14. Achterna gezeten door maniakken

4.3K 106 16
                                    

Woensdag

Het is rustig in de bibliotheek. De meeste studenten zijn al een half uur geleden naar huis gegaan. Het is bijna etenstijd, maar ik beloof mezelf nog één alinea van het verslag af te schrijven. Mijn ogen prikken door het weinige knipperen en mijn maag knort hevig. Met rode wangen van schaamte type ik de laatste regels af.

"Eindelijk," verzucht ik als ik klaar ben.

Ik lees alles nog even vlug door en verbeter eventuele fouten. Met een tevreden gevoel sluit ik mijn laptop af en stop ik al mijn spullen weer in mijn rugzak.

Ik ben alleen, dus ik had ook prima thuis kunnen werken, maar ik kan beter werken in een andere omgeving. Ik maak mijn huiswerk wel vaker hier. Het zorgt ervoor dat ik me blijf focussen en niet continu wordt afgeleid door dingen.

Chris heeft niet meer aan het verslag gewerkt, maar dat had ik ook niet van hem verwacht. Ik zal het verder in m'n eentje moeten doen, ben ik bang.

Glimlachend, maar moe, strompel ik het gebouw uit. Het is rustig op de straat. De zon is al achter de daken van de huizen gezakt en het begint te schemeren. De meeste mensen zijn nu vast aan het dineren, dus er is bijna niemand. Ik begin te watertanden door het idee van een warm bord voor mijn neus.

Onhandig trek ik mijn fiets uit het rek en spring op het zadel. Het is gelukkig niet zo lang fietsen naar mijn huis, maar de route loopt wel door de beruchte achterwijken van de stad. De bibliotheek is hier geplaatst omdat ze zo hoopten de criminaliteit in deze buurt op die manier te verminderen. Ik betwijfel of het erg geholpen heeft.

Ik sla linksaf en kom terecht in een smalle straat. Voor een seconde denk ik dat deze verlaten is en dat er niets aan de hand is, maar dan glijdt mijn blik naar het einde van de straat. Er staat een gestalte, midden op de weg. Zijn handen zijn in zijn broekzakken gestoken en hij lijkt uiterst kalm.

Het is Pascal.

Mijn hart gaat als een gek tekeer en het zweet breekt me uit. Mijn vorige ontmoeting met hem wat niet zo positief verlopen, maar toen was Chris er om me te beschermen. Nu ben ik alleen. Niemand zou me horen schreeuwen als ik om hulp zou roepen. En alsof alles niet al erg genoeg is, zie ik zijn vrienden rond hem staan.

In een reflex knijp ik mijn remmen in en maak een scherpe bocht. Ik hoor gelach en geroep door de straat galmen. Ik slik en moet moeite doen om niet in huilen uit te barsten. Angst zorgt voor actie en dat is wat ik nu nodig heb. Ik moet keihard fietsen, maar waar moet ik heen? Pascal en zijn vrienden blokkeren de enige weg naar mijn huis. Ik ken hier de weg niet, dus heb geen idee waar ik heen kan.

Ik werp een blik achterom en zie dat de jongens zich verspreiden. Ze rennen, sneller dan ik voor mogelijk hou. Ze roepen mijn naam en lachen luidruchtig. Ik dwing mijn benen om nog sneller te trappen en adem gejaagd. In paniek sla ik meerdere straten in en raak verdwaalt in een doolhof van steegjes. Angstig kijk ik rond.

Ik moet een plan bedenken. Wanhopig probeer ik op iets te komen. De politie bellen is geen optie, aangezien ik daarmee ook Chris verraad. Mijn brein lijkt wel van pudding, maar toch weet ik op een simpel plan te komen.

Ik spring van mijn fiets af en zet deze tegen een muur aan. Ik pak mijn rugzak vast en begin als een gek de andere kant op te rennen. Ik moet ze op het verkeerde spoor brengen. Ondertussen graai ik in mijn tas, opzoek naar mijn mobiel. Als ik deze eindelijk te pakken krijg, toets ik met trillende vingers een nummer in.

"Hallo?" galmt Chris' kalme stem door de telefoon.

Ik slaak een opgeluchte zucht, blij dat hij opneemt. Terwijl ik bel, ben ik ondertussen rond aan het sprinten. Ik wil een straat in slaan, maar zie net op dat moment één van de jongens op me afrennen. Ik slaak een gil en ren de andere kant op.

Alles wat hij is ✓Where stories live. Discover now