~Hoofdstuk 46.~

3.2K 227 535
                                    

BELANGRIJKE A/N: ik heb gemerkt dat velen van jullie het eind van het vorig hoofdstuk niet konden lezen... Wattpad doet héél vaak raar, dat merken we wel ^^ Daarom begin ik met het eind van het vorig hoofdstuk!!
~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Hoe moest ik in vredesnaam af komen van deze idioten? Hadden ze niet al voor genoeg ellende gezorgd?

Als ik ergens een telefoon kon lenen, zou ik Ian kunnen bellen. Hij was tenminste nog aan mijn kant. Misschien zou hij wat kunnen regelen...

'Kijk eens wie we daar hebben,' hoorde ik iemand van achter me zeggen. Met een ruk draaide ik me om. Het was Lilith. Ooit een kamergenoot, die me ook had verraden. Waarom deed iedereen zo tegen mij?

Ik sprong op en zocht snel een route om haar te ontvluchten, maar er was alleen één ingang. En daar stond zij. Achter haar verzamelden nog meer demonen, ook zag ik Mara. Ik was in de val gelokt. 

'We hebben geen tijd meer over. Het gevlucht moet gestopt worden. Het is tijd om naar huis te gaan.' 

Ik werd in een hoekje gedreven. Waar waren de medewerkers? Waarom kwam niemand me helpen? Ze haalde een doekje en een flesje uit haar zak. Waarschijnlijk om mij bewusteloos te krijgen. 'Niet doen,' zei ik terwijl ik heftig met mijn hoofd schudde. Ze kantelde haar hoofd en drukte het doekje met veel kracht tegen mijn mond en neus aan. 'Adem in, Amara. Dan zal alles snel aflopen.' 

Ik spartelde nog tegen en probeerde niet in te ademen, maar uiteindelijk luisterde ik naar haar. 

Hopelijk zou alles echt sneller verlopen. 

~~~~Vanaf hier begint hoofdstuk 46 pas!~~~~

Ik werd wakker door de sterke geur van... boeken? Was ik in een bibliotheek? 

Langzaam opende ik mijn ogen. Het licht was gedimd, het was doodstil. 

Al voelde ik wel de aanwezigheid van demonen en engelen om me heen. De herinneringen kwamen terug, hoe Lilith me had uitgeschakeld. Ik probeerde op te staan, maar was blijkbaar vastgebonden aan een stoel. Verdomme.

'Je bent wakker. Wat een opluchting.' hoorde ik iemand zeggen. Het licht werd feller en ik zag de felle ogen van Mara. Woede en haat overspoelden me als een golf. Ze zuchtte dramatisch en ging voor me staan. Met een kwaadaardige blik keek ze op me neer. 'Eigenlijk zou ik je moeten bedanken... je hebt mij de keuze gegeven om tussen een engel en een demon te kiezen. Maar sinds je zo koppig bent, doe ik dat niet.' 

De neiging om al het haar uit haar hoofd te trekken was groot. Als ik niet vast gebonden zou zijn, zou ik haar mooie gezichtje tot moes slaan. Dan zouden we zien wie ze moest haten en wie ze moest bedanken. 

Hoe kon ik zo een grote hekel hebben aan een deel van mezelf? 

Het was simpel. Ze was niet meer een deel van mij. Meer dan zeventien jaar geleden besloot ze om mij te gebruiken. Alleen om terug te komen op aarde en om Rafaël en Owen te zien. Haar innerlijke demon verwoestte mij. Het leek alsof zij Yin was en ik Yang. We waren elkaars tegenpolen.

'Sorry dat ik het zeg, maar ik heb een hekel aan je. Hoe je ooit een deel van mij was, weet ik niet. Je moet je nu gedragen als een echte demon, stop met je jammere gedoe met Rafaël en Owen. Oh, en als je het nog niet wist: Owen is van mij. Waag het niet iets uit te halen.' Ze keek me waarschuwend aan. Tranen prikten in mijn ogen. Hoe bedoelde ze, Owen was van haar? Niemand was iemands bezit. 

'Zo kan het wel weer, Tesoro,' hoorde ik Owens stem uit het niets zeggen. Tesoro. Dat... zei hij altijd alleen tegen mij. Hij verscheen achter Mara en zette zijn hand op haar schouder. Zijn ogen gleden naar mij toe, bijna alsof hij dat niet wilde. Mijn ogen smeekten hem om me los te maken, maar hij deed niets. Hij bleef staan waar hij stond, als een standbeeld. 

He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu