Chapter Twenty - Six

257 4 0
                                    

Ilham Bensaid,

Ik legde mijn tas neer op mijn sofa. Ik keek Louay strak aan. 'Kan ik je ergens mee helpen?' vroeg ik. Hij stond op vanuit mijn bureau stoel en kwam tegen over mij staan. "We moeten praten" zei hij. Ik nam een ruime stap achteruit. Ik liep langs hem heen en ging op mijn stoel zitten.

'We zijn uitgepraat, vind je niet?' hij zuchtte. "Doe niet flauw" zei hij. Ik keek hem geïrriteerd aan. 'Ik was duidelijk Louay, je hebt mij pijn gedaan' hij haalde zijn vingers door zijn haren.

Hij ging tegenover mij zitten. Hij keek me diep in mijn ogen aan. Hij pakte mijn hand stevig vast. "Ik ben hier niet goed in, maar ik geef om jou Ilham" zei hij. Ik moest lachen. 'Dat liet je duidelijk merken' hij liet mijn hand los.

"Ik was jaloers Ilham, zo gek is dat niet toch?" ik ademde diep in en uit. 'Het is al goed Louay' zei ik. Hij keek me verbaasd aan. 'Het is nu gebeurd, no hard feelings vergeten en vergeven toch?' hij aarzelde even en knikte daarna.

"Zeker?" vroeg hij uiteindelijk. Ik knikte 'zeker, maak je geen zorgen.' Hij liep naar mij toe en drukte uit verbazing een kus op mijn wang. Voordat ik nog iets kon zeggen was hij verdwenen.

Ik liet mijn hand langs mijn wang gaan. Was dit nu echt gebeurd? ik liet het door mij heen dringen. Ik zette mijn gedachtes op zij en starte mijn laptop op. Ik moest eens aan het werk.

Na zeker een paar uur achter mijn laptop te hebben gezeten was het tijd voor een break. Ik klapte mijn laptop dicht en liep naar de bedrijfskantine. Iedereen zat in groepjes verspreid over de hele kantine.

Ik zocht met mijn ogen naar Salma die alleen een boek aan het lezen was. Ik plofte tegen over haar. 'Hey, kon je niet eerst langs mij?' vroeg ik. Ze keek op vanuit haar boek. "We mochten je niet storen" zei ze. Ik keek haar raar aan. 'Van wie niet?' ze zuchtte en klapte haar boek dicht.

'Van Louay zeker?' Ze knikte. Ik probeerde kalm te blijven. 'Wat was zijn reden?' vroeg ik. Ze haalde haar schouders op. "Hij hoeft zich niet te verontschuldigen tegen over ons dus geen idee."

Ik keek haar geïrriteerd aan. 'Die man haalt het bloed onder mijn nagels vandaan' zei ik. Ze zuchtte en schoof een broodje onder mijn neus. "Eet eerst wat, we spreken hier later over" ik pakte het broodje op en nam er een hap van.

'Dankjewel' zei ik. Samen brachten we de pauze door. Toen het een uur of twee was besloten we om weer aan de slag te gaan. 'Ik zie je straks' zei ik nog voordat ik in mijn kantoor verdween. Voordat ik iets kon doen ging de bedrijfstelefoon.

Ik nam op en legde niet veel later af. Met grote stappen liep ik naar het kantoor van Louay. Zonder te kloppen liep ik naar binnen. Hij keek op vanuit zijn computer. "Jij bent snel" merkte hij op.

'Wat is er?' vroeg ik meteen. Hij klapte zijn laptop dicht. "Ik heb een nieuwe zaak voor je" zei hij. Ik zuchtte en nam tegenover hem plaats.

'Nou, laat eens zien' zei ik. Hij schoof een map naar mij toe. Ik opende de map en las hem globaal door. Toen ik de naam las van de gedaagde verstijfde ik. 'Amir?'

Amour  (Voltooid)Where stories live. Discover now