Hoofdstuk 66

8.4K 337 17
                                    

Jessica's POV

Zodra ik wakker word realiseer ik me waar ik ben en wat ik hier doe. Ik kijk de kamer rond. Waar is harry?

'Aha, mevrouw de wit. Bent u al iets rustiger geworden?'

Als ik nu weer flip krijg ik misschien weer een kalmeringsmiddel. 'Ja, ik was gewoon in de war' glimlach ik.

'Dat dacht ik al' Ze geeft me een blikje Ice Tea aan. 'Drink dit op, door de suiker voel je je vast sterker'

Ik pak het blikje aan, bedank haar en zet hem aan mijn mond. 'Ik moet naar de wc' zeg ik na een paar slokken.

'Dat is hier om de hoek. Wees een beetje voorzichtig, je kan je nog duizelig voelen' Zegt ze.

'Ik ben zo terug' Lieg ik. Ik stap uit het bed en loop de kamer uit.

Ik sluit de deur, meteen begin ik te rennen. Ik moet Harry vinden.

Ik ren naar de lift. Ik klik duizend keer op de liftknop.

De lift deuren gaan piepend open. Ik stap de lift binnen, naast een oud vrouwtje.

De zuster komt naar de lift toe gerend met haar vuist boos in de lucht' Mevrouw de wit, je mag nog niet door het..'

Ik kan de rest niet horen, als de lift deuren net op tijd sluiten.

Ik slaak een diepe zucht. Als ik weet waar Harry ligt kan ik Louis bellen. Misschien is hij nog op tijd..

Waar doe je het voor? Hij is allang dood..' Zegt mijn geweten.

'Nee, hij is niet dood' Zeg ik terug.

'Alsjeblieft laat hem niet dood gaan' mompel ik. De oude vrouw naast me kijkt me aan.

'Is jou geliefde ook ziek?' Haar stem kraakt. 'Het leven is soms hard hè?'

'Hij is niet ziek. Hij.. Ik weet niet of hij nog leeft.' Er rolt een traan over mijn wang.

'Ach meisje, het komt wel goed' Haar oude hand pakt de mijne en knijpt er zachtjes in.

De lift deuren gaan open. 'Ga ervoor' Ze laat mijn hand los.

'Bedankt, mevrouw'

Ik ren de lift uit, naar de balie. Er staat een rij van vijf mensen. Ik ren ze voorbij.

'Mevrouw, ik moet weten waar-'

'Het spijt me, je moet op je beurt wachten' Ze wijst met haar pen naar de rij. De voorste is een volwassen man, hij kijkt me smerig aan.

'Best' Bijt ik haar toe en sluit me aan achteraan de lange rij.

'Ik zei het liam, ik zag het!'

Louis.

Ik kijk de grote hal rond. 'Ik zag het. Hij is wakker' Louis word meegesleurd door een politieman.

'Louis!' Gil ik en ren naar hem toe. 'Jessica?!'

Ik sla mijn armen om hem heen. 'Waar is harry?'

Een Politie man trekt aan mijn arm. 'Kent u deze jongens?'

Ik negeer hem en keer me weer naar Louis. 'Waar is harry?' herhaal ik.

'Hij leeft, Jessica. Ik was op tijd. Ik zag hem, hij keek me aan'

Mijn hart maakt een sprongetje. 'Oh mijn god, ik ben zo blij!' schreeuw ik. Ik spring in Louis armen en geef hem een kus op zijn wang.

Een politieman trekt Louis van me af en gooit zijn handen op zijn rug. Hij grijpt in zijn zak en haalt er handboeien uit.

'Wat gebeurt er?'

'Ze gaan mee naar het bureau. Binnendringen in een operatiekamer is strikt verboden!' Bromt een politieman.

Hij duwt Louis in zijn rug en trekt hem mee naar de hoofdingang.

'Bent u helemaal gek geworden!? Ze hebben mijn vriend gered! zonder Louis zou hij nu dood zijn!' Hij kijkt me verbaasd aan.

'Jullie gaan ze nu los maken of anders..!'

'Of anders, mevrouw?' Zegt de man die Liam vastheeft bij zijn schouders. Hij haalt één wenkbrauw op.

'Stomme klootzak!' Gil ik. Op dat moment geeft Louis de man een knietje en trekt zijn handboeien kapot.

'Wat krijgen we-' Louis pakt hem op bij zijn shirt en tilt hem omhoog. 'Laat ons gaan, we deden niks verkeerd'

'Het is niet zo makkelijk, meneer'

'Jammer genoeg niet..'

Ik kijk de hal rond, niemand trekt zich aan van de politieagenten. 'Laat maar, ik zoek Harry wel zelf' Ik loop naar de liften.

'Vijf, operatiekamers.' Ik klik op de knop en ren naar binnen. Ik tik met mijn voet op de grond op de maat van die belachelijk vrolijke muziek in een ziekenhuislift. De deuren schuiven open.

Een meisje van mijn leeftijd, misschien net iets ouder staat op de gang. Ze draagt blauwe kleren en een naamplaatje.

'Uhm.. hallo, heeft u misschien een jongen gezien, hij hoort hier ergens te liggen.'

'Er liggen hier zoveel jongens, kunt u iets-'

'Laat maar' Bijt ik haar toe. Ik loop door en kijk door elk raampje naar binnen.

Ik hol een trap af, verdieping lager. 'Waar zit je, krullenbol' Grom ik.

Ik duw mezelf door een menigte heen en ren naar de andere kant van de gang. Waarom zijn ziekenhuizen altijd zo belachelijk groot en moeilijk ingedeeld.

'Jessica?!' Ik draai me om. Harry staat aan de andere kant van de gang.

'Harry' Even bevries ik. Ik kijk hem aan, hij draagt een wit shirt, veel te groot. Hij is zo mooi. Ik ren naar hem toe en sla mijn armen om zijn nek. Hij tilt me op en draait een rondje.

'Jess, ik ben zo blij dat ik niet-'

Ik druk mijn vinger op zijn lip. 'Niet zeggen. Je hebt het overleefd' Ik ga met mijn hand over zijn wang.

Ik spring op om hem een kus te geven.

'Kleintje' Grijnst hij en buigt naar voren. Hij drukt zijn lippen op de mijne.

BadWhere stories live. Discover now