'Jonas...' begint hij.

'Nee, laat me met rust.' Jonas staat op en loopt weg bij de tafel. Hij voelt zich weer kwaad worden. Hij is heel de vakantie rustig en dromerig geweest dat hij bijna vergeten was hoe het voelde om zijn emoties niet onder controle te hebben.
Jonas wilt Merijn helemaal niet leuker vinden dan Floor. Dat is te ingewikkeld het is te moeilijk, dat is niet eerlijk. Jonas voelt opborrelende emoties tot uiting komen. Hij loopt naar buiten en merkt hoe koud het is. Er zijn amper mensen buiten, hij zakt tegen een muur aan naar beneden en hij balt zijn handen tot vuisten. Zijn nagels prikken in zijn handpalmen en hij bijt zijn lip kapot.

'Ik zocht je al.' Jonas kijkt op en hij ziet Pim staan.

'Pim, nou is niet het juiste moment.' Jonas probeert zo kalm mogelijk over te komen als hij kan maar hij voelt dat hij vroeg of laat uit gaat vallen tegen iets of iemand. Pim gaat naast hem zitten.

'Gelukkig nieuwjaar nog, trouwens.' mompelt hij en hij grinnikt zacht. Jonas ademt diep in door zijn neus en hij grijpt zijn handen in elkaar vast.

'Ja. Jij ook.' zegt hij zacht.

'Jij werkt toch samen met Leonie?' Jonas kijkt op. Leonie, hij krijgt al ongewenste kriebels als hij de naam hoort.

'Niet meer.'

'O,' zegt Pim dan wat zachter.

'Hoezo?' Jonas draait zijn hoofd richting Pim en zijn woedde neemt af.

'Gewoon, ik dacht misschien kon jij haar nummer voor me regelen of zo.' Pim peutert aan het touwtje van zijn vest en hij wilt graag naar binnen door de lage temperatuur.

'Vind je haar leuk dan?' Pim haalt zijn schouders op.

'Ja, ik denk het.' Jonas knikt.

'Ik zal kijken wat ik voor je kan doen.' Pim glimlacht, hij knikt en staat dan op. Hij knikt nog eens en loopt terug naar binnen. Jonas blijft achter en hij vraagt zich af of hij de rest van de pauze buiten zou blijven.


Jonas is later uit dan Merijn en daardoor fietst hij in zijn eentje naar het landhuis terwijl hij bibbert van de kou. Hij fietst over het bruggetje waar bijna ijs onder ligt. Hij zet zijn fiets tegen de muur aan en opent de zijdeur. Als hij een kapstok ziet besluit hij daar zijn jas aan op te hangen en loopt hij verder naar binnen. Het is verdacht stil op een vaag stemgeluid na. Voor hij het weet wordt hij aan zijn arm mee getrokken. Het is Merijn. Hij sleurt Jonas mee de trap op en hij rent behoorlijk snel door de gang heen.

'Waar ben je mee bezig?'

'Ssssst.' sust hij Jonas en ze slaan voor de trap richting Merijns kamer links af.

'Waarom moet ik stil zijn?' fluistert Jonas en de twee komen aan bij een andere stenentrap die ze oprennen.

'Hallo? Merijn!' sist Jonas ongeduldig terwijl Merijn slechts een speelse grijns op zijn gezicht heeft.

'We spelen verstoppertje.' zegt hij zachtjes en Jonas kijkt steeds weer naar boven om te zien hoe lang deze trap wel niet is. Als ze het einde hebben bereikt van de trap komen ze in een kleine hal waar twee deuren zijn en een andere stenen trap. Deze trap ziet er ouder uit, hij lijkt minder onderhouden dan de rest van het huis waar ze net doorheen renden. Jonas houd zich stevig vast aan de muur omdat een val naar beneden niet erg prettig lijkt te zijn op deze hoogte.

'Kan ik hier al praten?' vraagt Jonas nog altijd zacht.

'Nee, want misschien zitten hier wel spionnen.' Jonas fronst als ze het einde van de derde trap bereikt hebben. Het is een grote oude kamer waar bij de muren het dak al schuin loopt en er grote ramen zijn met oude gordijnen die er voor hangen. De zon schijnt door de ruiten heen en stofjes zijn te zien in de grote lichtstralen.

'Deze kant op duif.' fluistert Merijn en ze lopen naar een hoek in de kamer.

'Wacht, spionnen? Hoe spelen jullie verstoppertje?' Jonas merkt dat het kouder is in deze kamer doordat hier nergens een open haard staat en Jonas gaat er niet vanuit dat hier een elektrische verwarming is. In de grote lege kamer staan een paar meubelstukken onder witte doeken bewaard gebleven en Jonas vraagt zich af of dat nog meubels zijn uit het originele huis. Achter een muur zien Jonas en Merijn een ladder die vastgemaakt is aan de muur zelf. Merijn klimt behendig omhoog en hij kruipt een ruimte in vlak onder het plafond. Jonas kijkt kort om zich heen en bijt dan twijfelend op zijn lip.

'Kom je nog?' fluistert Merijn. Jonas zucht en laat zijn angst los. Hij pakt de twee kanten van de ladder vast en hij zet zijn voet op de eerste tree. Hij zucht nog eens en klimt dan langzaam omhoog.

'Schiet op.' zegt Merijn die zijn hoofd over het randje van de volgende verdieping heeft gestoken. Jonas kijkt hem aan en voelt zich zelf gemotiveerd worden om omhoog te klimmen. Als hij ook boven is kijkt hij opnieuw om zich heen. Merijn heeft vast geluk om in zo'n huis te wonen, met zoveel kamers en zoveel geheimen. Jonas kruipt op zijn handen en knieën verder naar voren en Merijn laat een doek vallen die de ingang blokkeert.

'Ik verstop me hier altijd, en ik heb tot nu toe altijd gewonnen.' zegt Merijn met een glimlach. De plek waar Jonas en Merijn zijn is merkwaardig. Het plafond is slechts een paar centimeter boven hun hoofd en als er geen klein raampje was geweest had Jonas zich er claustrofobisch gevoelt. Aan het einde van de kleine kruipruimte staan twee kleine kasjes met boeken erin. Jonas kruipt er naartoe en bestudeert de inhoud van de kastjes. Hij ziet een stapel Donald Ducks liggen en hij pakt de bovenste ervan af. Merijn kruipt naar hem toe en hij gaat naast hem zitten terwijl hij tegen de muur aan leunt.

'Die waren van Rick.' zegt Merijn met een zachte glimlach.

'Maar hij woont hier niet meer.' Jonas kijkt op naar Merijn en hij merkt dat hij het niet leuk vindt dat hij vertrokken is.

'Nou vertel me, hoe werkt verstoppertje hier?'

Dit is nooit gebeurdWhere stories live. Discover now