Hoofdstuk 8

28 3 5
                                    

Oke, dan kom ik er aan! Allah hafiz, zei ik, maar ik had het niet door dat mijn vader de telefoon al ophangde...

Ik keek naar Zarah en zei dat ik naar huis moet. Ze knikte, ik pakte mijn tas van de grond. En dan nog gezwaaid te hebben naar mijn vriendin. Liep ik naar de bushalte. Na een minuut zag ik Ali, bij de stoplicht. Hij zwaaide naar mij en ik zwaaide terug. Terwijl ik het niet door had stond Ali naast mij. Hij liet mij schrikken.
(Ik zelf kan ook snel schrikken;)
Ik keek hem boos aan en zei dat het niet grappig was. Uit mij verbazing lachte hij zo hard, dat ik zin kreeg om die lach van zijn gezicht te slaan. Nadat hij is uitgelachen, was de stoplicht op groen gesprongen.

Hij zei lopend: 'Wat is er?, de hele groep had net zo zin in'. Ik keek hem niet begrijpend aan en hij zei: 'Het sneeuwballen gevecht'.

Ik lachte en zei: 'Sinds wanneer zei ik dat jullie moesten ophouden?'.

'Nooit, m-',zei hij.

Ik onderbrak hem en zei: 'Dus meneertje zegt dat het door mij komt, terwijl ik niks zei'.

Hij werd zo rood en zei toen niks meer. Wat best schattig was, maar ik ben totaal niet verliefd op hem. Hij is mijn vriend en het blijft zo. Ik lachte hem uit. Hij keek mij boos aan. Zijn gezicht uitdrukking was wel eng. Hij liet mij aan iemand denken, maar over wie weet ik nu even niet.. Ik schrok toen hij lachte. Hij zei: 'Je moest je gezicht zien!'.

'Hé, hé doe niet zo gemeen',zei ik. Over paar minuten was de bus gekomen. En ik checkte mij in, ik ging zitten bij een plek waar twee mensen kunnen zitten. Ik zat op een plek en wou mijn tas ernaast doen, maar iemand wou daar al zitten.

Ik zei: 'Sorry'.

En keek naar degene die naast mij zou zitten. Diegene was Ali, hoe kan het wel niet. Ik ken hem een dag en hij denkt dat we goeie vrienden zijn. Ik werd door mijn gedachte gewekt door Ali en hij ze: 'Is niet erg kaboutertje van me'.

Ik keek hem boos aan, want ik ben wel klein, maar niet zoooo klein. Ik zei: 'Moet jij zeggen reus'. Hij lachte om wat ik zei en ging zitten. Het klopt ook, want hij is het grootste van de klas.

Ik zei: 'Ik ga nu reus noemen, als je leuk vind of niet'.

Hij zei: 'Oké dan noem ik jou van af nu kaboutertje'.

We zaten later ook nog over anderen dingen te praten. Dan zat hij later met mij te roddelen over een meisje in onze klas. Hij begint ook nog met het onderwerp. En je kan niet raden wie! Het was Zarah! Ik werd zo boos, nee woedend!

Ik zei: 'Hé hé, ze is wel mijn beste vriendin!'.

'Ooo, dus Mila is niet je beste vriendin?', zei hij.

Er rolde een traan over mijn wang. En tegelijkertijd werd ik zo boos. Hoe kon hij dit zeggen. En ik was blij dat de halte was gekomen waar ik moest uitstappen.

'Ik moet deze halte der uit', zei ik op een boze manier. Toen ik naar uitgang liep. Zei hij zacht: 'Sorry'. En in mijn ooghoeken zag ik een traan uit zijn oog rollen. Ik negeerde het en liep uit de bus. Waarom ik dat deed, omdat ik dat altijd al zo doet. Mensen zeggen over Mila. Ik negeerde het altijd. En liep altijd weer weg. En ik had daar geen spijt van. Nooit. Ik schenk aan die gedachte geen aandacht. Ik pakte mijn oortjes uit mijn tas en sloot het aan op mijn telefoon. Na een paar straten in te lopen, kwam ik te staan voor de goede huis. Ik drukte op de goede knop, ik wachtte totdat iemand de deur open deed. Ik liep de trap op naar boven, eenmaal kwam ik bij de goede deur zag ik Zaïd staan met een grote glimlach op zijn gezicht.

Hij zei: 'Aslam u aleikum, hoe was het op school?'.

'Walekum assalam en sinds wanneer ben jij mijn moeder of vader', zei ik lachend. En ik liep naar binnen.

'Ben ik niet, en ik heb medelijden met onze ouders, als jou een dochter', zei hij lachend. Ik deed mijn jas en schoenen uit.

'Hahaha, wat ben jij grappig', zei ik. Op de nadruk op 'Hahaha'. Ik liep rechtstreek naar mijn kamer. Om mijn tas op het bed te leggen. Ik riep nog naar Zaïd:'Weet je waar moeder is?'.

'Ja, ze is boodschappen aan het doen', zei hij.

'En vader?', zei ik.

'Nee dat weet ik niet', riep hij.

'O oké!',zei ik. Ik hoorde een geluid van een telefoon. Ik dacht het is toch van Zaïd, want hij is best populair op zijn school. Dan hoorde ik weer een geluidje. Ik dacht misschien is het van mij, dus pakte ik mijn telefoon. Ik vergrendel mijn telefoon. Ik zag een ééntje boven op het whatsapp app. Dus ik klikte erop. Ik zag dat ik een appje kreeg van een onbekende nummer. Wie kan dat zijn? Heb ik een stalker? Nee. Ik hoop van niet...

Hoii, ik hoop dat jullie hebben genoten van dit hoofdstuk. Zou jij weten wie Ayla aan het appen is zet het achter in de comments! En ik ben zo blij dat haar vader niet was! Ik heb gehoord dat mensen niet weten wat 'Aslam u aleikum' en 'Walekum assalam' beteken. Dus het betekent gewoon Hoii. En 'Allah hafiz' betekent doeii. Ik ben moslim en gebruik zelf ook deze woorden. Maar zie ik jullie in hoofdstuk 9! Doeii! Nee wacht ik moet nog wat zeggen! Ik wil nog sorry zeggen voor te laat publiceren. Nogmaals sorry. Dan zie ik jullie nu wel in het volgende hoofdstuk! Doeii!

AYLA Unde poveștirile trăiesc. Descoperă acum