Hoofdstuk 4

36 1 0
                                    

terwijl de verdoving langzaam uitwerkte werd jack wakker. In de war keek hij om hem heen. Waar was hij. Hij herinnerde zich niets meer. Hij lag in een krap bed zonder dekens en kussens. Hij ging rechtop zitten, dat was geen goed idee. Ten eerste begon zijn rug vreselijk pijn te doen, ten tweede stoote hij zijn hoofd tegen het duister. Hij greep met zijn hand naar zijn rug en beet bijna zijn lip af. Het deed zo'n pijn. Toen het weer wat minder was voelde hij aan zijn hoofd. Hij keek naar boven, zijn ogen waren al weer een beetje gewend aan het donker. Hij zag schroeven en metaal. Hij begon in paniek te raken. Een kleine ruimte, daar kon hij absoluut niet tegen. Hij begon tegen het metaal aan te slaan en zocht wanhopig naar een uitgang. Die was er niet. Toen hij dat besefte stopte hij met slaan. Hij deed zijn ogen dicht en begon rustig te ademen. Hij moest nadenken, niet opwinden. Maar zodra hij dat deed merkte hij niet dat het nog smaller werd. Pas toen het metaal zijn hand raakte deed hij van schrik zijn ogen weer open. Hij begon te gillen en raakte helemaal in paniek. Pas toen besefte hij weer wat er was gebeurd. En plots bedacht hij zich dat mia er niet was. Door die gedachte werd hij bang en boos. Hij moest eruit, mia zoeken. Hij begon weer te slaan en schoppen. En telkens schreeuwde hij haar naam. Maar deze keer begon het metaal langzaam maar zeker deuken te krijgen. Maar jack werd moe en had bijna geen kracht meer. Hij raapte al zijn kracht bij elkaar en schreeuwde nog een keer. Mia brulde hij en sloeg met de kracht van haar naam een gat in het metaal.


Monsters in het DuisterWhere stories live. Discover now