~Hoofdstuk 2.~

9.1K 418 108
                                    

De dag verliep langzaam in het bijzijn van Raphael. Hij was zo afleidend, dat ik me gewoonweg niet kon concentreren op de lessen. Hij hing de hele tijd om mij heen en praatte tegen me alsof het gewoon was, alsof we vrienden waren, maar op de een of andere manier irriteerde het mij. Ik kón niet vrienden worden met een jongen. Hij moest dat toch weten?

'Zal ik met je mee lopen naar huis?' vroeg hij, toen de laatste bel was gegaan. Ik bleef stokstijf stilstaan toen hij dat vroeg. Draaide mijn hoofd langzaam zijn kant op. Ik schudde mijn hoofd. 'Nee,' zei ik terwijl ik mijn hoofd bleef schudden. Ik duwde de bril op mijn neus omhoog. 
Raphael keek me fronsend aan. Kreeg een grijns op zijn gezicht, wat mij bang maakte. 'Nee, dat kan niet.' zei ik terwijl ik mijn kluisje dichtdeed. 'Echt niet?' Hij leunde tegen de kluisjes aan. 'Weet je, of je zegt hoeveel jaar je bent of ik loop met je mee naar je huis. De keuze is aan jou.'

Ik keek hem aan. 'Zestien, ik ben zestien. En ik hou van lezen, als je dat wilt weten,' mompelde ik. Waarom wilde hij zo graag mijn leeftijd weten?
'Echt?' hij keek verrast. 'Ja, en je laat me nu met rust. Dus daag,' Ik verliet de verbaasde Raphael en zwaaide zwakjes naar hem. 

Ik liep op een best snelle tempo naar huis toe. Even later hoorde ik voetstappen op het grindpad, net een paar huizen voor mijn huis. Ik wierp een blik naar achteren, om te kijken wie het was. 'Hey.' zei de persoon achter me. Ik knipperde. Stopte met lopen. Serieus? Dit kon hij toch niet maken... 'Raphael!' siste ik. 'Ik had je toch gezegd me niet naar huis te volgen...' Ik keek snel om me heen, om te kijken of iemand ons aan het begluren was. Niemand. 'Ga weg. Achtervolg mij niet!' ik  klemde mijn kaken op elkaar, terwijl ik in paniek raakte. 

'Waarom wil je niet dat ik je naar huis breng?' vroeg hij dommig. Ik zuchtte, liet mijn hoofd zakken. 'Luister, Raphael. Ik kán niet met je omgaan. Ik mág het niet.' Ik durfde hem niet in aan te kijken, bang dat ik gevangen zou worden in zijn hypnotiserende ogen. 'Waarom niet?' In zijn stem was verwardheid te horen. 'Kijk me aan.' Raphael tilde met twee vingers mijn kin op. Iets aan zijn aanraking maakte diep in mij wat wakker. Iets wat niet goed was. Ik keek hem zwijgend aan. 'Waarom niet?' herhaalde hij, zachter dit keer. Zijn ogen keken bezorgd, hij legde zijn hand tegen mijn wang. Zijn warme hand verwarmde mijn koude gezicht. Een rilling schoot door me lichaam  toen hij zijn andere hand losjes om mijn middel zette, zodat ik niet weg kon. Ik maakte me los uit zijn greep. Zette een paar stappen achteruit.

Ik keek Raphael met gekwelde ogen aan. 'Het kan niet, het kan niet, het kan niet! Ik ken je maar één dag...' Ik maakte gebaren naar hem. 'en je doet alsof we al jaren vrienden zijn! Dat kan écht niet, Raphael!' 'Ik ken je wel,' protesteerde hij. Ik trok mijn wenkbrauw op. 'Ik weet je naam en leeftijd. Oh en je hobby's,' somde hij op. Nee, dat weet je niet!  Wilde ik zeggen.

'Laat me gewoon met rust, oké, want dit kan niet.' mompelde ik. 'Waarom niet? Waarom kunnen we niet gewoon vrienden worden?' Hij keek me raar aan. 'Je moet weten, dat ik niet vrienden kan worden met jongens. Je weet mijn achtergrond niet.' Dat gezegd snelde ik weg, ver weg van hem. 


'Waar heb jij gezeten?' bulderde mijn moeder toen ik de deur achter me sloot. Ik keek naar mijn moeder, die een zweep in haar handen had geklemd. Oh nee. Ik werd al misselijk bij de gedachte. Ze keek me boos aan, nee, ze was woedend. Nog even en haar ogen zouden me verbranden. 'Wie was die jongen?' vroeg ze, terwijl ze de zweep strakker vastklemde. Oh mijn god. Ze heeft me gezien. 'Ik... ik...' ik hakkelde, waardoor ik naar de grond keek. 'Ben je vergeten wat ik had gezegd?' siste ze. Ze kwam naar me toe gelopen. 'Moeder,' piepte ik en kromp ineen. De rugzak viel van mijn schouders.

Ze pakte mijn haren vast. 'Ik ga je laten zien wat er gebeurd als je mijn uitspraken vergeet,' zei ze kwaadaardig. Ik rilde ervan. Toen trok ze me mee, naar mijn kamer toe. Aan mijn haren. Ik wist nog net niet te gaan gillen, de pijn was niet te verdragen. Toen we bij mijn kamer waren aangekomen gooide ze me op de vloer. Mijn hoofd bonsde. 'Moeder, alstublieft... Ik zal het nooit meer doen,' jammerde ik met tranen in mijn ogen. 'Dan had je dat eerder moeten bedenken.' Ze stapte naar me toe. 

Ik sloot mijn ogen, denkend hoeveel zweepslagen ik zou krijgen. 'Vijf zweepslagen voor het te laat thuiskomen en vijf zweepslagen voor het vergeten van mijn uitspraken.' zei ze. 'Je krijgt vandaag niet veel, want we krijgen zo meteen bezoek.' Wauw, ik heb echt geluk dan. Tss, hoor het sarcasme. Ik keek naar mijn moeder door mijn bril heen. Slikte. Als moeder zweepslagen geeft, lijkt het alsof je door de hel gaat en weer terugkomt.

Hier gaan we dan...

Ze hief de zweep omhoog,

en liet hem op mij neerslaan. 

'Eén.'

Ik beet op de binnenkant van mijn wang om de pijn te verdragen.

'Twee.'

Ik probeerde om niet  te schreeuwen.

'Drie.' 

Mijn rug brandde en er kwam een raar geluidje uit mijn mond.

'Vier.' 

Ik zag vlekken dansen voor mijn gezicht, maar gaf geen kik.

'Vijf.' 

Het voelde alleen maar erger.

'Zes.' 

De wereld in mijn hoofd was een en al chaos.

'Zeven.' 

De oude wonden op mijn rug werden opengehaald.

'Acht.' 

Mijn schooluniform werd doordrenkt met bloed.

'Negen.'

Ik voelde mijn rug niet meer.

'Tien.' 

Ik kon het niet meer verdragen...

~~~~~~~~~

Wow.... heftig. 

Dat zagen jullie niet aankomen, of nah?

Maar eh, iedereen een FIJNE ZOMERVAKANTIE!

Adiosss <33

He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu