10. lessen met mijn vijand

11 2 0
                                    

Als ik wakker word lig ik ,met mijn hoofd tegen het raam geplakt, onderuitgezakt in een roodpluchen sofa in de leerlingenkamer. Even ben ik in de war en weet ik niet meer wat ik daar zat te doen voordat ik in slaap viel, maar dan herinner ik het me weer. 

Ik zit te wachten om in de prijzenkamer op het 4e af te spreken, met niemand minder dan Leon. Hij gaat me verdedegingslesssen geven, heeft hij belooft. We hebben elkaar op het hart gedrukt er met niemand over te praten. Ik heb hem gisteren nog gevraagd waar hij geleerd heeft te duelleren en waarom hij mij wou helpen, maar hij kapte mijn uitgebreide vragenstroom al snel af.

Ik kijk nerveus op de met goud bewerkte klok die aan de muur hangt. O nee, denk ik bij mezelf, ik ben al 10 minuten te laat omdat ik in slaap ben gevallen. Haastig neem ik mijn spullen klaar en werp, voordat ik door het portretgat stap, een blik op het weer buiten het raam. De nachtelijke hemel ziet er droog en mat uit. Het lijkt alsof er spanning in de lucht hangt.

 Dat zal wel zijn omdat ik me zo gestrest voel. 

Ik ben inmiddels gewent geraakt aan mijn macht over het weer buiten. 

Wanneer ik eindelijk de prijzenkamer buiten adem kom binnenhollen, staat Leon al in een hoek op mij te wachten. "Sorry!", breng ik moeizaam uit, "Ik was in slaap gevallen" Hij kijkt me met een schaapachtige glimlach aan. "Dat zal wel..." hoor ik hem mompelen. Ik bekijk hem eens wat beter. Hij ziet er de laatste tijd erg slecht uit: alsof hij 's nachts geen oog dichtdoet en overdag nauwelijks een rustpauze neemt.

We kunnen nog steeds niet goed met elkaar overweg, maar dat laten we tijdens de oefeningen achterwege. Hij is opvallend stil als we alleen zijn, helemaal anders dan zijn arrogante gedrag in de klas. Na zijn best interessante les, lopen we samen zwijgend naar de leerlingenkamer, zeggen elkaar welterusten en lopen beiden onze eigen kant uit.

Bijna iedere avond komen we samen, steeds in een ander lokaal. Alles verloopt vlot en zonder problemen, tot ik hem ongeveer twee weken na onze eerste afspraak een vraag stel over zijn houding. Hij is deze bijeenkomst erg zenuwachtig en zijn les verloopt erg moeizaam. 

Als hij nog maar eens vloekt om een stomme spreuk die niet wil werken, waag ik het erop: "Wat is er nu echt met je aan de hand, Leon? Ik zie dat je je verschrikkelijk voelt, zeg me wat er scheelt. Misschien kan ik je helpen!"

 Zijn antwoord is echter kortaf en ontkennend. "Ik begrijp niet wat je bedoeld, Madelyn, alles gaat prima met me"

Ik rol met mijn ogen terwijl ik het kussen weggooi waarmee we zweefspreuken zaten te oefenen. "Ik ben misschien in het bezit van gestoorde en gevaarlijke krachten en waarschijnlijk vind je me gek of zo, maar dom ben ik alleszins niet. Ik wil je helpen,Leon, je kan me vertrouwen! Je kent me nu toch al beter?" "O ja?" fluistert hij zacht en scherp, "Wil je het echt weten?"

Ik knik overduidelijk.

"Dan hebben we een deal, ik zal je alles vertellen wat je maar wilt weten over mij. Op één voorwaarde," "Zeg maar!" onderbreek ik hem zelfverzekerd. Hij gaat met een mysterieuze blik in zijn ogen verder: "Jij verteld me waar jij 's avonds na onze lessen stiekem heen sluipt"

Er vormt zich een pijnlijke steen in mijn maag. 's avonds, na de lessen, sluip ik in m'n eentje naar het zwerkbalveld. Daar steel ik ongezien een schoolbezem, sluip ermee naar het verboden bos en leer mezelf op een open plek hoe ik moet vliegen. Het bos is een uitstekende keuze als een grote plek waar ik ongezien mijn vliegkunsten kan beoefenen. Van de weerwolven, centauren en andere beesten ben ik niet bang. Als er iets mijn richting uit komt, rent het er vaak angstig van door. Ik weet ook niet hoe dat komt, het al wel aan mijn donker aura liggen dat ze denken dat ik nog gevaarlijker ben dan zij.

Maar hoe weet hij dat? Eerst probeer ik nog te ontkennen: "Waar heb jij het over? We wandelen toch 's avonds samen terug naar onze slaapzalen? Hoe moet ik dan ongezien wegglippen, volgens jou?" 

Ik kijk hem tevreden aan.                                                                                                                                                    Na mijn sterk argument zal het moeilijk voor hem worden mijn schuld te bewijzen. 

"Nou," zijn grijns verbreedt, "omdat je uit het raam klimt!" 

Hoe is ie daar nu weer achter gekomen?!

En eigenlijk is dat maar half waar: ik klim eerst uit het raam en daarna roep ik om de een of andere manier de winden op. Zij dragen me vanzelf weg van het raam en laten me veilig op mijn vertrouwde plekje in het Verboden Bos landen.

 Voor ik mezelf kan tegen houden, bijt ik hem toe: "Hoe ben je dat nu weer in Merlijnsnaam te weten gekomen?! Stalk je me soms?" Zijn warme glimlach is aanstekelijk en uiteindelijk begin ik ook te lachen als ik hem over mijn stiekeme vlieglessen vertel.

"Nu weet je het" vervolg ik weer, "nu jouw verhaal. Wat is de reden dat je er al sinds kerstmis als een saaie zombie bij loopt?" Ik bedoel het als grapje, maar zijn glimlach verstrakt. Hij zucht en kijkt naar beneden als hij plaatsneemt op een opzijgeschoven schoolbank in een hoek.

Ik ga naast hem zitten en leg mijn hand als een geruststellend gebaar op zijn schouder. 

Dan vertelt hij me zijn verhaal.

Dan vertelt hij me zijn verhaal

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
life in a magical worldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu