hoofdstuk 28

555 35 2
                                    

Haven

Ik laat me zakken tegen de ijskoude muur van de ziekenkamer. Waarom voel ik me zo tot die vreemde jongen aangetrokken? Waarom brak mijn hart toen ik hem zag kussen met dat ander meisje? Ik voel me zo verloren.

Mijn kleren worden nat van mijn tranen. Die kus voelde zo goed. Het was gewoon perfect. Zijn hete adem op mijn huid. Het zweet dat op zijn eightpack drupt. Zijn lichaam tegen het mijne. Onze lippen die perfect op elkaar pasten. Ik wil meer maar ik kan niet. Ik ken hem totaal niet. Zelfs zijn naam weet ik niet. Maar toch. Iets in hem voelt vertrouwd. Als een verre herinnering. Ik kan nog steeds zijn smekende ogen voor me zien toen hij me smeekte om hem te geloven. Het bruin in zijn ogen dat als je goed kijkt schakelt van lichte bruintinten naar donkerdere bruintinten en zachte groene spikkels. Gewoonweg de mooiste ogen die ik ooit heb gezien. Zodra ik erin keek verdronk ik. Mijn benen werden week en ik had geen besef van de ruimte rond me.

En dan de kus. Ik zucht aan de herinnering ervan. Het was gewoon perfect. Het leek net alsof het zo moest zijn. Hij en ik. Samen. Zijn lichaam die tegen het mijne drukt. Het voelde bekend. Alsof dit niet de eerste keer was. Met de gedachte aan de jongen waarvan ik de naam niet weet, val ik in slaap.

"Wakker worden" ik voel dat iemand zachtjes aan mijn schouder schud. Ik duw de hand grommend weg en val terug in slaap.

Een toeter toet plotseling hard in mijn oor en ik schrik wakker. 2 onbekende meisjes van ongeveer mijn leeftijd gieren van het lachen terwijl ik op de grond met bonzend hart van de schrik bekom. Het ene meisje heeft ros haar en sproeten op haar gezicht en het ander meisje heeft blond haar en gewoonweg een perfecte huid.

Ze steken hun hand uit en ik twijfel. Kan ik ze wel vertrouwen nadat ze me bijna een hartaanval hadden bezorgd? Ze lijken mijn twijfel te merken en hun ogen worden stilaan droevig. "Luister Haven, ik weet dat je je niets meer kan herinneren maar ik beloof je dat je ons kunt vertrouwen" zegt het blonde meisje.

Na een paar seconden twijfelen pak ik hun handen aan. Ze trekken me overeind en ik slaak een gil van verbazing hoe sterk ze zijn. Ik vloog letterlijk een paar seconden in de lucht. De meisjes lachen geamuseerd. Ligt het aan mij of lachen ze serieus veel?

Het blond meisje kijkt me aan "ik ben Bella en dit is Ari" zegt ze terwijl ze naar het roodharig meisje wijst. Ik beweeg ongemakkelijk heen en weer. Het roodharig meisje, Ari, verbreekt de stilte als eerste. "We hebben wat boeken, tijdschriften, films, van alles wat om je tijd mee te doden bij" ze wijst naar een kar die vol staat met allerlei spullen. "Bedankt" mompel ik.

"Dus, wat deed je op de vloer?" Bella kijkt me nieuwsgierig aan. De herinneringen aan gisteren komen terug. Mijn wangen worden warm en ik weet zeker dat ik eruitzie als een tomaat. "Blijkbaar iets pittig. Ben je bij Jace geweest?" Ik kijk hun vragend aan. Wie is dat? "Bruin haar, bruine ogen. Knap. Hij was hier toen je wakker wordt" beschrijft Ari.

Dus zo noemt de jongen. Blijkbaar kwam er een lichte blos op mijn wangen want ze grijnzen allebei. "hebben jullie gezoend?" vraagt Bella. Ik word nog roder. "O MIJN GOD. JULLIE HEBBEN GEZOEND!" roepen ze tegelijkertijd.

Ik schrik en bedek vlug mijn oren. "weet je nog toen ze voor het allereerst zoenden? Ze lagen in de sneeuw in Rusland, vlak nadat we ontsnapten en Haven haar klas keek toe" lacht Bella weer. Ik kijk haar weer aan. Wat bedoelt ze met voor de allereerste keer? Waar ontsnapten we uit? Welke klas? Ik graaf diep in mijn geheugen. Als dit waar is wil ik het me herinneren. Ik wil het weten als die Jace en ik een relatie hadden. Voelde ik me gelukkig bij hem? Hoe leerden we elkaar kennen? Hoe was onze eerste kus? Ik wil me al die dingen herinneren maar er is niets. Wat is er gebeurd terwijl ik in die coma lag? Hoe raakte ik zelfs in een coma? Waarom overkomt mij dit?

De twee meisjes zien dat ik van streek ben en ze sleuren me in een groepsknuffel. Het voel zo vertrouwd en veilig aan dat ik het loslaat. De tranen die in mijn ogen prikten rollen eruit. De schouders worden nat. Bij Bella is het haar rechterschouder en bij Ari haar linker. "maak je geen zorgen. Je krijgt je geheugen weer terug." Fluistert Ari in mijn haar maar het klinkt alsof ze haarzelf moed inspreekt in plaats van mij.

"hoe kom ik aan al die littekens?" fluister ik nadat ze me loslaten. Ik kijk naar de witte streken die duidelijk zichtbaar zijn op mijn arm. "Ik weet dat ze nog vers zijn." mompel ik terwijl ik over de dunne lijnen ga met mijn vinger. Ik huiver. "dat weten we niet" liegt Bella. Ze weet het wel. Ik zie het aan haar ogen. Zo staan we tijdje. Niemand zegt nog iets. Bella tuit haar lippen. De stilte wordt ondragelijk en net wanneer ik er iets van wil zeggen, hoor ik een bel gaan.

Het is niet zo'n nieuwe schoolbel maar een oude die je nog moet laten luiden door een touw met een metalen bal aan tegen de wand moet slagen. "We moeten gaan. Dat is het eetsignaal." Zegt Ari. Ik knik en ga op het bed zitten. "Heb je geen honger?" vraagt een van hun verbaasd. Aangezien de stem een licht Amerikaans accent heeft, weet ik dat Ari het vroeg. Ik schud mijn hoofd. Je zou denken dat ik na een coma uitgehongerd zou zijn maar door alle stress is mijn honger gewoon weg. Ze kijken elkaar bezorgd aan voor ze de ruimte verlaten.

Ik sta zuchtend recht en pak het eerste het beste boek dat ik zie. Ik lees de achterflap aandachtig. Het gaat blijkbaar over een jongen die naar een school voor tovenaars gaat. Peinzend kijk ik naar het ziekenhuisbed. Het ligt zo slecht. Ik open een paar kasten en mijn mond valt open. De kast is helemaal gevuld met kussens. Ik pak ze allemaal en maak een soort fort. Ik plof neer en woel tot ik comfortabel lig. Tevreden over mijn zitplaats, pak ik mijn boek en begin ik te lezen.

Het geluid van een bord dat op hout wordt gelegd laat me opkijken uit mijn boek. Jace kijkt me ongemakkelijk aan. Alsof hij niet weet wat te zeggen. Ik weet het zelf ook niet. We kijken elkaar in stilte aan. Mijn verlangen wordt steeds groter. Waarom heeft hij dit effect op me? Hij kijkt me doordringend in de ogen.

Na wat een kwellende eeuwigheid duurt, verbreekt hij oogcontact en schraapt zijn keel. "Ik heb wat eten meegebracht." Zegt hij. Zijn stem klinkt nog wat schor. "Ik heb geen honger" mompel ik. Ik begin terug te lezen maar hij pakt het boek af. "Hey!" roep ik kwaad. "Wat? Je hebt dit boek al 20 keer gelezen" werpt hij tegen. Ik kijk heb vernietigend aan "ja en nu kan ik het terug voor de eerste keer meemaken." Ik probeer het boek terug te pakken maar omdat hij groter is dan me, houd hij het boek net buiten bereik. "Als je eet krijg je het boek terug. Je hebt al bijna 2 maanden geen fatsoenlijk voedsel gegeten" hij kijkt me afwachtend aan. Koppig als ik ben, blijf ik proberen om het af te pakken. Ik val bijna maar hij vangt me nog net op. "je moet wat voorzichtiger zijn" grijnst hij. Een nerveuze lach ontsnapt uit mijn mond. Hij laat me—met duidelijke tegenzin van beide kanten—los. Jace wrijft over zijn nek en ik heb moeite om niet te staren. Niemand zegt iets. Waarom heb ik zo veel ongemakkelijke momenten? Jace kucht even en kijkt me recht aan. Hij likt even over zijn lippen terwijl hij naar de mijne staart voor hij weer spreekt "ik ga dan maar eens" hij stapt naar de deur "dankje" mompel ik nog, wijzend naar het eten. Hij glimlacht even voor hij de deur sluit.

Het lukt niet. Ik kan hem niet weerstaan. Zuchtend haal ik mijn haar uit mijn gezicht. Mijn oog valt op de littekens aan mijn armen. Ze zijn nog vers. Waarschijnlijk net geheeld. Bella haar gezicht komt weer naar voor. Waarom loog ze? Hebben zij er iets mee te maken?

Ik moet hier weg.

________________________
Vergeet niet om te stemmen en reageren als je het hoofdstuk leuk vond

Denk je dat Haven haar geheugen terugkrijgt?

Wat denk je dat die vreemde vrouw aan Haven heeft gegeven?

Kidnapped Assassin's (Nederlands) (voltooid)Where stories live. Discover now