Hoofdstuk 6

33 3 4
                                    

Hij heeft echt ieder meisje gekregen behalve Zarah, Mila en ik. Er rolde een traan over mijn wang. Van de ene laatse naam...

Ik veegde snel mijn traan weg. Jammer genoeg zag Ali dat er een traan over mijn wangen rolde. 'Wat is er?', vroeg hij bezorgd.

Ik zei: 'Niks hoor'.

Hij zei: 'Weet je het zeker?'.

'Ja, ik weet het zeker', zei ik met een glimlach. Hij glimlachte bezorgd terug. Hij wou nog wat zeggen maar gelukkig ging de bel. Ik rende naar de deur.

Ik ging naar de kluisjes om mijn boeken voor Engels te pakken. Zarah kwam naar mij toe en zei: 'Waarom huilde je, ik zag het wel hoor'. Ik negeerde haar en wou mijn kluisje dicht doen, maar Zarah pakte mijn sleutels. Ik zei: 'Hé geef terug!'.

Ze zei: 'Nee, pas als je zegt waarom je huilde?'.

Ik keek naar de grond en zei: 'Ik vertel het in de pauze, oké?'.

Ze zei: 'Beloof je het?'.

Ik lachte en zei: 'Ja, ja ik beloof het'.

Ze gaf gelukkig mijn sleutels terug. Ik deed snel mijn kluisje dicht. Anders zou ik weer te laat zijn. Daar heb echt geen zin in. Toen liepen we naar Engels. We schudde de mevrouw een hand. En gingen eindelijk naast elkaar zitten. Ik pakte mijn boeken uit mijn tas. En legde het op tafel. Ik zag dat Max naar mij en Zarah knipoogte.

'Wil je dat nooit doen. Ik kon wel kotsen', zei ik. Ik trok naar hem een vieze blik. En weer knipoogde hij naar mij, maar ik negeerde het. En ik zag later pas dat Ali naast Max zat. Na een tijdje was de klas zo druk dat ik Zarah niet kon horen. Ik fluisterde in haat oor: 'Het is wel erg druk, vind je niet? Ik krijg gewoon hoofdpijn, jij niet?'

Ze zei: 'Je hebt gelijk, Ayla'.

Toen lachte we ons stuk. Ik weet zelf niet waarom! En dan schrok in van de stem naast mij. Gelukkig was het Ali. Hij zei: 'Wat valt er te lachen dames?'.

Ik vroeg: 'Had je het tegen ons?'.

'NEE hoor ik had het tegen een alien', zei hij. Om het nog grappiger te maken rolde hij met zijn ogen.

'Ik zie er geen een hoor, jij wel Zarah?', zei ik plagend. En deed alsof ik om mij heen keek.

'Je hebt gelijk Ayla, ik weet echt niet waar Ali het over had', zei ze lachend. Ali keek een beetje boos naar ons.

Hij zei: 'Ja ik heb gelijk, want ik praat er tegen'.

'Nou, nou doe niet zo gemeen zeg', zei Zarah. Hij negeerde de opmerking van Zarah.

'Maar Ayla, waarom huilde je bij de les van meneer Schoppen?', zei hij.

'Niks hoor', zei ik en ik keek naar mijn schoenen op de grond.

'O oké, je kan het wel tegen Zarah zeggen in de pauze en niet tegen mij', zei Ali.

Ik schrok wat hij zei en keek boos naar hem en zei: 'O deze meneertje luisterd mensen af!'.

Hij lachte en zei: 'Ja het klopt, maar je kan het ook tegen mij zeggen, want wij zijn ook vrienden'.

Ik zuchte diep en zei: 'Oké, maar als je vriend niet mee gaat', en ik wijste naar Max. Hij lachte en zei: 'Oké is goed!'.

Naar onze gesprek was de klas stil. De leerlaar verbrak de stilte en we gingen door met de les. En richtte al mijn aandacht aan de les. De les was snel afgelopen en ik ging weer naar mijn kluisje. En propte al het inhoud van mijn tas in mijn kluisje, behalve mijn jas.

Hierna heb ik geen boeken nodig, want ik had als laatste les kunst. Gelukkig heb ik nu pauze. Ik ging naar de kantine en zag Zarah, Ali naast elkaar zitten. En liep snel naar hun toe. En ze keken mij gek aan.

Ik vroeg: 'Wat is er?'.

Zarah zei: 'Ben je het al vergeten?'.

Ik keek hun raar aan en Ali zei zuchtend: 'Je zal ons vertellen waarom je huilde, weet je nog?'. Ik was het helemaal vergeten. En ik wou toch dat ze het vergeten waren...

Zuchtend zei ik: 'Oké ik zal het vertellen'. En er rolde een traan naar mijn wang. Ik wist niet waarom er een traan kwam, maar ik had het wel verwacht. Ik krijg altijd een traan als ik aan Mila denk. Ik schrok van mijn gedachtes door Ali.

Ali keek bezorgd en zei: 'Ik heb geen haast hoor, ik kan nog wachten'.

Ik lachte en zei: 'Ik zal het zeggen, maar hier niet. Kunnen we naar buiten?'. En ik veegde de traan weg. Ze knikte allebei en we liepen naar buiten en zaten op een bankje en ik zat in het midden.

Ik nam een diepe zucht en zei: 'Mila was mijn beste vriendin, maar ze is dood...' Er rolde weer een traan en ik liet hem gaan.

Ik zag in mijn ooghoeken dat Zarah geschrokken naar mij keek en dat Ali neutraal naar voren keek. Het was stil. En Ali verbrak de stilte en zei: 'Hoe is ze dood gegaan, als ik vragen mag?'. Het was weer stil.

Ali tilde mijn kin omhoog. En zei: 'Als je het niet wil vertellen hoeft het niet'. Ik vond het zo schattig hoe hij zo onschuldig naar mij keek met zijn mooie bruine ogen. Ik schud lachend mijn hoofd en zei: 'Als ik het niet zou zeggen dan zat ik hier niet'. We lachte alle drie...

Heyy, daar ben ik weer! Ik hoop dat jullie hebben genoten van dit hoofdstuk. En ik zie jullie weer in hoofdstuk 7! Doei!

AYLA Tempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang