hoofdstuk 3

220 12 1
                                    

"waar was jij gotverdomme!"hij kijkt me boos aan en ik zie tranen in zijn ogen. ik loop naar hem toe en geef hem een knuffel. "het spijt me Lorenzo" zeg ik. ik noem hem altijd Lorenzo als we ruzie hebben of verdrietig zijn. na een tijdje laten we elkaar weer los. hij vraagt niet meer waar ik was dus ik besluit er ook niet over te beginnen.

die avond kan ik slecht slapen. ik heb al een koude douche genomen en een beker thee gedronken maar niks helpt. ik besluit maar weer in bed te gaan liggen. ik zou zo graag willen weten waarom ze me hielpen, waarom ze me daar hielden en niet naar huis brachten. waarom ze allemaal zo zenuwachtig naar Jack zaten te seinen. ik denk dat dit vragen zijn waar ik geen antwoord op ga krijgen, en daar moet ik maar mee leven.

ik hoor tikjes tegen het raam, ik open mijn raam en ze staan er alle 6. ik doe een vest aan en loop zachtjes naar beneden. hopen dat mijn broer niks merkt. als ik beneden ben voel ik dat de koele wint een koude deken om mijn lichaam vormt. al snel wordt ik uit mijn gedachten gehaald door Jack die begint te praten "we zouden graag even met je willen praten" ik kijk ze verbaast aan. dan begint Demi te praten. "laten we haar naar ons appartement brengen en daar alles even rustig uitleggen?" iedereen (op Julia na) kijkt mij hoopvol aan. ik knik, de jongens wisselen wat blikken uit en uiteindelijk komt Timo op me af lopen en tilt me met een soepele beweging over zijn schouder. mijn benen hangen tegen zijn lichaam aan en mijn armen rusten op zijn rug. "wat doe jij nou gek! ik kan zelf ook lopen" ze giebelen en grijnsen naar me. "nog 3 minuten" zegt Sammy terwijl hij naar zijn horloge wijst. hij stopt zijn bril in de binnekant van zijn jas en Demi en Julia doen hun haar in een staart. dan beginnen ze te rennen eerst door een paar steegjes en dan de hoofdweg op. bij de trap na de metro dalen ze af. pffff een ritje metro waarom moet ik dat nou terwijl iemand me op tilt. de mensen zullen vast verbaast kijken, maar als we beneden zijn zijn er helemaal geen mensen. alleen wij het is 11:00 waarom is er niemand. Jack gaat langs het metro spoor staan, en de rest doet precies hetzelfde. ook Timo met mij op zijn rug. alles wat deze mensen doen blijft me verbazen, maar hier zullen ze het vast niet bij laten. ik hoor het geluid van de metro "hoe je goed vast!" schreeuwt Timo boven het geluid uit. ik doe wat hij zegt en de metro nadert, maar tot mijn grote verbazing remt hij niet af. ik kijk de rest verbaast aan, maar ze blijven maar grijnzen. als de metro voorbij zoeft gaat alles even heel traag aan me voorbij. Timo begint te rennen zodat hij net wat voor de metro blijf. als de metro naast hem rijdt voel ik een wind vlaag van de snelheid. ik klamp me nog steviger vast om niet te vallen. met zijn enen hand pakt Timo een handvat aan de metro vast terwijl hij zijn andere hand en zijn benen omhoog zwaait om hoogte te maken. we rijden de metro tunnel in en hij botst tegen de buitenkant van de metro aan. en haalt mij van zijn schouder af. hij zet mij tegen de trein aan. er is een klein en dun opstaand randje aan de onderkant van de metro waar mijn voeten net op kunnen staan. allebij zijn handen houden een handvat vast. zo staan zijn lichaam om me heen en kan ik niet vallen. de trein maakt flink vaart en ik krijg kriebels in mijn buik als ik denk aan de gevaren die dit met zich meedraagt, maar ook vind ik het echt geweldig. ik voel de adrenaline boost door mijn hele lichaam. en voel de adem van Timo in mijn oor. Timo laat een hand los en zwaait hem meteen om mijn buik we worden door de wind flink naar de buitenkant van de metro gedrukt. we zijn net de tunnel uit en het ligt pikt in mijn ogen. een voor een laten de mensen voor ons de handvaten los en laten zich op de grond vallen. wij zijn als laatste dus ik bereid me goed voor op de klap die komen gaat. als Timo los laat voel ik een seconde later de klap al. hij bonkt als een schok door mijn lichaam, maar hij doet niet egt pijn. ik sta op en zie dat ik nog geen schrammentje heb. ik glimlach en klop mijn kleren af. we lopen door alsof er niks gebeurt is naar het appartement. iedereen is rustig maar mijn lijf zit nog steeds vol adrenaline. we lopen het appartementen complex in. de trap op naar de bovenste verdieping. als we binnen zijn nemen we plaats aan de tafel ( precies zoals we de vorige keer ook zaten) en Jack begint te vertellen:

streetfightersWhere stories live. Discover now