HOOFDSTUK 7

248 12 9
                                    

Voorzichtig knik ik naar Vince "vraag maar" zeg ik terwijl ik mijn bakje met eten in de magnetron steek. Stiekem ben ik een beetje bang voor wat hij zal vragen. "Zou je morgen met de fiets kunnen komen werken?" Ik staar Vince vol ongeloof aan en schiet in de lach, "meen je dit nu Vince, ik dacht dat je me iets serieus wou vragen. Maar goed, ik zal met de fiets komen werken als ik jou daar blij mee kan maken." lach ik terug en ik kijk Vince recht in zijn gezicht aan.

Mijn blik eindigt op Vince zijn lippen en als ik terug opkijk zie ik dat ook zijn ogen gericht zijn op mijn lippen. Ik voel hoe Vince nog een stapje naar voor doet en hoe hij lichtjes naar me toe buigt. Automatisch buig ik ook naar hem toe en ik wil net mijn ogen sluiten, tot we allebei opschrikken van een luid piepje. Ik deins achteruit "uhm ja, mijn eten is klaar denk ik" en ik draai me om naar de magnetron, mijn gedachten nogsteeds mistig door wat net bijna gebeurt was. Hadden Vince en ik nu echt bijna gekust daarnet? Gewoon zomaar, midden op het kantoor?

Nadat ik het eten heb uitgehaald vervloek ik in mezelf die stomme magnetron, dat rotding onderbreekt zo maar even het moment tussen Vince en mij. Ik draai me terug om maar Vince is al vertrokken uit de keuken. Het duurt niet lang voor ik de paniek alweer voel opkomen. "Wat heb ik gedaan" fluister ik tegen mezelf. Hoe moet ik nu in hemelsnaam terug naast Vince gaan zitten en doen alsof alles van zonet nooit gebeurd is? Wat heeft dit allemaal te betekenen? Hadden wij elkaar nu echt bijna gekust? Ben ik mijn verstand verloren ofzo dat ik het gewoon hier op kantoor liet gebeuren? En ik vraag me stiekem ook af waarom ik het zo erg vind dat die magnetron ons moment onderbrak?

"Rotding" mompel ik nogmaals in de richting van de magnetron voor ik met mijn eten terugwandel naar de bureau van Vince en mij. Ik weet oprecht niet wat ik moet doen en waarnaar ik moet kijken, dus ik staar maar gewoon naar het bakje met eten in mijn handen. Vince zit al terug op zijn stoel, zijn blik strak op het computerscherm gericht. Hij kijkt zelfs niet omhoog als ik me neerzet. Mijn eten krijg ik met moeite binnen, het voelt wel alsof er een knoop in mijn maag  zit. 

De rest van de namiddag kruipt langzaam voorbij, Vince en ik wisselen geen woord meer en kijken elkaar niet aan. Na de shift vertrekt hij meteen naar huis, ik krijg zelfs geen "tot morgen" meer van hem, iets wat in al die jaren dienst samen nog nooit gebeurt is.

Ik leun tegen mijn kluisje en zak naar beneden, "nu heb ik dus alles verpest" zucht ik tegen mezelf en ik vecht tegen de tranen die ik in mijn ogen voel prikken. "Emma hou op" moedig ik mezelf aan "trek je kluisje open, pak je spullen en stap naar de auto" mompel ik tegen mezelf.

Intussen zit ik in de auto onderweg naar huis, de hele situatie zich  continue als een film af door mijn hoofd. Diep vanbinnen besef ik ook wel dat Vince en ik elkaar niet voor eeuwig kunnen negeren, we zijn verdorie een team dat elkaar moet kunnen vertrouwen en moet kunnen samenwerken! Ik parkeer mijn auto op de oprit, sluit hem af en open mijn voordeur. Mijn besluit over wat ik ga doen staat vast, met zoveel zorgen kan ik morgen niet gaan werken. Ik zet me aan de keukentafel, ontgrendel mijn telefoon en klik de contactenlijst open. Daar scroll ik door tot ik het juist contact heb gevonden. Ik klik op de naam en begin te bellen. De telefoon blijft overgaan en ik hou mijn adem in, tot ik de bekende stem van de voicemail hoor.

"Dit is de voicemail van Vince, ik ben er even niet. Ahnee anders had ik wel opgenomen hé! Als je me iets wil vertellen, doe dat dan na de biep!"

It's always been you | VIMMAWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu