Part 52.

233 12 2
                                    

💎p.o.v. Gwenn💎

Nadat ik Louis en Niall alles heb uitgelegd en Louis me thuis had gebracht zit ik bijna direct op de fiets. Ik maak me zorgen om Harry. Ik weet niet wat er is gebeurd, ik weet niet hoe erg het is, en het maakt me helemaal gek. Waarschijnlijk was het niet erg genoeg om 112 te bellen, dan had hij dat vast wel gedaan in plaats van mij bellen. Maar hij zei dat hij wel naar de dokter zou moeten. Ik weet het gewoon niet.

Omdat mijn hoofd zo tolt van de gedachten merk ik dat ik veel gevaarlijker fiets dan normaal. Het is niet dat ik niet meekrijg wat er om me heen gebeurt, ik ben er gewoon niet helemaal bij waardoor sommige dingen wat later binnen dringen.

Ik zie Harry's school in de verte en weet dat ik voor zijn school een klein tussendoor paadje moet pakken. Ik zoek naar het paadje en ik heb net op tijd door waar hij zit. Ik rijd het pad in en zie in de verte al een gedaante op de grond liggen.

Onbewust versnel ik mijn tempo iets en hoe dichterbij ik kom hoe erger mijn gedachten tollen. Als ik Harry goed kan zien schrik ik een beetje. Hij ligt op de grond met zijn fiets op zijn lichaam. Zijn linkerbeen licht door zijn wiel heen en hij heeft meerdere wonden op zijn lichaam.

Ik stap af en ren naar hem toe. "What happend?" Vraag ik hem als ik bij hem neerkniel. Ik kijk naar de positie waarin hij ligt en bedenk hoe ik het beste die fiets van hem af kan krijgen.

"Ik was aan het fietsen, om mijn gedachten een beetje op een rij te krijgen. En toen zag ik iets op de grond niet, ik weet niet wat het was. Maar ik verloor mijn evenwicht en wilde mezelf opvangen, maar tijdens mijn val kwam mijn voet nog in mijn spaak." Als ik naar zijn voet kijk zie ik dat die echt heel erg blauw is.

"Je moet het zeggen als ik je pijn doe oke?" Ik sta op voordat hij wat kan zeggen en ga aan de andere kant van de fiets staan. Ik pak het wiel waar zijn been in zit en til die langzaam op. "AUW" hoor ik hem schreeuwen. "Even doorbijten" ik grinnik in mijn hoofd. Eerst zeg ik dat hij het moet zeggen als het pijn doet, maar dan doet hij dat en dan moet hij doorbijten.

Ik ondersteun zijn been als hij bijna uit het wiel is en leg hem dan rustig op de grond. Nu kan ik de fiets gewoon pakken en zet hem dan weg.

"Kan je zitten denk je?" Ik kniel me weer naast hem en als ik hem zie knikken bied ik hem mijn hand aan als hulp. Hij pakt mijn hand en ik voel een trilling door mijn lichaam gaan. De oude bekende trilling die altijd door mijn lichaam ging.

Mijn andere hand leg ik op zijn rug als hij gaat zitten en ik zie hoeveel pijn hij heeft met zo'n simpele beweging. Het doet me pijn om hem zo te zien.

Als hij eenmaal zit ga ik naast hem zitten en kijk ik hem aan. Hij is zo mooi, ook al zit hij onder de schrammen. Ik wrijf een traan weg en zijn ogen vinden die van mij.

Het is stil. Niet een ongemakkelijke stilte of een waarvan je weet dat die niet zou eindigen. Het is een fijne stilte.

"Ik mis je" zijn stem breekt de stilte. Hij meent het. Ik zie het in zijn blik. Ik mis hem ook, maar ik wil het niet toegeven. Het gaat dan weer te makkelijk. Al weet ik dat hij maar iets hoeft te doen en ik ben om, ook al wil ik het niet.

"We moeten naar de dokter" zeg ik maar zodat we niet bij dat onderwerp blijven hangen. Ik zie een teleurstelling in zijn blik maar hij knikt wel.

"Kan je staan denk je?" Hij haalt zijn schouders op en ik ga staan. "Gaan we proberen" zeg ik dan. Ik steek beide handen naar hem uit en hij pakt ze aan. Hij verkrampt even van de pijn. Waarschijnlijk heeft hij ook wonden op zijn handen misschien zelf wel meer door de harde klap.

Op zijn tempo trekt hij zichzelf aan mijn armen omhoog. Als hij eenmaal staat, staat hij zo dichtbij dat ik zijn ademhaling kan voelen. Ik ruik zijn geur. Ik kijk in zijn ogen en daar bega ik een grote fout.

Harry kijkt ook in mijn ogen en voordat ik het doorheb plant ik mijn lippen op die van hem. Hij lijkt versteld te staan van mijn actie, maar zo te merken heeft hij er totaal geen probleem mee.

Hij pakt mijn heupen vast en trekt me iets dichter naar hem toe. Ik heb hem gemist. Zijn aanraking. Zijn geur. Hoe hij met me omgaat. Alles. Ik heb hém gemist.

Zijn tong vraagt toestemming die ik met alle liefde geef. Onze tongen spelen een spel die niemand wint. We hebben elkaar gemist. Onze lichamen hebben elkaar gemist. Dat is aan alles te merken.

Als ik terug trek en ik zijn ogen kijk begin ik te lachen. Ik voel hoe de blosjes op mijn wangen komen en kijk weg.

"Ik heb je gemist" herhaald Harry zichzelf weer. Ik kijk hem in zijn ogen aan. Zijn prachtige groene ogen die elke meisje zou kunnen verblinden. Die prachtige groene ogen die alleen maar mij lijken te zien. De prachtige groene ogen waar ik voor ben gevallen.

Ik moet mijn glimlach onderdrukken en zie Harry dan ook lichtjes glimlachen. De glimlach die ik voor me zag toen Harry me belde. De kleine glimlach waar zijn kuiltje net te zien is. De glimlach die mij kan manipuleren. Die mij alles kan laten doen, die elke gedachten van mij kan veranderen. De glimlach waardoor ik me nu realiseer dat ik hem niet kwijt wil. Nooit.

"Ik heb jou ook gemist."

Letters || H. S.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu