Hoofdstuk 37: In het ziekenhuis

61 3 4
                                    

*Still point of view Adrian*

Ik zit naast Amaryl ik het ziekenhuis, ze ligt te slapen. Uit een onderzoek van de dokters bleek dat ze haar onderrug gebroken had. Maar ze weten nog steeds, net zoals ik, de oorzak niet. Ik streel haar over haar arm. Haar ouders zijn al langs geweest. Ik heb ze vrijwel meteen gebeld toen we in het ziekenhuis aankwamen. De dokters denken dat ze tegen morgen wel wakker zal worden. Ik hoop het zo dat ze snel wakker wordt. Ik denk aan vanmorgen toen ik haar naar Collin zag gaan. Ze zei iets tegen hem ik weet nog steeds niet wat. Maar hij zag er wel uit-het-veld-geslagen uit. Het stelde me wel tevreden wetende dat hij haar ook niet kok krijgen, want zo'n uitdrukking straalde hij uit. Ik kijk op de klok 18:00 uur normaal was nu de rechtszaak, maar vanwege dit voorval met Amaryl hebben ze die naar een andere dag verplaatst. Ik zucht. Ik streel nog een laatste keer over haar arm en geef haar nog een kus op haar wang en besluit dan dat het tijd is om naar huis te gaan. Ik sta recht en strek men benen. Ik wandel de deur uit en ga naar huis. 'Tot morgen Amy, ik hou van je...' zeg ik nog voor ik verder wegloop.

^#^#^#^#^#^#^#^#^#^#^#^#^#^

*Back to point of view Amaryl*

'Collin het spijt me!' Ik schrik wakker en merk meteen dat ik niet in men eigen bed lig. Ik herinner me opeens weer helemaal wat er gebeurt was. Hoe ik eigenlijk gelogen had tegen Collin... Ik was ik welke omstandigheid dan ook voor hem gevallen en wat ik had gezegd... Daar had ik nu enorme, enorme, enorme spijt van. Ik herinner me ook nog hoe ik naar huis was gegaan en men fiets had genomen en naar de vuurtoren was gegaan. En wat er daarna gebeurt was, die gebeurtenis en herinnering jaagt me gewoonweg angst aan. Mijn vader James Lakerton is niet mijn echte vader maar een of andere man Michael Brooks die eigenlijk een moordenaar is. En niet zo maar een moordenaar. Nee, de moordenaar van mijn beste vriendin en de moordenaar van mijn twee aartsrivalen. Maar ik vraag me wel af waarom juist die drie personen vermoorden? Waarom Looma, Arianna en Brianna? Ik probeer me recht te zetten maar een pijnscheut trekt door men onderrug. Ik neem het kleine machientje dat boven mijn hoofd hangt en druk op het help knopje. Na een drietal minuten wachten komt er een verpleegster binnen. Ik schat dat ze eind veertig, begin vijftig is. 'Oh je bent wakker.' zegt ze op een vriendelijke toon. Ik knik instemmend. 'En lieverd... Waar kan ik je mee helpen?' Ik probeer me weer recht te zetten om te antwoorden maar de pijnscheut trekt weer door men onderrug. 'Auw... Mijn onderrug...' is al wat ik uit kan brengen. Ze komt naar me toe en zet zich op de stoel naast me. 'Je kan beter blijven liggen lieverd, de pijn wordt door recht te gaan zitten er echt niet beter op.' Ik gehoorzaam en laat me weer naar beneden glijden in het bed zodat ik plat op mi rug lig. 'Weet u soms waar mij iPhone is?' vraag ik. 'Eum... Jha... Die ligt hier in de schuif.' zegt ze me en ze haalt mijn iPhone uit de schuif en overhandigt hem aan mij. 'Je moet niet hoor. Maar zou je me willen vertellen wat er is gebeurt?' ze vraagt het me voorzichtig. 'U weet van de moorden waar ik van beschuldig wordt hier op Riversight en u kent het verhaal?' is mijn wedervraag. Ze knikt. En opeens zie ik het haar ogen ze zijn helder grasgroen, zou ze... Nee. Maar ik moet het haar vagen. Het zou goed kunnen dat ze zijn moeder is. 'Wat is u naam eigenlijk? Ik zal het u wel vertellen hoor maar... Tja... Gewoon ik wil u naam graag weten...' Ze glimlacht. 'Ik ben Kate Jamesson.' zegt ze terwijl ze haar hand naar me uit steekt. 'Amaryl Lakerton.' zeg ik terwijl ik haar hand schud. 'Bent u... Eum... Toevallig de moeder van Collin.' vraag ik haar. Ze knikt. 'Jha... Collin is mijn zoon en jij was zijn eerste echte vriendin. Hij praat vaak over jou thuis.' zegt ze me op een lieve toon. Ik kan met moeite een glimlach onderdrukken. Maar dan heb ik nog meer spijt dat ik Collin heb afgewezen. 'Ik zal u nu vertellen wat er is gebeurt.' zeg ik snel. Ze knikt. En dan begin ik mijn verhaal ik vertel alles vanaf mijn laatste werkdag bij Starbucks, ik vertel hoe ik dag zei tegen Looma, ik vertel hoe ik en Maggie te weten kwamen hoe Looma vermoord was, ik vertel dat iedereen denkt dat ik de dader ben, ik vertel hoe Adrian en ik gekust hebben, ik vertel over de mis, over hoe ik Collin ontmoet heb, over hoe ik en Collin gekust hebben, over hoe ik Collin afgewezen heb en hoeveel spijt ik daarvan heb, over hoe ik mijn fiets heb gepakt en naar de oude vuurtoren ben gereden, over hoe ik op onderzoek ben uitgegaan, hoe ik erachter was gekomen wie mijn echte vader was, hoe ik uit het raam was gesprongen en hoe ik uiteindelijk bij Adrian en dan hier terecht was gekomen. Ze staart me vol medelijden aan. En dan voel ik dat ik huil heel zachtjes, niet uit verdriet dit keer maar uit opluchting, opluchting dat in mijn verhaal heb kunnen vertellen. 'Er was elke avond voor dat ze Looma en de rest vonden een man helemaal gekleed in het zwart, die man was de dader, ik had het moeten weten.' ik snik een enkele keer. 'Ik ga de politie bellen en zeggen dat ze nu moeten komen om naar jouw verhaal te luisteren, want je bent onterecht beschuldigd.' zegt ze op vastberaden toon. Ik knik 'Dank u...' zeg ik. 'Zou u Collin willen bellen en vragen of hij ook wilt komen?' Ze glimlacht naar mij. 'Jha ik zal hem zeggen dat je hier bent, maar je moet zelf de uitleg doen en ook zelf je verontschuldigingen aanbieden.' Ik voel hoe ik helmaal rood wordt en nog net 'Danku' kan uitbrengen.

^#^#^#^#^#^#^#^#^#^#^#^#^#^

De politie is langs geweest en ik heb hen exact het zelfde verhaal vertelt als aan Collins moeder. Ze keken verwonderd maar toch vol medelijden. Ze hebben zich dan ook meteen aan mij verontschuldigt toen ze hoorden wie de echte dader was. En ze zouden morgen meteen naar de oude vuurtoren gaan en mijn echte "vader" oppakken. Nu ben ik aan het wachten op Collin, zijn moeder had gezegd dat hij had gezegd dat hij eraan kwam. Ik lig wat met men iPhone te prutsen. Dan wordt er op de deur geklopt. 'Ja?' zeg ik. De deur gaat open en Collin staat in de deur opening, zijn groene ogen zijn rood omrand en staan verdrietig. 'Hij heeft gehuild dankzij mij...' gaat er door mijn hoofd. Het is even stil maar dan begin ik met praten. 'Collin ik...' Maar hij onderbreekt me. 'Nee Amaryl... Dit keer ben ik diegene die geen uitleg nodig heegt. Je hebt met mijn gevoelens gespeeld... Gezegd dat jij ook het zelfde voelde toen ik je vertelde dat ik verliefd op je was. En waar zijn we nu. Ik dacht dat je anders was...' bij zijn laatste zin breekt zijn stem. En zijn woorden zijn een slag recht in mijn gezicht. Hij maakt aanstalten om zich om te draaien en weg te gaan. 'Ik heb tegen je gelogen...' begin ik mijn zin. 'ik ben wel verliefd op je en ik heb er zo, zo, zo veel spijt van van wat ik tegen je zei daarstraks. Ik ben verliefd op je echt waar ik hou van je, ik hou helemaal van je helemaal zoals je bent. Ik vind het geweldig hoe je me van men stuk kunt brengen alleen maar door me aan te kijken, ik vind het geweldig hoe je me de adem kunt ontnemen door me alleen maar te kussen, ik vind het geweldig hoe je mijn wereld op zijn kop draait...' dit keer breekt mijn stem. 'Ik hou van je... Met heel men hart...' is het laatste wat ik uit weet te brengen. Collin draait zich om. Hij kijkt me wanhopig aan. Dan komt hij naar me toe. En dan helemaal plots, voel ik zijn lippen op die van mij. En dan denk ik weer.

Dit moment is alles....

Bijna dan toch...

Bijna alles...

Bijna...

Stuck on an island (Dutch){Completed}Dove le storie prendono vita. Scoprilo ora