Hoofdstuk 15 'Terug naar school'

379 7 8
                                    

Het einde van de vakantie nadert al. Ik en Draco sturen bijna elke dag brieven, en ik bewaar ze in een doosje onder mijn bed. Zodra ik hem mis (en dat gebeurd vaker dan verwacht), haal ik het doosje van onder mijn bed en lees ik de brieven die hij me stuurt. Dat fleurt me wat op. Ik heb in mijn valies ook het pakje gevonden dat ik voor mijn verjaardag van Fred en George heb gekregen. Het is een lege kaart met in rode letters 'Sluipwegwijzer' er op geschreven. Wanneer ik terugkeer naar Zweinstein ben zijn ze me een uitleg verschuldigd.

Ik ben mijn spullen voor het tweede semester op Zweinstein aan het pakken. Mijn koffer ligt op mijn bed, met de meeste spullen er al in. Deze vakantie hebben ik en Ginny ook brieven gestuurd, en vaak zat er een foto van ons met onze familie bij. Ik heb nu al een hele collectie van de familie Wemel, inclusief een foto van Fred en George die Ron in een rivier duwen. Die foto zal ik goed bewaren.

Ik heb foto's van al mijn vrienden, en ik neem ze mee in het speciale doosje. Sommige kan ik in mijn slaapkamer op Hogwarts ophangen, maar volgens mij is het beter als ik sommige in het doosje hou. Zoals de foto's van Draco.

Draco. Hoe vertel ik mijn vrienden over hem? Ik weet dat Hermelien het nooit zal goedkeuren, en Ron zal het ook niet bepaald een goed idee vinden. Wat Ginny en Harry zullen denken, kan ik maar niet raden. Wilt Draco zelfs dat ik aan mijn vrienden vertel dat we een relatie hebben? We zijn ook nog maar nét samen, maar ik denk niet dat we onze relatie niet voor altijd geheim kunnen houden. Ik bedoel, het voelt nog allemaal een beetje raar. Ik ben voor hem gevallen, terwijl ik het zelf niet eens doorhad. Had ik ooit gedacht dat ik een relatie zou krijgen met mijn vijand? Logisch niet. Maar blijkt dus dat al die dingen schijn waren. Zijn egoïstische en narcistische gedrag, al de beledigingen, het pesten. Draco is iemand anders die vastzit achter een masker, en hij kan het niet afzetten. Maar ik heb gezien wat er achter het masker zit, en om eerlijk te zijn wil ik hem nooit meer loslaten.

Ik stop het doosje met foto's in mijn donkerbruine koffer, en zet die op het tapijt. Morgen vertrek ik. Morgen zie ik iedereen terug. Morgen zie ik hem terug.

De wekker piept luid in mijn oren. Die zal ik zeker niet missen op Zweinstein. Nog half slapend zoek ik met mijn hand naar de plaats waar de wekker staat, om hem te laten stoppen met piepen. Ik duw per ongeluk het glas water om dat op mijn nachtkastje staat. "Ben je serieus" Grom ik geïrriteerd en ik spring uit bed. Ik grijp een zakdoek uit de doos op mijn nacht.

Twintig minuutjes later zit ik met mijn ouders in de auto op weg naar het station. Buiten waait het verschrikkelijk hard, en het ziet er naar uit dat het gaat regenen. Om eerlijk te zijn is dit echt mijn lievelingsweer. Het maakt me kalm. Zodra we vlak voor de ingang uitstappen, vallen mijn ogen op hem. Hij ziet me niet, en neemt gehaast zijn koffer uit de auto. De auto ziet er vreselijk duur uit, wat me niet echt verwonderd. Zowat alles wat zijn familie bezit is waarschijnlijk duur. Hij zegt snel gedag aan zijn ouders en gaat het station binnen.

Nadat ik mijn ouders vaarwel heb gezegd, ren ik naar binnen, richting perron negen driekwart. Ik wil absoluut niet te laat komen. Snel ga ik door de muur heen, en ik word direct overdonderd door een compleet andere sfeer. Een sfeer van warmte tussen familie, dieren die rondrennen, af en toe een toverspreuk die gezegd word en enkele kinderen met tranen in de ogen. Het is natuurlijk anders dan op de dag dat iedereen voor het eerste semester vertrekt, doordat er een stuk minder mensen zijn. Maar geloof me, minder chaos is er zeker niet.

Plots vliegt iemand me om de hals. "Je favoriete Wemel is er!" Lacht een stem. "Gin! Je deed me schrikken!" Ik draai me om zodat ik haar ook kan knuffelen. "Ben je er klaar voor?" Vraagt ze en ze pakt haar koffer weer op. "Helemaal!" Samen zetten we onze koffers weg waar ze worden opgehaald, en we stappen op.

Even later zit ik met Ginny, Ron en Hermelien in een cabine. "Snoep van het karretje!" Roept een krakerige stem. "Willen jullie iets?" Vraag ik en ik pak een paar galjoenen uit mijn jaszak. "Voor mij een chocokikker" zegt Ron met een ontschuldige blik op zijn gezicht. Ik kan niet anders dan grinniken. "Een pompoentaartje voor mij!" Zegt Hermelien snel net voordat ik de cabine uitstap.

Zodra ik op de gang sta zie ik hem. Draco Malfidus. Hij staat aan het eind van de gang te praten met Benno. Ik krijg een warm gevoel in mijn buik. Hij heeft me nog steeds niet gezien. Ik loop naar de vrouw van het snoep karretje en bestel wat mijn vrienden graag wouden. Iemand geeft me een schouderklopje.

"Wie we hier hebben!" Lacht Simon. Marcel staat achter hem en lacht verlegen. Hij is werkelijk zo schattig. "Hey jongens! Leuke vakantie gehad?" Vraag ik en ik betaal de vrouw. "Gaat wel. Marcel echter, heeft iemand gemist denk ik!" Simon klopt op Marcel's schouder en hij word een beetje rood. Ik weet al meteen over wie het gaat. "Ginny zit in die cabine, voor als je haar zoekt!" Ik wijs naar de cabine waar ik en mijn vrienden zitten. "Oh... oké" stamelt hij, en is nu zo rood als een tomaat. Dan zie ik Daan uit een cabine komen en richting ons stappen. "Uh, ik ga maar eens!" Ik pak het snoep en loop weer naar de deur.

Net voor ik binnen wil gaan voel ik dat iemand naar me kijkt. Ik kijk naar links en zie Draco mijn richting uitkijken. Als hij ziet dat ik terugkijk bloost hij een beetje en glimlacht lief. Het lijkt wel alsof duizenden vlinders fladderen in mijn buik. Ik ben zo blij hem te zien! Ik lach lief terug en ga de cabine in. Ik kan niet wachten om in zijn armen te zijn.

Na enkele uurtjes rijden raap ik al mijn moed bijeen. Het is tijd om mijn vrienden over mijn relatie te vertellen. "Jongens, er is iets dat ik jullie moet vertellen..." begin ik zenuwachtig. Ze kijken op van waar ze mee bezig zijn en staren me met vragende ogen aan. Is dit wel een goed idee? Wat als Draco het niet goed vind? Nee. Ik kan dit nu niet doen. Ik moet hier nog mee wachten.

"Ik uh..." Oh nee, wat moet ik nu zeggen? Ze kijken me zowel vragend als verward aan.

Plots schuift de deur van onze cabine open. "Jongens, er is een probleem!" Zegt Simon die gehaast in de opening van de cabine staat. Ik zucht even van opluchting. We staan snel op en volgen hem door de wagon. Aan het eind van de wagon staan Daan, Padma, Parvati, Belinda en nog enkele mensen in een hoopje. Sommige mensen staan recht, anderen knielen. Maar doen één ding hetzelfde: panikeren.

"Wat moeten we doen?!"
"Haal hulp verdorie!"
"Nee die spreuk maakt het nog erger!"
"Het houd niet op met bloeden!"
"Zou je alsjeblieft iets willen doen in plaats van daar gewoon te staan staren?"
"Ben je achterlijk raak het niet aan!"

Iedereen roept en panikeert door elkaar. "Wat is er aan de hand?" Roep ik door het geroep heen. "Het is Marcel!" Zegt Padma en ze gaat aan de kant zodat we kunnen zien wat er aan de hand is.

Op de grond ligt Marcel, en zijn lichaam is bedekt in bloed.

𝐼𝑛 𝑗𝑜𝑢𝑤 𝑎𝑟𝑚𝑒𝑛 - Lyra CoulterOnde histórias criam vida. Descubra agora