~Deel 2, hoofdstuk 34.~

1.7K 138 58
                                    

A/N: blijven stemmen ;D Motiveert mij altijd!

~~~~~~~~~~

POV AMARA

Mijn naam werd zachtjes genoemd.
Het was Rafaël.

'Hmmm,' humde ik, terwijl ik de deken steviger om me heen trok.

'Amara.' Opeens klonk zijn stem niet meer gedempt en niet ver weg.

'Laat me slapen, Rafaël.' mompelde ik geïrriteerd.

'Kom op, word wakker. Drink dit.' Zijn stem was voor mij scherp en te hard; ik voelde hoe een kloppende pijn zich in mijn hoofd begon te vormen. Hij schudde me aan mijn schouder.

''Rafaël,' zeurde ik, mijn oren bedekkend. Ik wilde gewoon slapen. De hoofdpijn werd alleen maar erger.

Plots werd ik overeind getrokken. De warme deken om me heen verdween. Toen ik gefrustreerd mijn ogen opende, keek ik recht in de groene ogen van Rafaël. Mijn ogen verplaatsten zich naar de klok op de wand. Buiten scheen de zon fel, maar de gordijnen zorgden ervoor dat het meeste daglicht buiten bleef. Beter.

'Serieus? Ik heb maar drie uur geslapen, Rafaël. Wat is er zo belangrijk?' Ik wreef mijn slapen en greep de deken uit zijn hand. Hij zag er beter uit dan gisteren, merkte ik op. De donkere kringen onder zijn ogen waren grotendeels verdwenen en zijn gezicht zag er niet meer bleekjes uit. 'Het doet zoveel pijn,' fluisterde ik gefrustreerd.

'Je dacht echt dat je een spreuk kon breken zonder bijeffecten? Hier, drink dit.' Hij drukte een dampende kop tegen mijn lippen aan. Voorzichtig nam ik een slok, en daarna nog een.

'In je slaap was je aan het trillen. En aan het mompelen. Ik had al een vermoeden dat er iets mis was.'

Nadat hij de kop met muntthee in mijn handen had gedrukt, ging hij achter me zitten. 'Wat doe je?' vroeg ik terwijl ik over mijn schouder keek. Hij wreef zijn handen over elkaar en plaatste ze vervolgens op mijn hoofd, maar niet voordat ik een glimp van het witte licht kon opvangen. 'Ik hoop dat het je zal genezen.' fluisterde hij.

Bijna gelijk voelde ik een vlaag van kalmte door me heen stromen. Mijn ogen sloten zich en mijn gedachtes werden blank. 'Weet je, Rafaël, ik kan dit wel vaker gebruiken.' mompelde ik toen ik de kalmte tot in mijn tenen voelde. Hij maakte een instemmend geluidje en ik nam dat als teken om naar hem toe te leunen.

Na een paar tellen stilte zei hij iets, net wanneer ik weer in slaap begon te vallen. 'Zeg het nog eens?'

'Wat?' vroeg ik verward en opende mijn ogen.

'Mijn naam,' mompelde hij onder een zucht.

'Wat?' vroeg ik nog een keer, dit keer uit verbazing.

'Laat maar zitten.' Teleurstelling klonk in zijn stem terwijl hij zijn handen van mijn hoofd afhaalde. Ik ontwaakte uit mijn verdoving en knipperde een paar keer met mijn ogen. Hij bewoog van het bed af, maar ik greep zijn arm vast. 'Wacht.'

'Amara, laat-'

'Rafaël.' fluisterde ik half smekend. 'Wat is er aan de hand?' We konden niet nu ruziën- niet nu we elkaar het meest nodig hadden en we elkaar moesten vertrouwen. Wat had ik fout gedaan? Was hij boos op me?

Hij keek me aan alsof ik het antwoord had. Alsof ik het antwoord was.

En ik kreeg een brok in mijn keel toen hij de volgende woorden uitsprak.

'Ik wilde dit al sinds heel lang zeggen... Al heel mijn leven heb ik Engelen -en mensen- gezien die mijn naam noemen. Maar jij bent de eerste die mijn naam... zo uitspreekt. Je spreekt het zo uit... alsof ik echt een Engel ben. Alsof ik het verdien.' 

He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu