13.2

75 7 1
                                    

Ik vloog richting de plek waar de jongenskamers moesten zijn. Hoe ik dat wist? Vogelintuïtie denk ik. Ik landde op het dak maar besloot toen om op de grond te gaan zitten. Ik ging, in merelvorm, op de grond zitten en wachtte tot Ethan naar buiten kwam.

Na een tijdje kwam hij dan eindelijk naar buiten, met nog een jongen. Ik besloot het er toch maar op te wagen omdat ik niet wist of ik nog een andere kans zou krijgen en dus transformeerde ik in mezelf. Ethan keek me verbaasd aan, maar de jongen naast hem keek nog verbaasder, hij had dit waarschijnlijk nog nooit gezien.

'Hey, Ethan.' zei ik met een blos op mijn wangen. 'Moira.' bracht hij verbaasd uit. Hij liep naar me toe en gaf me een stevige knuffel. 'Welkom in Xiqra.'

Xiqra? Zal wel de naam zijn van deze stad, wereld of land. 'Ik zie dat je het medaillon is gebruik hebt genomen.' constateerde hij terwijl hij naar mijn ketting keek. 'Ja.' zei ik een beetje ongemakkelijk nu er nog een jongen bij stond. 'Dus ga je me nog voorstellen?' vroeg ik. 'Natuurlijk, Moira dit is Jonathan, Jonathan dit is Moira.' stelde hij ons aan elkaar voor.

'Leuk je te ontmoeten.' zei ik. 'Insgelijks.' antwoordde Jonathan. 'Kun je me iets vertellen over deze wereld?'

'Beter, ik kan het je laten zien.' zei Ethan waarna hij mijn hand pakte. Hij trok me mee naar berg die achter de stenen gebouwen stond. We gingen naar binnen en ik zag al meteen dat dit geen normale berg was. De berg was hol vanbinnen. Er waren gigantische kamers.

We liepen naar een kamer toe en Ethan opende de deur. Het viel me op dat heel veel meiden jaloers naar me hadden zitten kijken en eigenlijk vond ik dat prima. Toen de deur helemaal open was kon ik pas echt goed zien wat zich erachter bevond. Een draak. De tweede draak die ik zag, dit keer als mens. Ik sperde mijn ogen wijd open en ook mijn mond viel open. 'E-en draak.' stotterde ik. 'Mijn draak, hij heet Razor.' corrigeerde Ethan me.

Hij had een eigen draak?! 'En wat doe je dan zoal met een draak? Lijkt me een iets groter huisdier dan je je kon herinneren op Valeria.' zei ik met een grijns. 'Eh tja, daar heb je gelijk in.' zei hij terwijl hij met een hand door zijn haar woelde, super schattig. 'De drakenridders worden ingezet om conflicten op te lossen, in dit geval betekent dat de oorlog die woedt in Xiqra. We gebruiken draken om te vliegen, maar ook om van werelden over te springen en hun element help ook nog wel eens in de strijd. Mijn draak is een waterdraak, hij spuwt water uit, dit kan hij echter wel kokendheet maken.'

Alsof Razor hem kon horen, besloot hij juist op dat moment water te spuwen, op mij. Binnen een paar seconden lag ik op de grond met staart en al. Ik zag hoe Ethan zijn lachen moest inhouden en daarom moest ik er zelf ook om lachen. De mensen die echter langs de kamer liepen, zagen me meteen. Zij hadden nog nooit een meermin gezien, net zoals ik nog nooit een draak. Hun monden vielen open van verbazing, typisch.

Ik strekte mijn arm uit en verdampte het water. En ja hoor, binnen een paar seconden stond ik weer op de grond, met benen en al.

'Ik heb trouwens ook een speciale kracht, je kracht is hetzelfde als die van je draak dus ik ben een watermeester. Dat betekent dus water verhitten, bevriezen, controleren, helen en onderwater ademen.' zei Ethan. 'En daar kom je nu mee? Ik had je dus niet hoeven laten wegkwijnen op het strand?'

We moesten allebei lachen om mijn opmerking en gingen toen wat wandelen door Xiqra. Het was heel anders dan Valeria, maar nog steeds erg mooi. Na een tijdje moet ik echter weer naar huis, mijn vader werd vast ongerust. Nu de oorlog voorbij was kon ik hem trouwens vragen naar mijn moeder.

'Ethan, ik moet naar huis.' zei ik met de zieligste blik op mijn gezicht. Ethan nam mijn blik over. 'Meen je dat nou? Het was net zo gezellig.'
Ik knikte ten teken dat ik het meende. Hij leunde maar voren en kuste me, dit keer wel. Even, zolang als de kus duurde, leek de wereld om me heen tot stilstand te komen, de vlinders in mijn buik vlogen op en smeekten om eruit te mogen. Mijn geluk kon niet meer op.

Uiteindelijk verbrak Ethan helaas de kus. Ik wreef over mijn medaillon en een portaal verscheen. 'Dag Ethan.' zei ik en toen stapte ik door het portaal.

Eenmaal aan de andere kant van het portaal, Valeria, rende ik meteen het water in en zwom ik naar het paleis. Het paleis was echter niet gehuld in het licht en de vreugde die ik verwachtte, opmerkelijk.

Ik zwom naar binnen en botste gelijk tegen Venna op. 'Waarom is het hier zo treurig?' vroeg ik haar. 'Ik weet niet of ik de juiste persoon ben om je dat te vertellen.' ze pauzeerde even. 'Er is een aanslag gepleegd op het paleis, vermoedelijk door Revillan, er is een slachtoffer.'
'Wie?' vroeg ik meteen. 'Je vader.'

Voor de tweede keer deze dag stond mijn wereld stil. Hoe kon ik binnen een paar minuten van ultiem geluk naar ultiem verdriet gaan? Mijn uitdrukking veranderde, mijn zorgeloze gezicht verdween. In plaats daarvan ontstond er een stalen masker.

Mijn vader was dood.

De woorden drongen niet tot me door. Hoe had dit kunnen gebeuren? Er moest een fout zijn gemaakt, het kon niet anders.

Ik begon te huilen. Ik keek naar mijn tranen, traan voor traan vielen ze op de grond, ze stelden me gerust. Ze lieten me zien dat ik mocht zijn wie ik was en dat ik kon huilen wanneer ik dat wilde. Ze gaven me mijn vader echter niet terug, ze weerspiegelden enkel mijn verdriet. Mijn stalen masker had ik niet lang aankunnen houden, het was verdwenen.

Ik zakte door mijn knieën, tenminste waar die bij een mens zitten, en deed mijn handen voor mijn ogen. Venna kwam naast me zitten en probeerde me gerust te stellen. Dat kon niet, niemand kon dat behalve mijn vader.

Er is geen moment geweest in mijn leven dat ik zo erg wenste dat mijn Faunakrachten ook gebruikt konden worden om Valerianen tot leven te wekken. Zelfs niet de aanblik van het slagveld liet me dit zo sterk wensen. Ik had eindelijk mijn vader gevonden en nu was hij weg. Waarom?

ValeriaWhere stories live. Discover now