9. ik toon een ongekende kracht

12 2 0
                                    

Kerstmis, de mooiste tijd van het jaar, volgens mijn vriendinnen. Voor mij betekende het vroeger alleen maar eenzaamheid. Dit jaar hoop ik vurig op verandering. Ik hoop dat hij net zo gezellig en mooi als beschreven in de versleten, oude boeken die ik uit de kelder van het internaat stal, zal zijn. 

Ik loop te mijmeren terwijl ik door de gang naar Geschiedenis van de Toverkunst slenter, tot ik plots omver word gekegeld door niets minder dan een reusachtige dennenboom van wel 5 meter lang. "Auw!" ,weet ik nog net uit te brengen voor scherpe takken in mijn gezicht vliegen.

"Oeps! 't Spijt me zeers, 'k had je niet zien staan. Er verschijnt dezelfde reusachtige jongen als bij de oversteek van het meer in het begin van het jaar, achter de kerstboom. Ongeveer 17, schat ik. Zijn wangen blozen van verlegenheid, alsof hij mensenschuw is. Hij laat de boom op de grond liggen en trekt me zonder enige moeite overeind. "Het is niet jouw schuld hoor," verzeker ik hem vriendelijk,"ik zat te dromen."

Hij lijkt zich al beter op zijn gemak te voelen. "Ik ben Madelyn, trouwens. Je mag Maddie zeggen." Ik moet mijn hoofd helemaal naar achteren buigen om hem in de ogen te kijken als ik hem mijn hand uitsteek. Hij lijkt verbaasd te zijn dat ik met hem praat. Ik krijg medelijden met hem. "Hagrid," stelt ook hij zich voor en hij schudt mijn uitgestoken hand met een hand zo groot als een vuilnisbakdeksel.

"Wel, Hagrid," glimlach ik hem toe, "Ik zou graag verder kletsen, maar ik moet naar m'n les. Het is Geschiedenis van de Toverkunst en ik heb al een waarschuwing gekregen. Maar we zetten ons gesprek voort, beloofd" Zijn gezicht klaart op na het horen van mijn woorden. "Da's, "begint hij, "Da's echt heel lief van je, Maddy. Kom anders is bij me langs, ik ben altijd thuis."

Ik begrijp hem niet. "Zit je hier dan niet op school?" "Nee... Ik ben terreinknecht. M'n huissie staat aan de rand van het bos, niet te missen!" Ik knik. "Wel, ik zal zeker langskomen als ik tijd heb. Tot ziens dan!" "Ja!" juicht hij blij,  "Doei!"

Als ik kom binnen sprinten bij professor Kist, de allersaaiste leerkracht ooit, kijkt hij me vuil aan. Het kan me niet schelen, hij weet toch dat ik zijn vak maar niets vind. En hem ook niet, trouwens. Zonder me te verontschuldigen ga ik prompt naast Lou zitten. "Waar bleef je?!",fluister-schreeuwt ze me toe.

"Ik ben onderweg over een reusachtige, magische dennenboom gestruikeld" Het is nog waar ook. Aan Lou's uitdrukking lees ik dat ze me niet gelooft. Jonathan, een blondharige jongen uit Huffelpuf die op de bank naast de onze zit, begint te gniffelen. Ik kijk naar hem en rol met mijn ogen terwijl ik de professor nadoe. Hij begint nog harder te lachen.

"Als meneer Delrue en juffrouw Anthon nu het belangrijkste uit mijn uitleg willen voordragen?" Shit, ik schrik als hij mijn naam opeens zegt. Jonathan kijkt meteen weer strak voor zich uit. Ik zucht. Wat een bangeschijter.

"Ik wacht. Of weten jullie het niet? Dat zou me niets verbazen. En u moet al nablijven nietwaar, juffrouw Anthon? Heeft u zin in nog een extra avondje werk?" Hij kijkt me met een boosaardig lachje aan. Ik zwijg, maar blijf wel woedend recht in zijn ogen kijken, tot hij zijn blik uiteindelijk afwendt.

Na de les loop ik met een vreselijk humeur de klas uit. Als we de Grote zaal binnenwandelen, zie ik dat het plafond hevig aan het hagelen en sneeuwen is. Vreemd, vanmiddag scheen er nog een waterig zonnetje. "Het weer heeft echt invloed op jouw emoties, nietwaar?" Lou zegt het al lachend, maar wanneer Leon en Phyllis me haastig voorbijlopen, bedenk ik me plotseling iets: 

Tijdens dat gedoe op excursie begon het te onweren. Daarna, terwijl ik in de spiegel naar mijn ouders keek, regende het pijpenstelen. Nu, nadat ik door Kist op mijn nummer ben gezet, woekert er een enorme sneeuwstorm.

Ik blijf abrupt staan. "Kijk toch uit" roept een jongen die achter me liep, maar ik hoor hem al niet meer. Het is niet het weer dat invloed op mijn humeur heeft, maar mijn humeur dat het weer manipuleert. 

Hoe kan dat? Ik wil wedden dat Leon het ook weet. Bij ons gesprek werd, toen ik,me ongemakkelijk en slecht begon te voelen, de kamer ijskoud en donkerder. Zijn verschrikte blik toen ik hem achterliet, hij was niet gekwetst, maar geschrokken.

"Wat is er, Maddy?" Ik schrik wakker uit mijn overpeinzingen als ik Lou's stem naast me hoor. "N..niks", breng ik moeizaam uit. Ik plak haastig een glimlach op mijn gezicht, zet me naast haar aan onze afdelingstafel neer en doe alsof er niets aan de hand is. 

Maar als ik mijn hoofd even naar links draai, vind ik zijn ogen en we kijken elkaar bang aan.

Maar als ik mijn hoofd even naar links draai, vind ik zijn ogen en we kijken elkaar bang aan

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
life in a magical worldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu