Hoofdstuk 18 'Geheime plek'

371 6 1
                                    

Ik hou de kaart snel achter mijn rug en draai me met een ruk om. Voor mij staat niemand minder dan Zabini. Wat een toeval toch al weer.

"Mis je me nu al Zabini?" Zeg ik sarcastisch met het liefste stemmetje dat ik op dit moment naar buiten kan brengen. Het lijkt wel alsof zijn ogen in vuur en vlam staan. De woede in hem is overduidelijk te zien als hij naar me toe loopt. Hij zegt geen woord, en voor ik het weet staat de top van zijn stok tegen mijn keel geduwd.

"Dus jij denkt dat je er zo mee weg kon komen of niet soms?" Spot hij met een dreigende toon. Er verschijnt een klein lachje rond mijn lippen. Hij blijft denken dat hij mij zo makkelijk klein kan krijgen, hilarisch. Als hij me beter had gekend, had hij geweten dat ik me niet laat doen door een man. Een Griffoendor niet voor niets dus.

"Ben je soms geïntimideerd door mij?" Vraag ik speels. Ik voel dat ik in zijn ego geprikt heb. "Je denkt dat je alles bent of niet soms? Smerig modderbloedje"
Hij mompelt enkele woorden en een golf van pijn verspreid zich over mijn lichaam. Drukkende, harde pijn. Alsof ik in een kamer zit waar de muren steeds dichter en dichter bij me komen, tot ze me verpletteren. 

Mijn lichaam valt neer, terwijl ik probeer om enig geluid uit mijn mond te laten komen. De pijn word heviger en heviger, tot dat er eindelijk een woord uit mijn lichaam kan ontsnappen. "STOP!" Schreeuw ik met alle kracht die ik nog in me heb.

De pijn stopt.

Ik lig op de grond. Mijn hoofd is tussen mijn handen geklemd, het is onder te veel druk om na te kunnen denken. Ik probeer niet eens om te bewegen. Het gaat niet. Ik lig hier gewoon. Niet afvragend waarom de pijn plots is gestopt.
Met alle kracht die ik in me heb, open ik langzaam mijn ogen. Voor mij ligt nog iemand anders, de jongen wiens schuld dit allemaal is. Naast hem staat...

De jongen met het wit-blonde haar.

"Dr-Draco?" De woorden komen moeizaam uit mijn mond. "Het spijt me zo erg..." fluistert hij droevig en hij rent naar me toe. Benno ligt kreunend en jammerend op de grond.

Ik voel dat hij me voorzichtig oppakt en in bruid-stijl wegdraagt. Dan vallen mijn ogen weer langzaam toe.

Pov Draco

Lyra ligt bij madam Pleister. Alweer. Elke keer is het mijn schuld. Ik had haar nooit alleen moeten laten met Benno.

Ik loop weg van de ziekenzaal als Benno mankend van achter de hoek komt. "Benno? Wat heb jij uitgestoken?" Vraag ik op een strenge toon, terwijl ik probeer mijn woede achter te houden. "Um... gevallen..." stamelt hij en loopt snel door naar de ziekenzaal.

Ik weet perfect dat hij dat hij niet gevallen is. Ik weet zelfs nog beter dat hij niet meer weet wat er gebeurd is. En dat dat door mij komt. Het enige wat hij nog weet is dat hij Lyra pijn heeft gedaan. Dat hij er ook niet mooi mee weg is gekomen. De volgende keer als hij aan Lyra komt, breek ik hem.

Ik loop gehaast door naar mijn eerste les van de dag, die ik waarschijnlijk al gemist heb. Niet dat dat me wat doet, eerlijk gezegd. Even later loop ik transfiguratie binnen, die we samen hebben met Griffoendor. Zodra ik binnenkom kijkt iedereen op.

"Reden van te laat komen?" Vraagt professor Anderling me. "Uh... boeken vergeten..." Zeg ik snel zonder er bij na te denken. "Ga zitten." Beveelt ze me en ik neem plaats naast Karel, de enige plaats die nog vrij is.

Ik voel enkele ogen in mijn zij prikken. Ik draai me om en zie Potter en zijn vriendjes naar me staren. Lyra's vrienden. Ik weet dat ze denken dat ik haar wat aangedaan heb, aangezien ze er niet is. Ik weet dat ik hun de waarheid niet kan vertellen, dus ik kijk hun met mijn meest vervuilde blik aan en draai me dan weer om.

Na een hele dag vol met de meest vervelende lessen, kan ik eindelijk bij Lyra op bezoek. Ik laat mijn vrienden achter bij de leerlingenkamer terwijl ik me snel uit de voeten maak. Die draaiende trappen kunnen niet snel genoeg draaien als ik haastig naar boven loop. Ik spurt door de gangen en vertraag zodra ik bij de ingang van de ziekenzaal kom.

Ik stop. Daar staat ze.

Pov Lyra

"En wees voorzichtig de volgende keer!" Zegt madam Pleister met een bezorgd gezicht. Ze vraagt zich vast af wat ik allemaal uitsteek. "Beloofd" zeg ik snel en ik pak de medicijnen aan die ze me toesteekt. Ik draai me om en sta op het punt de ziekenzaal uit te lopen, als ik Draco zie. Mijn hart maakt een sprongetje.

"Draco" Fluister ik. Hij kijkt me met grote ogen aan. Dan lopen we naar elkaar toe en rennen in elkaars armen.

"Het spijt me zo Lyra, ik zweer dat ik het nooit meer zal laten gebeuren" "Het is oké Draco, het is niet jouw schuld." "Ik ben zo blij dat je in orde bent!" Fluistert hij in mijn oor. Ik knuffel hem nog harder.

Dan horen we iemand de trap opkomen. "Kom mee" zegt hij stil en neemt mijn hand vast. Hij trekt me mee, de gangen van Zweinstein door. We gaan de draaiende trappen af, voorzichtig dat niemand ons samen ziet. Via de benedenverdieping neemt hij me mee naar de deur van de school. Eens we de schooldeur uit zijn, gaan we richting het verboden bos.

"Draco waar gaan we heen?" Lach ik terwijl hij me meetrekt. We lopen samen het pad af naar het verboden bos. "Is dit wel veilig?" Vraag ik. "Vertrouw me!" Roept hij terug en hij rent nog sneller. "Straks vallen we nog!" Roep ik maar ik kan een lach er niet aan onderdrukken. "Dan vang ik je op!" Zegt hij terug. Zijn handen lijken wel aan de mijne gelijmd, en ik wil niet loslaten.

We lopen tussen de donkere sparren, langs een riviertje. Mijn haren wapperen mee met de wind. We blijven maar lopen,en ik heb geen idee waar we heen gaan. Als hij maar bij me blijft. Zijn groene gewaad wappert nu ook achter hem aan. Plots stopt hij.

"Hier is het" zegt hij een beetje buiten adem. Ik sta met een open mond te kijken naar een haag, die enkele meters hoog is. We staan ergens diep in het bos, tussen de torenhoge sparren. Het is er half licht half donker, met de zon die door de bladeren zijn licht doorlaat. Er zijn veel struiken en bloemen, en ik hoor ook het geluid van een rivier. Hij kijkt me diep in mijn ogen aan, en neemt vervolgens mijn hand weer vast. We lopen naast de haag, tot we bij een enorm kleine opening komen. Draco mompelt een spreuk en plots vergroot de opening in de haag.

Een felle gloed komt van achter de haag. Ik knijp mijn ogen even toe omdat het licht te fel is. Als ik mijn ogen weer open, kan ik niet geloven wat ik zie.

𝐼𝑛 𝑗𝑜𝑢𝑤 𝑎𝑟𝑚𝑒𝑛 - Lyra CoulterWhere stories live. Discover now