Amir Mokadmi,
Zenuwachtig tikte ik met mijn hak tegen de grond. De neef van Ilham legde zijn hand op mijn been. "Vriend, je maakt mij ook zenuwachtig" zei Naïm. Ik zuchtte. Uiteindelijk stond ik in een ruk op. Waarom duurt het zo lang?
Toen ik aanstalten wou maken naar de deur toe kwam de zuster in paniek de kamer uit rennen. Ik trok lijkbleek weg. 'Wat is er aan de hand?!' riep ik in paniek. Ik hield de zuster aan haar boven arm stevig vast. Ze keek me met tranen in haar ogen aan.
'Wat heb je gedaan!' riep ik boos. Naïm trok mij naar hem toe. "Broer rustig aan" zei hij. Niet veel later kwamen een hele groep met verpleegkundige aan rennen. Ze gingen de kamer in en sloten de deur achter zich. De moeder van Ilham hield niet op met roepen. "Wat is er met mijn dochter?!!" riep ze huilend.
De vader van Ilham trok zijn vrouw in een omhelzing. "Allah is groot" fluisterde hij. Mijn hart deed zeer. Mijn meisje ligt daar binnen. Ik sta hier hopen loos. Ik moest daar liggen, niet zij. Het is allemaal mijn schuld. Ik moest het nooit zo ver laten komen. Nooit.
De zenuwen gierden door mijn lijf heen. De deur werd langzaam geopend. De dokter kwam naar ons toe lopen. Ik keek hem hoopvol aan. Hij ademde diep in en uit. "Mevrouw heeft een hartaanval gehad, we hebben haar net kunnen redden. Alleen wordt ze nu weer in een kunstmatige coma gehouden totdat ze weer aansterkt" ratelde hij in een adem.
'Hoe kan dat nou, ze was net wakker' zei ik. De dokter keek mij met medelijden aan. "Wij weten het ook niet, als het goed is moesten er nog testen bij mevrouw afgenomen worden" zei de dokter. Ik keek hem raar aan. 'Er was een zuster bij haar?' zei ik. Hij schudde zijn hoofd. "Dat kan niet, niemand van het personeel is bij haar geweest" zei de dokter.
De dokter legde zijn hand op mijn schouder. "Veel sterkte nog" zei hij aanmoedigend. Ik schonk hem een knikje en niet veel later waren we weer alleen. Ik pakte mijn telefoon. 'Ik kom zo terug' zei ik. Ik opende mijn telefoon en belde Salim op.
Na een paar keer overgaan nam hij de telefoon op.
'Broer, we hebben een probleem.'
