Hoofdstuk 71

1.2K 35 11
                                    

Daar zat ik dan op weg naar mijn huisje. wat je mijn huisje noemt. Ik heb mij daar nooit thuis gevoeld. Met een kloppende hart keek ik uit de raam. Mijn schoonouders zaten voorin en ik zat achter natuurlijk. Mijn tante (schoonmoeder) was haar zoon telkens aan het goed praten en ze excusseerde zich voor het ongemak en voor wat haar zoon had gedaan. Maar volgens haar, had Mustafa grote spijt en zal hij mij nooit meer aanraken met nog niet eens een vinger. Ik hoopte het maar, maar toch voelde ik mij niet zo gelukkig als dat ik wilde zijn.

Ik schraapte mijn keel en verroerde mij niet. Ik had Aissa gesproken en hij was woedend. Hij vond het niet eerlijk van mij, dat ik hem hier niet van op de hoogte had gesteld en dat hij het via via moest aanhoren, dat deed hem echt pijn. Maar hij had er wel begrip voor aan de andere kant en hij zweerde dat hij die Mustafa zal afmaken en al helemaal als die zemmer mij nog met een vinger aan durft te raken. Ik had Aissa gerust gesteld door te zeggen dat er niks ergs aan de hand is maar dat ik mij aanstelde. Hij leek het te geloven maar nog vond hij niet terecht. Ik wilde geen ruzie, ik ben daar te gevoelig voor. Ik kan daar niet tegen. Ik dacht terug aan Mounia, ik had haar mond dicht gesnoerd toen mijn schoonouders aan de deur kwamen vanmorgen, ze had mij smekend aangekeken haar het woord te laten doen maar mijn ogen zeiden al genoeg. Ze had mij de rug toegekeerd toen ik besloot terug te keren naar huis, dat deed mij nogal pijn maar ik begreep haar ook. Dat ik Mustafa die kans weer wil geven begrijp ik zelf ook niet "en Rachid dan?" Had Mounia mij sissend gezegd zonder dat iemand het merkte. Ik had haar met grote ogen aan gekeken en de woedde kwam in mij op. Hoe durft ze zich druk te maken om Rachid terwijl ik een getrouwde vrouw ben en niet wil scheiden, alsof Rachid mij een betere leven gaat geven, ik als gescheide vrouw. Nee en mijn familie zal er al helemaal tussen komen, dat kan niet. Het mag niet, dacht ik en voelde de dikke tranen in mijn ogen. Maaar ik hou van hem, dacht ik en toch mogen die gevoelens er niet zijn. Ik zal en moet ze onderdrukken, dacht ik en probeerde ergens anders aan te denken. Ik haalde diep adem en zag mijn tante zich weer omdraaien, ze keek mij met een zielige blik aan.

"Het komt allemaal goed, kijk we zijn er al. Nu ga jij en Mustafa eens goed praten. Jullie zijn beide volwassen en komen er wel uit mijn dochter" had mijn tante gezegd. Ik knikte en stapte uit, alsof mijn schoenen van lood waren zette ik elke stap met moeite. Ik probeerde mezelf moed in te praten en het leek wel aardig te lukken.

Ik zag Mustafa al de deur uitlopen en mij aan kijken met een brede grijns. Pff, lach jij maar, dacht ik. Ik wil liever huilen, schreeuwen al de pijn die van binnen ingepropt zit wil ik eruit schreeuwen. Met een zuur gezicht lachte ik terug en liep langs hem heen naar binnen. Hij riep me nog maar ik liep door. Ik hoorde zijn voetstappen achter mij.

"Laat mij dit dragen" zei hij terwijl hij mijn koffer overnam. Ik hield de koffer strak vast en wilde niet dat hij die overnam.

"Los" snauwde ik hem af waardoor hij gelijk los liet en ze excusses begon aan te bieden. Hij leek wel een hond die mij smeekte om hem te voeden.

Mijn schoonouders liepen nog even binnen en keken mij glimlachend aan. Opzich waren ze schatten en had ik nooit problemen mee gehad, dus waarom stel ik mij zo aan en zorg ik niet dat het goed komt tussen mij en Mustafa. Ik hoorde de woorden van mijn moeder in mijn oren herhalen 'wees een vrouw zoals het hoort.. Vind je het gek, je ziet er niet uit.. Vind je het gek je ziet er niet uit.. Vind je het gek je ziet er niet uit.. Wees een vrouw zoals het hoort.. Wees een vrouw zoals het hoort.. Vind je het gek je ziet er niet uit..'

Tfoe rotmens, ga uit mijn weg, dacht ik woedend en ik voelde mijn ogen vochtig worden. Ik zag er ook inderdaad niet uit misschien moet ik daar verandering in brengen. Een goede opknapbeurt zal mij goed doen en meer eten, maar goed ik eet het en geef het weer over, dacht ik angstig. Ik moet misschien langs de dokter even gaan misschien heeft hij tips voor mij.

Laat komen wat komen wil: Zelfs de ergste dag gaat voorbij! (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu