1. Wie ben ik eigenlijk ook alweer?

6.2K 142 82
                                    

Vrijdag

Het schelle geluid van de bel galmt door de gangen heen. Ik zucht diep en sluit mijn kluisje af. Ik pak mijn rugzak van de grond en zwaai hem sierlijk op mijn rug. Glimlachend kijk ik Jacqueline aan, die geduldig staat te wachten tot ik eindelijk klaar ben. Ze knikt goedkeurend als reactie en duwt zichzelf van de muur af.

"Nederlands, de laatste les die tussen ons en onze geliefde weekend instaat," zegt ze glimlachend.

Ze schuift een lok van haar lichtbruine haren achter haar oren. Jacqueline en ik hebben elkaar voor het eerst ontmoet in de eerste klas -ironisch genoeg tijdens de Nederlands les- en sindsdien zijn we goede vriendinnen geworden.

Ze is ook zo ongeveer mijn enige vriendin hier op school. We zijn niet per se verlegen, maar hebben gewoon minder behoefte aan sociaal contact met anderen.

"Ik haat het om Nederlands als laatste les op vrijdag te hebben," zeur ik kreunend.

In principe haat ik elke laatste les op vrijdag, maar dat laat ik maar buiten wegen.

"Krijgen we vandaag niet dat verslag opgegeven? Die ene over hoe belangrijk de Nederlandse Literatuur is voor de ontwikkeling van jongeren?" vraagt Jacqueline.

Ondertussen lopen we via de trap naar de tweede verdieping.

"Ik geloof het wel," knik ik.

Over het algemeen houd ik van verslagen. Ik ben goed in schrijven en vind het leuk om onderzoek te doen en mijn eigen mening te geven. Alleen moeten we het in tweetallen doen en mogen we niet zelf onze partner uitzoeken. En als ik één ding nog erger haat dan de laatste les op vrijdag, is het wel met onbekende klasgenoten moeten samenwerken.

We komen aan op de tweede verdieping en vervolgen onze weg naar het juiste lokaal. Aan het begin van de gang zie ik de deur al welkomend openstaan. Ik zucht en kijk Jacqueline met een pruillip aan, waarna we het lokaal sjokkend binnenlopen.

De meerderheid van de klas zit er al. Terwijl we naar een van de laatste overgebleven plekken lopen, werp ik een korte blik op de drie jongens achterin. Hun houding is verveeld. Ze zitten onderuitgezakt op hun stoel en praten wat met elkaar. Hun gelach galmt door het lokaal heen.

Ik schrik op als ik hard tegen de hoek van een tafel aanloop. Ik kuch ongemakkelijk door mijn onhandigheid en wend mijn blik af van de jongens. Snel neem ik plaats naast Jacqueline, die me grinnikend aankijkt.

"Wat?" snauw ik haar toe, niet daadwerkelijk boos.

Ik weet dat ze er tegen kan als ik kortaf ben. Ze is wel van me gewend dat ik af en toe bot kan zijn en ze weet dat ik het niet echt meen.

Zij, daarintegen, is een van de liefste en geduldigste personen die ik ken. Ze is niet verlegen en heeft makkelijk contact met andere mensen. Het is meer dat ze niet echt opzoek is naar nieuwe vriendschappen en daarom vooral met mij afspreekt.

Ze blijft zacht grinniken. "Was je te afgeleid door bepaalde personen dat je niet plaats kon nemen zonder tegen een tafel op te botsen?" plaagt ze me.

Er zit een speelse fonkeling in haar grasgroene ogen.

"Absoluut niet". Ik tuit mijn lippen en kijk liegend de klas rond. "Ik zou niet weten wie er mijn aandacht zou kunnen trekken".

"Je bent zo'n slechte leugenaar," lacht ze, terwijl ze haar boeken keurig uit haar tas haalt en ze op de hoek van de tafel legt. "Maar je moet toegeven, Chris, Luckas en Brian zijn zeker niet verkeerd".

Ik rol mijn ogen. Jacqueline heeft al sinds de tweede klas een kleine crush op Brian.

Ik wil vol tegen haar in gaan, maar juist op dat moment begin de docente met de les. Mevrouw Veenstra staat voor haar bureau en kijkt de klas met een glimlach rond.

Alles wat hij is ✓Where stories live. Discover now