelijk van de grond. Even zie ik sterretjes. Zodra het een beetje weggaat besluit ik de poortdeur open te doen en zet ik mijn fiets tegen de schuur. Ik doe de poort op slot en hinkel naar de achterdeur. Ik open hem en als ik binnen ben en de achterdeur achter me dichr hoor vallen begin ik te huilen.

Ik hoor de bel. Godver. Ook dit nog. Ik pak het handvat van de achterdeur vast en haal me omhoog. Ik hinkelen naar de voordeur. Er wordt nog een keer gebeld. "Jaja ik kom al" mompel ik. Snel veeg ik een paar tranen in mijn gezicht weg. Ik open de deur. Milo. "Hey Mat, ik las net een appje dat ze je onderuit getrapt hebben op je fiets, klopt dat?" Vraagt hij. "Flikker op Milo" zeg ik terwijl ik de deur dicht gooi. Ik zet even mijn voet op de grond en gelijk voel ik een pijnscheut. Ook wordt mijn zicht weer wazig. Ik ga op de trap zitten en huil weer. Er wordt weer gebeld. Ja doei Milo. "Mat, laat me binnen, alsjeblieft. Ik hoor je huilen" zegt hij. Ik sta op en open de deur. "Mat-" begint Milo. "Nee Milo, geen Mat, ik heet Matthyas. Je hebt laten zien dat je voor hun hebt gekozen. Wat doe je hier. Ga alsjeblieft weg, want dit maakt het niet beter" zegt ik geïrriteerd en gooi de deur dicht. Ik probeer te strompelen. Zodra ik in de woonkamer aan kom, houd ik me handen op het dressior vast en rust even uit.

Ineens gaat de voordeur open en van schrik draai ik mijn gezicht met betraande ogen richting de voordeur. Mama. "Mam?" Zeg ik zachtjes. "Hey Mattje" zegt ze. Zodra ze haar jas aan de kapstok heeft gehangen en haar schoenen heeft uit gedaan loopt ze richting mij. Ze opent haar armen. Ik val huilend in haar armen en begin hard te huilen. Hardop. Want de pijn voel ik nog. Het is een soort trekkende pijn. "Mam? Waar was je? Je hebt me hier 2 maanden alleen gelaten en niks laten horen" zeg ik snikkend. "Sorry schat, ik was bij Peet (Matthy's stiefvader)" zegt ze en ik knik maar gewoon. "Mam, kun je me alsjeblieft helpen" zeg ik hopeloos "tuurlijk schat, waarmee?" Vraagt ze. "Kun je me even optillen en op het aanrecht zetten?" Vraag ik snikkend. "Ja tuurlijk" zegt ze. Ze tilt me op waardoor mijn been recht gaat. Een schreeuw van pijn verlaat mijn mond en wordt op het aanrecht gezet waarna mijn moeder mij geschrokken aan kijkt. Mijn handen sla ik voor mijn gezicht terwijl tranen als golven over mijn wangen gaan. "Mam, mijn knie. Ik kan hem niet strekken, niks" zeg ik. Mijn moeder kijkt naar mijn knie. "Holy- Matthy, hoe heb je dat voor elkaar gekregen? Heel je knieschijf is uit de kom" zegt ze. Ze pakt mijn been vast en dan mijn knie. Mijn zicht wordt zwart. "Mam niet doen, au, alsjeblieft" zeg ik. "Schat hij moer terug anders ben je verder van huis" zegt ze. Ik voel iets bij mijn knie en een schreeuw verlaat mijn mond. Luidde snikken vullen de kamer en ik heb geen gevoel meer in mijn been. Als ze de schreeuw bij Milo hebben gehoord zou ik er niet raar van staan te kijken. "Mat hij zit terug hoe hij hoorde. Maar hoe is dit gebeurd?" Vraagt ze. "Mam, ik wil niet meer naar school" val ik met de deur in huis en ik merk dat ik onregelmatigbegin te ademen. "Mat niet zo moeilijk doen hoor" zegt ze. "Ik wil niet naar school morgen, en de rest van het jaar en de jaren erna. Ik wil niet meer. Ik wil naar papa" alles komt er uit. "Matthy doe eens rustig" zegt ze. Ik krijg bijna geen adem. "Mat ik druk zo met mijn hand op jouw borst en dan moet je met mij mee ademen, zo niet doet het pijn, oké?" Zegt mijn moeder en ik maak een goedkeurend geluidje. Ik voel druk op mijn borst en adem mee met de hand. Zodra ik weer normaal adem haal kijkt mijn moeder me bezorgd aan. Ze pakt me bij mijn middel vast en tilt me op naar de bank. We hebben het niet meer over school gehad, maar ik ga niet meer naar school. Ze hebben in die groepsapp gestuurd dat ze me van mijn fiets af hebben gegooid. Heel de klas heeft dat gelezen, behalve ik, want ja ik mag er niet in. Ik snak ernaar om naar papa te gaan en ik sta op het punt om dat ook te gaan doen. Gewoon weg van de wereld. Het treinspoor is hier 8 minuten vandaan, dus dat scheelt.

1211 woorden

ik kan niet zonder je// MitthyWhere stories live. Discover now