~Hoofdstuk 20.~

5.5K 341 156
                                    

Ik kwam erachter dat ik veel overeenkomsten met Lilith had.

Griezelig.

Blijkbaar was Lilith een van de hoge rang demonen, "net als mij".

Ik wilde het niet geloven, maar het was waar.

Wat ook bleek was dat ze eigenlijk best aardig was. Ze kon alleen heel gemeen overkomen bij nieuwelingen, zoals ze zei.  

'Hier.' Lilith gaf me een mok thee aan, die heerlijk rook. 'Dus, vertel me je verhaal. Wat is er net nou gebeurd?' Ze ging tegenover me zitten op de bureaustoel. Zuchtend ging ik rechtovereind zitten en nam een klein slokje van de thee. 'Blijkbaar heb ik twee andere ouders die ik nooit heb gekend. Blijkbaar is mijn achternaam Esposito, niet Coye. En wat ook bleek: Owen en Raphael gingen vechten om mij...?' Ze trok haar wenkbrauwen op. 'Frustrerend, Amara.' Gelukkig noemde Lilith me Amara, niet Mara, waar ik haar dankbaar voor was. 'Het was gewoon zo veel in een kleine moment... Ik werd er bijna depressief van. Ik bedoel: wat was er mis met mijn oude leventje? Gewoon elke dag naar school, het huis schoonmaken, koken... Geen engelen, geen demonen. Alles was toen nog zo normaal.' 

Mijn schouders zakten naar beneden. Hoe zou het hier worden op school? Hoe zou mijn klas eruit zien? Zouden ze me pesten? 'Je overleeft het heus wel, hoor.' grinnikte Lilith, alsof ze mijn gedachtes las. Ik nam een slok uit de thee. 'De eerste paar dagen kan zwaar worden. We zijn hier op school niet gewend dat er nieuwelingen komen. Sinds ik hier op school ben, zijn er maar een paar nieuwelingen gekomen.' Ik knikte als antwoord. 

'Trouwens, je broer Ian zit hier ook op school. Hij was een van die nieuwelingen.'

.

.

Het donderde toen ik wakker werd gemaakt. De nacht was net begonnen; de maan was te zien door de wolken heen en sterren fonkelden aan de hemel. Maar dat was niet het enigste. Owen keek me met een fronsende blik aan, terwijl hij me aan mijn schouder schudde. Ik hapte naar adem en mijn blik schoot naar het bed van Lilith, waar ze rustig in sliep. Toen ik weer naar Owen keek, gilde ik bijna bij het aanzien van zijn zwarte vleugels, die in de breedte ongeveer drie meter was, waardoor ze de hele ruimte opvulden. 

Snel plaatste Owen zijn hand voor mijn mond, waardoor je alleen een zacht geluidje hoorde. Hij pakte mijn hand en trok me uit bed, naar de deur toe. Hij gaf me een waarschuwende blik toen ik mijn mond open deed om te protesteren. Toen we buiten de kamer stonden, siste ik: 'Hal-looo? Het is midden in de nacht! Waarom maak je me wakker in...' 'Praat zachter, Tesoro. Straks komt iedereen erachter dat ik hier ben.' Hij wierp een schichtige blik de gangen in. 

'Owen! Waarom heb je me wakker gemaakt?! Wat is er aan de hand?' vroeg ik boos. Ik schrok toen ik hem zag, al helemaal omdat hij niet bij de meisjesvleugel mocht zijn. Gefrustreerd haalde hij een hand door zijn haar. 'Ik wilde je wat laten zien.' 'In de nacht?' Ik trok een wenkbrauw op. 

'In de nacht is het juist het leukst,' antwoordde hij. 'Kom nou maar mee.' Uiteindelijk gaf ik toe en liet ik me door hem meetrekken. We liepen de meisjesvleugel uit en gingen trappen op en gangen door. Totdat we door een gang liepen waar het nogal donker was, en we voetstappen hoorde. Het kwam van voor ons. 

Ik hield mijn adem in en stopte met lopen.

Dit was het dan.

We waren gepakt, en dan nog ook op mijn eerste dag.

Snel duwde Owen me tegen de muur aan, zijn knieën en handen zorgden ervoor dat ik geen kant meer op kon. Ik hapte hoorbaar naar adem. Zijn vleugels kwamen als een soort deken om ons heen, zodat ik niets meer kon zien en het nog donkerder werd dan het al was. De voetstappen klonken dichterbij, waarschijnlijk waren ze een paar meter van ons vandaan.

He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu