Hoofdstuk 25-Het zit wel in de familie. Zomaar weg lopen.

16 1 1
                                    

'Veel beter, allemaal door jou. Bedankt', zei hij.

{Ayla}

Ik knikte opgelucht. Ik veegde mijn tranen af van mijn mouw. Totdat ik een minion zakdoekje op mijn been zag. Ik lachte.

'Sinds wanneer ligt dat doekje daar?', vroeg ik aan Ali.
'Sinds dat ik hoorde dat je huilde', zei hij.
'Bedankt', zei ik.

Hij glimlachte naar mij en ik terug. Nu pas had ik door dat we al op onze bestemming waren. Het was het strand. Daar had ik even zin in. We stapte de auto eruit. Ik deed mijn haarband uit mijn haar.

'Jongens, wat deden jullie toen ik in het ziekenhuis was?', vroeg ik aan mijn vrienden.
'Nou, Lucas en Zarah waren aan het huilen dat je er niet was. Max deed niks dan gamen met Ali. Jake en ik probeerde Zarah en Lucas stil te krijgen. Wat niet lukte', zei Mats.
'Maar jij hebt ook gehuild hoor', zei Zarah boos.

Mats krabte ongemakkelijk aan zijn nek. Ik lachte, het zijn wel sukkels, maar ook mijn vrienden behalve Max.

'Ahw, dat is lief! Wat hou ik van jullie!', zei ik.
'GROEPS KNUFFEL!', riep Zarah. Ze trok iedereen in een knuffel. Het deed pijn in mijn buik, maar negeerde het. De liefde die ik voelde van vriendschap is veel belangrijker. Na de knuffel, liepen we naar het strand. De meneer met de zonnebril klapte het deken uit en legde het op zand. Wie is hij eigelijk? Is het Ali' chauffeur?

'Zarah weet jij wie die man is?', vroeg ik zacht.
'Ja, dat is Ali' vader', zei ze zacht.

Wat? Ali' vader? Waarom zou hij ons nou brengen? Ik liep naar hem toe.

'Aslam u aleikum', begroette ik hem
'Walekum assalam', zei hij en deed zijn zonnebril van zijn gezicht. Wauw, hij heeft zo mooie grijze ogen! Ik herken hem ergens van, maar het ligt op het puntje van mijn tong.

'Dit is een rare vraag, maar ik herken u, maar ik weet niet van waar', zei ik.
'Kan', zei hij en liep weg. Ik keek hem aan totdat hij in een winkel naar binnen ging.

'Ali?', vroeg ik.
'Ja?', zei hij en hij keek mij aan.
'Is het raar dat ik je vader herken van iets, maar niet weet van wat?', vroeg ik.
'Nee, dat is niet raar. Misschien ken hij jou langer en jij hem ook', zei hij en hij liep ook weg. Het zit wel in de familie. Zomaar weg lopen. Ik zuchtte en ging ook op het kleed zitten.

'Wat is er?', vroeg Lucas.
'Niks', zei ik, sloot mijn ogen en genoot van het lekkere wind die in mijn haar waaid.
'Kom op, ik ken je Ayla! Ik weet het wanneer er wat is, maar als je het niet wilt zeggen dan is het niet erg', zei hij.
'Kom dan gaan we in het water!', zei hij enthousiast.
'Maar ik heb geen extra kleren!', zei ik.
'Dat is niet erg, doe je jasje uit', ik knikte.

Ik deed mijn jasje uit en Lucas trok mij gelijk naar het water toe. Ik lachte door zijn vrolijkheid. Na een tijdje elkaar nat te gemaakt te hebben en na wat gelach. De rest was er ook bij gekomen. Het grappigste is nog dat ze allemaal hun zwemkleren hadden behalve Zarah en ik. Ali was later weg gegaan. Waarom? Geen idee. Opeens uit het niets hoorde ik schoten. Ik schrok. Lucas pakte mijn hand en die van Zarah. Ik keek waar het geluid van de schoten kwamen en zag dat het tentje was waar de vader van Ali naar toe ging. Ik slikte. Hopen dat er niks met hem of Ali is, want hij is er ook niet. Ik zie hoe een man met een sjaal tot zijn neus heeft gebonden en een zonnebril aan heeft met een muts. Met mooie handschoenen om zijn polsen zaten...Wacht is dat niet...

Hey! Genoten van het hoofdstuk? Ik vind zelf dat er nu veel leuker hoofdstukken komen. Dat vind ik, maar ik ben blij ik heb in EEN week TWEE keer een hoofdstuk heb gezet! Ik ben trots op mijzelf! Een grote stap voor mij. Maar ik zie jullie in het volgende hoofdstuk! Doei! ;)

AYLA Where stories live. Discover now