1: Dromen

90 6 1
                                    

Ik hoor de wind keihard ruizen door mijn oren. Onder mij zie ik duistere wezens, een soort zombies, volledig van zwart en donkerpaars rottend vlees, met op veel plekken uitstekende pikzwarte botten, met grote messen en kruisbogen, het zijn er duizenden. Over de grond zie ik explosies en zeeën van vuur, vliegende rotsen, en vele bliksemschichten. Voor mij vliegt een soort pikzwarte wolk, het schiet zwarte bliksemschichten die ik soepel blijk te ontwijken of tegenhouden met een soort magische energiebal. Er vliegt een meisje onder mij door, als een soort engel in de wind. Ze lijkt de wind wel te sturen met haar gedachten, moeiteloos lijkt ze de duistere monsters de lucht in te werpen of omver te duwen. BAM! Een zwarte bliksemschicht raakt haar recht in haar rug, door haar hart, naar de grond. Ik kijk op naar de wolk, ik zie iets op mij afkomen en dan, zie ik opeens het plafond in mijn slaapkamer. Het enige wat ik hoor is mijn ademhaling. Was dit een nachtmerrie?  Ik ga rechtop in mijn bed zitten en doe het nachtlampje aan.  Ik kijk op mijn wekker, 8 uur s'ochtends. Het licht schijnt al aan de zijkanten langs mijn gordijn, het is al licht buiten. Ik had mijn wekker gezet om half negen. Kwart over negen begint mijn eerste les. Online, vanwege die kut corona. Vorige week vrijdag, 21 maart, zei Rutte in de persconferentie dat de scholen dicht gingen. Ik ben benieuwd hoe mijn eerste online les zou zijn. Ik heb straks eerst aardrijkskunde, van die oude saaie docent. Ik kleed me aan loop naar beneden. Mijn moeder is naar haar werk, en mijn vader werkt nu online. Mijn zusje zit ook al in haar online les. Na mijn ontbijt loop ik naar de badkamer om mijn tanden te poetsen. Ik kijk op mijn telefoon, kwart over acht pas? Mijn les begint pas over een half uur! Ik pak mijn chromebook en ga naar Teams, ik zie de les al klaarstaan, ik hoef er alleen nog op te klikken. Ik pak mijn telefoon, ik had besloten om nog even een spelletje te spelen om de tijd te doden. Maar ik kon alleen maar denken aan die droom, het is niet de eerste keer dat ik zo'n droom heb, eigenlijk elke nacht. De dromen worden ook steeds realistischer, ik heb nog nooit gehad dat ik in mijn droom echt dingen leek te voelen. Maar die wind, het voelde zo echt. Ik had ook een keer gedroomd over dat ik tegen zombie piraten aan het vechten was op zee, belachelijk natuurlijk, maar dat leek ook zo echt. Ik kon toen ook vliegen, en het meisje herkende ik ook van die droom, dezelfde lange blonde haren. Ik kijk op mijn telefoon, tien over negen? Mijn les begint al bijna! Ik heb niet eens iets gedaan, ik dacht alleen aan die dromen. Blijkbaar vliegt de tijd als je terugdenkt aan wat je vannacht hebt gedroomd. Ik ga de les in. De tijd lijkt nu opeens extreem langzaam te gaan. De docent zat de hele tijd te zeuren dat we onze camera aan moeten zetten. Superhandig als die camera het op geen enkele chromebook doet. En dit moeten we dan volhouden tot 6 april, op zijn vroegst. Ik zie de docent praten, maar hoor geen woord meer van wat hij zegt. Ik moet gapen, hoe ben ik opeens weer zo moe... 

Ik zit op een bed in een vreemde ruimte, ik kijk op de klok die hangt aan de muur, half 7. Ik kijk om me heen, het lijkt wel een ziekenhuis bed. Ik loop naar de deur en zie dat ik inderdaad in een ziekenhuis ben. Over de gang lopen verpleegsters en rechts op de deur aan het einde van de gang staat: 'Abteilung Covid-19, nicht betreten'. Ben ik in Duitsland? Links hoor ik mensen praten, het lijkt alsof ik mijn ouders hoor.  Ik loop terug mijn kamer in, en zie dat het raam op een kier staat. Ik doe het raam verder open en zie beneden een vreemd busje rijden met Russisch kenteken. Dit is waarschijnlijk de achterkant van het gebouw, aangezien het er verlaten uitziet. Dan doe ik iets wat ikzelf niet eens had verwacht, ik spring uit het gebouw. Ik val naar beneden, maar vlak voor ik de grond raak, vlieg weer omhoog. Ik vlieg naar links over de verlaten weg naar het vreemde busje. Ik kom steeds dichterbij, blijkbaar vlieg ik sneller dan het busje rijdt. Het busje begint dan opeens heen en weer te schommelen en trekt dan hard op. Het lijkt alsof ze zich dood schrokken van het feit dat er een tiener achter ze aan 'vliegt'. Dan zie ik opeens dat een man zijn hoofd uit het raam steekt en een geweer op mij richt. Ik vlieg snel recht omhoog terwijl ik harde knallen hoor en de kogels vlak onder mij door vliegen. Ik vlieg nu boven het busje, zodat ze me niet goed kunnen zien. De man klimt nu verder uit het raam en probeert om over het dak van het busje te schieten. Ik vlieg naar de linker kant van het busje, en zie een man angstig achter het stuur. De andere man houd zijn wapen nu naar links gericht. De bestuurder bukt en de schutter schiet. Bam! Het raam breekt, die had hij nog niet open gedaan. Ik ben te laat om weg te duiken, maar houd plotseling een magische bol voor me. De kogel vliegt erdoor heen en er vliegt een keiharde vlaag van stof in mijn gezicht, wat nog steeds zeer pijn doet. Ook wordt ik nog overspoelt door een vlaag aan kleine stukjes glas.

The Magicals, A new team.Où les histoires vivent. Découvrez maintenant