Chapter FortyFive

249 5 6
                                    

Ilham Bensaid,

Het was inmiddels bijna zes uur. Ik ben nog steeds bezig met de sollicitaties. Er zaten hele goeie kandidaten tussen. Ik legde de kandidaten die ik zou opbellen apart en de rest ging op zij.

Ik nam een slok van mijn koffie en strekte me uit. Plotseling vloog mijn kantoor deur open. Ik keek op naar Louay. Hij liet zich op mijn sofa vallen. Ik keek hem met een opgetrokken wenkbrauw aan. 'Kloppen is ook nog een mogelijkheid' zei ik. Hij negeerde mijn opmerking en stond op. "Kom, we gaan iets eten samen" zei hij. 'Ik denk dat het niet zo een goed idee is' zei ik twijfelend.

Hij hield allebei zijn handen omhoog. "Ik zoek er niks achter zolang jij er ook niet iets achter zoekt" zei hij. Ik zuchtte, ik sloot mijn laptop en stond op. 'Goed dan' zei ik. Toen ik naar mijn jas wou grijpen hield Louay mij tegen. "Het is heerlijk weer, die heb je niet nodig" zei hij. Ik knikte.

Samen met Louay verliet ik mijn kantoor. Samen liepen we langs Salma. Ze keek ons verbaasd aan. "Waar gaan jullie heen?" vroeg ze benieuwd. 'Iets eten' zei ik. Ze keek me strak aan. "Wil je ook iets hebben?" vroeg ik snel voordat ze iets kon zeggen.

"Ja is goed, doe maar het zelfde als jouw" zei ze uiteindelijk. Ik knikte 'tot straks' zei ik. Louay richten zijn blik op mij. "Waar wil je eten?" vroeg hij. 'We kunnen beter eten afhalen en het dan in het parkje opeten' zei ik met een glimlach. Hij knikte "wat jij wilt schoonheid" fluisterde hij haast onverstaanbaar.

Samen liepen we door naar het centrum. Het was een kleine 10 minuten lopen. 'Gaan we bij Omar eten halen?' vroeg ik. Hij haalde zijn schouders op. "Mij maakt het niet uit" zei hij. Ik haakte mijn arm in de van hem en liep de zaak van Omar in.

Het was druk. "Kijk waar je ons heen brengt" siste Louay terwijl hij vies keek naar de jongens die alles op alles zetten om meiden hun nummer te bemachtigen. Ik grinnikte 'zo was jij ook vriend' zei ik. Hij haalde zijn neus op. "Vriendin, ik hoefde nooit moeite te doen" zei hij zelfverzekerd.

Ik haalde mijn arm uit die van hem. 'Dat weet je heel zeker' zei ik grappend. Hij grinnikte "Is mevrouw de advocaat jaloers?" vroeg hij. Ik fronste mijn wenkbrauwen. 'Dat mocht je willen vriend' zei ik.

We werden onderbroken door een groepjes dames die voor ons kwam staan. Ik fronste mijn wenkbrauw en keek ze afwachtend aan. Een dame van ik schat een jaar of 16 werd naar voren geduwd. "Vraag het dan!" riep de groep dames tegen haar. 'Wat moet ze vragen?' vroeg ik. "Of ze het nummer mag van die jongen man!" hoorde ik een van die dames roepen.

Ik keek naar Louay die langzaam rood kleurde. Op dat moment werden we gered door de caissière die onze bestelling wou opnemen. Ik deed mijn arm om die van hem. 'Mijn excuses dames, ik en mijn man moeten weer door' zei ik snel. Lachend liepen de meiden weer weg. Ik liet Louay los en deed onze bestelling.

Na een half uurtje liepen we met onze eten het restaurant uit. Lachend liepen we over de straten van het centrum. 'Je moest jouw hoofd zien toen ze om jou nummer vroeg' zei ik lachend. "Nou gelukkig was mijn vrouw bij mij hé" zei hij geinend. Ik gaf hem een speelse stoot.

Toen we waren aangekomen bij het parkje gingen we bij een leeg tafeltje zitten. Het was best druk, ik haalde het eten uit de zak en legde er nog wat servetjes naast. 'Had jij de cola of cassis?' vroeg ik terwijl ik 2 blikjes omhoog hield. Hij wees naar de cola. Ik gaf hem zijn drinken en ging zitten.

Ik stak mijn vork in mijn warme kapsalon en nam een grote hap. Louay keek me strak aan. Ik werd zenuwachtig. 'Wat kijk je?' vroeg ik. Hij schrok lichtjes. "Uh, zomaar" zei hij snel. Ik haalde mijn schouders op.

Nadat we klaar waren met het eten liepen we weer richting kantoor. Salma keek ons geïrriteerd aan. "Waar bleven jullie?!" riep ze gefrustreerd. Louay legde haar zak met eten op de receptie neer. "We waren gaan dansen, nou goed?" zei hij sarcastisch. "Wat ben je weer grappig Louay" zei Salma geïrriteerd. Ik gaf hem een speelse duw. 'Je moet dames niet uitdagen als ze honger hebben vriend' zei ik lachend. Hij grinnikte "dan ga ik weer" zei hij. Hij schonk me een knipoog en liep weg.

Salma richten haar aandacht op mij. "Ben je gek?!" riep ze boos mijn kant op. Ik keek haar raar aan. 'Ik hoop het niet' antwoorden ik. Ze gooide een pen naar mij toe die ik net kon ontwijken. 'Voor wat was dat nodig!' riep ik. "Amir kwam hier heen en is boos weg gegaan toen ik hem verplicht moest vertellen dat je samen met jouw baas bent gaan eten" ratelde ze in een keer door. 'Je hebt wat?!' riep ik.

Amour  (Voltooid)Where stories live. Discover now