Hoofdstuk 12

26 0 0
                                    

Na een klein en snel ontbijt van bramen en bosbessen zaten ze met z'n vijven om het kampvuurtje. De zon stond nog laag aan de hemel en straalde een klein beetje warmte af. In de verte kwamen grote dikke wolken aanzetten. Ik denk dat het zo gaat regenen zei Jack ernaar gebarend. Matthew schrok op uit zijn gedachten en knikte. Waarschijnlijk bevestigde hij. We moeten maar eens gaan. Mia keek hem verbaast aan. Waarheen? Vroeg ze. Die uitgang zoeken denk ik. Hey Matthew, ik denk dat je dit even wilt zien riep Jack. Hij stond iets hoger op de berg met zijn hand boven zijn ogen naar het bos te turen. Matthew stond op en keek over het landschap. Toen viel hem iets op. Een grote stenen toren stond tussen de boomtoppen in. Hij zag er verlaten en afgebrokkeld uit. Ik wil daarheen riep Jack. Ik denk niet dat dat slim is riep Matthew terug. Wie weet wat daar is. Precies antwoordde Jack. Een glimlach verscheen om zijn mond toen hij zag dat Matthew niks terug wist te zeggen. Oké laten we gaan riep hij en begon van de berg af te lopen. Mayka stond op en begon hem te volgen. Dat vond Matthew erg vreemd. Hoe wist ze dat, ik heb nog niets naar gebaard en ze keek de andere kant op dacht hij hardop. Mia haalde haar schouders op en liet Simone op haar rug. Ik heb honger zeurde ze. Ja, ik ook zei Mia en begon achter Jack en Mayka aan te lopen. Matthew probeerde de vraag te beantwoorden, maar hij kwam er maar niet uit. Ik denk dat ik eens een gesprek met Mayka moet hebben fluisterde hij. Hij keek hoe ze tussen de bomen verdween. Als dat al haar naam is.

Ik heb honger! Schreeuwde Simone terwijl ze met haar handen op de grond sloeg. Ze hadden ongeveer drie kwartier gelopen en Simone was met de minuut chagrijniger geworden. Oké ieder monster in een straal van weet ik hoeveel kilometer heeft ons nu wel gehoord kreunde Jack. Mia probeerde haar tot rust te brengen. Rustig maar, Jack en ik gaan wel wat te eten voor je zoeken. Verbaast keek Jack haar aan. Sinds wanneer weet jij iets van jagen af vroeg hij. Mia glimlachte. Sinds nu zei ze en pakte Jack's arm. Jullie blijven hier, we zijn zo terug. Mia en Jack verdwenen tussen de bosjes en Matthew bleef alleen achter met Mayka en Simone. Dit is mijn kans dacht hij en liep op Mayka af. Ze was gaan zitten en wiegde Simone in haar armen. Matthew keek vol medelijden naar het meisje, ze was nog zo jong. Toen Simone slaperig uit de armen van Mayka kroop ging Matthew naast haar zitten. Mag ik je pen en papier vroeg Matthew haar. Mayka hoorde het niet en bleef naar de grond staren. Matthew zuchtte en zwaaide om haar aandacht. Toen hij die had gebaarde hij om de spullen. Mayka gaf hem het boekje. Matthew pakte het aan en begon te schrijven. Hoe ben je hier eigenlijk terechtgekomen? Mayka las het en schreef haar andwoord.

Ik liep naar huis van een lange dag werken. Het was ongeveer zeven uur s'avonds en ik was behoorlijk moe. Plots voelde ik een arm voor mijn keel en een scherp voorwerp tegen mijn borst. Een man stond achter me met een mes. Hij riep waarschijnlijk heel veel, maar ik kon hem niet verstaan. Dus hij werd steeds bozer. Toen hij nog een keer op me af kwam tekkelde ik hem. Hij wou weer opstaan, maar toen kwamen ze. De man werd lijkbleek en was waarschijnlijk aan het schreeuwen. Toen rende er nog een man van achter mij op de man af. Hij had de man op de grond gedrukt en stak hem in zijn rug met zijn eigen mes. Ik wou wegrennen, maar toen rende ik recht in de armen van nog een man. Ik probeerde te ondsnappen, maar hij verdoofde me en toen werd alles zwart. Daarna werd ik wakker in die grote zaal, ongeveer op tien meter afstand van jou.
Dat was de dag van 18 juni 2015.

Matthew vronsde zijn wenkbrauwen. Maar dan... Hij kon zijn zin niet afmaken. De bosjes om hem heen begonnen te ritselen. De vogels vlogen met een krijs uit de bomen, en een zacht geneurie steeg op. Nieuwsgierig liep Simone op het geluid af. Simone kom hier fluisterde Matthew. Plots verscheen er de schaduw van een klein jongetje. Hij glimlachte en had een vreemde blik in zijn ogen. Rond zijn mond zat een rode vloeistof. Matthew herkende hem als de andere peuter. Hoe kom jij hier helemaal alleen vroeg Matthew, hij trilde ondertussen wel van angst. De jongen opende zijn mond, maar wat hij zei begreep Matthew totaal niet. Yám...yàm...yam...yam...Yám...yàm. Het klonk als een mantra/melodietje, en hij bleef het maar herhalen. Matthew pakte Simone vast en wou weg rennen. Maar iemand hield hem tegen. Mayka? Mayka stond voor hem. Ze had net zo'n vreemde blik in haar ogen en rode vloeistof om haar mond. Ze begon zelfs mee te neurien. Toen stopte ze allebei, en een duistere blik verving de vreemde. De jongen greep Simone bij haar arm en trok haar uit de handen van Matthew. Deze werd ondertussen vastgepakt door Mayka en op de grond gegooid. Matthew schreeuwde en vocht voor zijn leven, maar Mayka was veel sterker. Al snel had ze hem in de houdgreep. Wie ben jij schreeuwde Matthew. Mayka reageerde er zoals gewoonlijk niet op. De jongen gooide haar een touw toe. Wat gaan jullie doen met Mia en Jack riep Simone terwijl de tranen van angst over haar wangen gleden. Precies op dat moment klonk er hard gegil van dieper in het bos. Matthew wou iets zeggen, maar dat lukte niet meer. Nadat Mayka hem had vastgebonden hees ze hem overeind en sloeg hem hard op zijn slaap. Het was meteen zwart voor Matthews ogen. De jongen had Simone ondertussen in een net gestopt en ook buitenwesten geslagen. De eerste regendruppels begonnen te vallen. Mayka hees Matthew en Simone over haar schouders. Mayka keek de jongen even aan. YamYam...?! fluisterde ze zenuwachtig. De jongen knikte en samen begonnen ze hard te rennen. Harder dan een mens zou mogen rennen. Ze rende en rende steeds verderweg, terwijl de gil nog nagalmde en de regen steeds harder en harder werd.

Monsters in het DuisterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu