Hoofdstuk 6

31 0 0
                                    

Jack viel hard op de grond. Hij knipperde flink met zijn ogen om aan het licht te wennen. Hij zag een lange witte tafel omringt door lege stoelen. Hij voelde iets in zijn rug prikken, en hij draaide zich om. Er stak een hand uit de muur. Hij hing er een beetje slap bij, maar toch pakte Jack hem en begon te trekken. Mia viel bewusteloos uit de muur. Geschrokken pakte Jack haar vast. Mia wakker worden riep hij. Hij voelde aan haar pols dat ze nog wel leefde. Jack legde haar zacht neer en liep naar de tafel. Hij was gemaakt van hard en koud berkenhout en er lag een glazen plaat overheen. Jack keek de kamer rond. Er was nergens een deur te bekennen. Moest hij hier voor altijd blijven? Mia begon te kreunen, en deed langzaam haar ogen open. Jack was te druk met een uitweg zoeken dat hij het niet opmerkte. Mia trok haarzelf overeind en liep naar Jack. Ze legde een hand op zijn schouder, en hij sprong bijna een halve meter omhoog van de schrik. Rustig zei mia. Ik ben het. Jack lachte en gaf haar een knuffel. Op dat moment klonk er een zucht. Lucht! Riep een stem. Geschrokken draaide mia en Jack zich om en zagen een volwassen man van een jaar of dertig op de grond vallen. Jack bleef verstijfd staan, maar mia rende naar de man toe en hielp hem overeind. Gaat het meneer? Vroeg ze. Ja wel zei de man. Maar waar ben ik? Ik wou dat ik daar antwoord op kon geven, maar dat weet ik zelf ook niet zei Mia. Jack liep naar de man toe en gaf hem een hand. Mijn naam is Jack, en dit is Mia zei hij. De man glimlachte even kort. Ik ben Arnout zei hij terwijl hij de hand schudde. Er klonk weer een plof en er viel weer iemand uit de muur. Maar toen mia er weer heen wou rennen begon overal mensen uit de muur te vallen. Het was een heel akelig gezicht. Mia pakte snel Jacks hand vast. Iedereen begon door elkaar heen te praten en te schreeuwen. Het was een grote gaos. Maar plots klonk er een soort luide piep. Mia, Jack en alle andere mensen in de zaal grepen hun hoofd vast en schreeuwde het uit van de pijn in hun oren. Toen het stopte was iedereen stil. De tafel begon blauw op te lichten en er klonk een stem. Ga zitten, geen vragen en als ik ook maar iemand hoor praten word het heel on aangenaam voor jullie. Iedereen keek angstig om zich heen, en liepen zo stil mogelijk richting de stoelen. Mia en Jack hielden nog steeds elkaars handen vast en gingen zo ver mogelijk aan de rand zitten. Jack keek iedereen om de tafel aan en telde zacht in zijn hoofd. Achttien telde hij er. Hij schrok op door het getril van de tafel. Het in glazen tafelblad werd een landschap zichtbaar. Er waren verschillende klimaten te zien en het werd op een rare manier door de zon verlicht. Hierin moeten jullie zien te overleven zei de stem weer. En er is een uitweg uit dit land. Als jullie er in slagen de uitweg te vinden zonder eerst dood te gaan... Laten we jullie weer vrij. Je hebt je lot in eigen hand. Plotseling bedacht mia zich iets. Waar is Liam. Ze keek de zaal rond en naar de muren, maar hij was er niet. Ze stootte Jack aan. Waar is Liam fluisterde ze bijna onhoorbaar. Jack fluisterde dat hij het niet wist. Hoor ik daar iemand praten schreeuwde de stem hard. Mia en Jack hielden gelijk hun mond strak dicht. Eigen schuld zei de stem. Nu laten we jullie op een, tja.. Niet echt fijne plek dit land binnenkomen. De mensen werden steeds bozer, banger en onzekerder. Goed zei de stem. Dan kunnen jullie nu vragen stellen. Iedereen begon weer door elkaar heen te praten. Genoeg riep de stem. Ga staan als je iets wilt vragen. Jullie hebben Nog maar precies vijf minuten. Bijna iedereen ging staan. Op het tafelblad verschijnt een pijl naar jou toe als je een vraag mag stellen zei de stem. Zeg je naam en vraag je vraag. Een vrouw van rond de twintig stond op. Ik ben Carla, waarom zijn wij hier. Een paar mensen gingen zitten omdat dat ook hun vraag was. Dat komen jullie te weten zodra jullie de uitgang hebben gevonden. Er kwamen nog een aantal van die vragen en antwoorden en toen was Jack aan de beurd. Jack zei hij nors. Wat voor gevaren wachten ons daar? Goede vraag zei de stem. Duidelijk hoorbaar was dat hij moest lachen. Ik zou rekenen op monsters en verleidingen zei hij. De mensen reageerde hier geschokt op. Monsters maar die bestaan niet zei Jack. Er klonk weer ge grinnik. Dat dacht je maar. Daarna stond mia op. Ik ben Mia zei ze zacht. Ze was even stil. Wat is je vraag, stel hem sneller zei de stem. Wie zijn die mensen met de zwarte capuchons en waar is Liam vroeg ze. Er klonk een zacht gegrom in de klank van de stem en plots klonk er een belletje op de achtergrond van de stem. Oh de tijd is op. Maak jullie maar klaar want hier gaan jullie riep de stem.

Monsters in het DuisterWhere stories live. Discover now