3.2 Kroonluchters

Start from the beginning
                                    

'Het is Floor Jonas, die gaat nergens heen met alleen mij, laat staan met jou er bij.' Jonas zucht.

'Ach ja, het is een kans.' Merijn glimlacht en klopt op zijn rug.

'Is het zeker. Nou vertel me, heb jij gewoon last van een ochtendhumeur of hoe zit dat?' de twee lopen het schoolplein af en de school binnen en komen de gang op.

'Ik ben gewoon altijd boos behalve als ik niet boos ben. Dat je het weet.' mompelt hij al een stuk minder vrolijk als daarvoor.

'Oké, ik houd het in de gaten.' Jonas grinnikt vrolijk en probeert het aangename gevoel naar beneden te drukken. Hij wilt zijn gedachten van gister avond niet waar laten zijn.


'Waarom, moet jij van alle mensen je geld vergeten?' Jonas en Merijn fietsen richting het landhuis waar Merijn woont en de zon schijnt weer fel.

'Jij hebt ook geen geld bij dus jij mag niks zeggen.' Jonas rolt zijn ogen.

'Nu fietsen we hartstikke om.' ze fietsen met zijn tweeën het zandpad op en Jonas kijkt zijn ogen uit. Het huis lijkt wel een kasteel te zijn geweest. Het heeft grote ramen en meerdere trappen die naar een terras leiden. Balkons, torens, alles wat in een sprookje zou worden benoemt. Het huis is opgebouwd uit lichte oranje stenen die het extra dromerig eruit laten zien. Voor het huis is een redelijk groot meer met een houten brug waar Jonas en Merijn over heen fietsen. Jonas' mond staat bij alles wat hij ziet open. Hij had het huis meerdere malen van een groot afstand gezien. Hij fietst er immers elke dag langs, maar dit is toch wel net iets anders.
Als Jonas door heeft dat hij niet droomt ziet hij Merijn afstappen, hij volgt zijn voorbeeld en de twee lopen een trap op richting een zijdeur die open staat vanwege het fijne weer. Jonas belang in een enorme ruimte waar kroonluchters aan het enorm hoge plafond hangen en waar behang er nog nooit zo duur uit heeft gezien. De zon schijnt door de hoge grote ramen en vallen neer op een zit plek dicht in de buurt met luxe sofa's. Er is in het midden van de ruimte een grote trap te vinden die leid naar een lange balustrade die uitkijkt op de ruimte waar Jonas en Merijn zich in bevinden. Achter de balustrade zijn allemaal deuren te vinden die leiden naar andere ruimtes. Onder de trap door waar Merijn inmiddels al op staat is nog een grote deur te vinden. Jonas rent snel een stukje op Merijn in te halen. Hij loopt een grote witte marmeren trap waar Assepoester hoogstwaarschijnlijk haar glazen muiltje is verloren.

'Merijn, wat de fuck?!' piept hij en Merijn grinnikt.

'Het is altijd leuk om iemand thuis uit te nodigen.' met een tevreden grijns loopt hij een gang in aan het einde van de trap.

'Hé, Merijn. Wie is dat?' een meisje kijkt Jonas nieuwsgierig aan. Het is raar om haar in zulke kleding te zien. Denkt Jonas. Ze draagt leggings met neon kleurende visnet panty's er overheen aan. Ze draagt een zwart t-shirt met dezelfde felle kleuren erop die samen een doodshoofd vormen. Haar lange bruine haar zit in twee staarten en plukken roze en groen zitten er doorheen gemengd. Ze draagt gele lippenstift en heeft donkere zwarte cirkels rondom haar oog getekend.

'Hé, Madelief. Dit is Jonas. We zijn zo weer weg.' Madelief en Jonas kijken elkaar verbaast aan zonder een woord te spreken. Uiteindelijk pakt Merijn Jonas bij zijn pols vast en trekt hij hem bij haar weg.

'Hoe oud is zij?' vraagt Jonas fluisterend.

'Net tien geworden.' Jonas' ogen worden groot. De gang waar ze doorheen lopen is lang tot dat ze bij een grote stenen wenteltrap komen, iemand komt net naar boven lopen en Merijn en Jonas kijken afwachtend aan om te zien wie het is.

'Ah, Marinus. Hoe was het op school?' een oude man met nette kleding kijkt vriendelijk op Merijn neer.

'Goed hoor Arthur.'

'Dat is fijn, en wie heb je meegenomen? Is dat een vriend van school?' Merijn loopt de wenteltrap op en trekt Jonas met zich mee.

'Ja, maar we hebben haast dus doei!' Jonas en Merijn beginnen de trap ver naar boven te lopen. Elke keer kijkt Jonas uit het raam om te zien hoe hoog ze geraken.

'Slaap jij in het torenkamertje? Zoals doornroosje?' Merijn zucht en de twee lopen een nieuwe gang in.

'Nee.' zegt hij kortaf. Uiteindelijk maakt Merijn een deur open waar geen gang in is te vinden maar zijn slaapkamer. Het is een kamer die past bij Merijn. Jonas stapt na Merijn naar binnen en kijkt opnieuw rond. In deze kamer is geen bloemetjes behang te vinden. De grove stenen muur is te zien en houten blanken houden boeken van Merijn omhoog. Hij heeft een groot houten bed met blauw-wit gestreepte beddengoed. Er is een grote houten kast te vinden met een spiegel op de deur en een grote houten bureau. Er hangt zelfs een kapstok met jassen van Merijn en schoenen staan eronder. Aan muren hangen ingelijste schilderijen van de zee, het strand en een oude vuurtoren. Boven zijn bed zijn grote ramen die uitkijken op het meer en de bossen. Merijn loopt direct naar zijn bureau waar hij iets uit een la grijpt. Jonas loopt richting een glazen deur waar hij achter een balkon al ziet. Hij opent de deur en loopt het balkon op. Het is erg klein en de reling is hoog. Jonas staart over het landschap, grote velden met gras en bloemen en een aantal lindebomen zijn te zien. Er hangen bloesem aan takken en Jonas snuift en frisse geur op. Merijn loopt achter hem aan.

'Kom je, we komen te laat voor Floor.' Jonas beseft zich zo snel dat hij dit een stuk interessanter vindt dan Floor. En hij negeert die gedachten niet.

'Hoe kan jij leven als je in zo'n mooi huis woont?' Merijn staat stil, hij is gewend dat mensen er van versteld staan maar heel vaak knapt het af als ze erachter komen dat hij dit huis deelt met vele andere mensen. Jonas daarentegen kijkt zijn ogen uit.

'Ik ben hier geboren, ik ben het gewend.' Jonas zucht als hij zich iets realiseert.

'Ik ga jou nooit bij mij thuis uitnodigen.' Merijn grinnikt en hij trekt Jonas aan zijn arm mee.

'Ik heb de buitenkant toch al gezien.'

Dit is nooit gebeurdWhere stories live. Discover now