Hoofdstuk 5: Wat zegt u?

127 5 0
                                    

Ik keek Lyndsey vol angst aan. 'Wat? Denk je nu dat ik mijn beste vriendin heb vermoord?! Lyndsey dat is onmogelijk je kent mij!' riep ik haar recht in haar gezicht. 'Hey jufvrouwtje, je roept niet in het gezicht van een politie agente!' snauwde ze me toe. 'Maar Lyndsey...' zei ik maar ze onderbrak me: 'Geen gemaar, op donderdag 4 september mag jij naar de rechtbank en je woord gaan verklaren aan de rechter.' en met die woorden verliet ze de ziekenzaal zonder nog een woord aan mij vuil te maken. Ik liet men hoofd in men handen zakken en er begonnen eindeloze tranen over men gezicht te lopen.

Vijf minuten later zat ik nog steeds te huilen en ging de bel die de speeltijd aankondigde. Ik hoorde iemand op de deur van de ziekenzaal kloppen. Ik zei geen bibinnen, ja of kom. Al wat ik kon was blijven huilen met men hoofd in men handen. Ik hoorde de deur opengaan en terug dicht gaan. Ik hoorde naderende voetstappen in mijn richting. Iemand kwam op naast me zitten en begon me te sussen.: 'Ssshht maar, Amy, stil maar.' Het was Adrian. Ik haalde men hoofd uit men handen en keek hem met betraande ogen aan. 'Oh, Adrian.' snikte ik. 'Ze denken allemaal dat het mijn schuld is.' Hij keek me aan en knuffelde me. 'Het komt allemaal goed.' suste hij. 'Als je wilt, ik heb je ouders al gebeld en ze het hele voorval uitgelegd en ik heb geopperd dat je vannacht bij mij mag logeren als je je daardoor beter voelt. Ze vonden dat het een goed idee was ze vroegen of je nog wilde bellen als je wil blijven logeren.' zei hij me. 'Wacht' zei ik. 'Hoe weet je dat ik het heb gedaan?' stamelde ik. 'Wel, Lyndsey heeft het vertelt door de luidspreker en wilt dat er zowel steun voor jou als voor Looma komt.' vertelde Adrian me. 'En... voor wie kom jij?' vroeg ik. 'Voor wie denk je? Voor jou natuurlijk je bent ten slotte men beste vriendin.' zei hij me vol zelfvertrouwen. 'Oh dankje!' begon ik snikkend tegen hem. 'Weet je wat? zei hij. Ik ga je met rust laten en je laten slapen. 'Nee, wil je alsjeblieft hier bij mij blijven? Ik ben nu echt wel bang dat mensen me komen lastig vallen enzo.' zei ik hem met een trillende stem. 'Voor jou, altijd.' zei hij zelfverzekerd. Hij legde zich naast me en nam me in zijn armen en bijna meteen viel ik in een diepe en droomloze slaap.

Stuck on an island (Dutch){Completed}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu