Hoofdstuk 6

11.6K 471 37
                                    

"Vampire"

"feeding on the blood of the living."

"the undead"

Mijn ogen schieten over de pagina's. Flashbacks van de vorige nacht vliegen voor mijn ogen.

Langzaam komt hij uit de deuren van het balkon gelopen. Hij veegt zijn mond af aan zijn handpalm. Wat zat er op zijn hand? Rood..

Bloed?

Hij was zo snel. Hij ging zo snel als de wind, hoe hij naar de deur vloog. Het was bijna onmenselijk.

'Het eten is klaar, mevrouw De wit' van schrik sla ik het boek dicht.

'Ik heb niet zo'n honger'

'Kom kom. Het is goed voor je'

Ik knik enge het boek terug op zijn plek. Ik volg haar de gang door.

'Ik heb lasagne gemaakt'

De tafel is geheel gedekt voor één persoon.

'Lust u niks?'

'Ik eet als u klaar bent. Dat is wel zo netjes'

'Oh, ik wil graag samen met u eten. om elkaar beter te leren kennen'

Ze kijkt me vriendelijk aan en knikt.



Haar naam is Vera Rozendaal. Ze is 64 en heeft pas haar eerste klein kind gehad. Ze vertelde me over haar eerste liefde en hoe haar hart in duizend scherven viel toen haar man drie jaar geleden overleed.

Ze is een aardige vrouw met een enorm boeiend levensverhaal. Ik luister naar haar tot ik de klok 12 uur hoor slaan.

'Och is het al zo laat!' Roept ze. Ze springt snel van haar stoel en verzameld de borden.

'Je hebt heerlijk gekookt Vera. Bedankt'

'Graag gedaan schat. En ga nu maar lekker slapen. Je hebt het nodig'

Ze heeft gelijk. Ik denk dat als ik hier nog langer blijf zitten, ik in slaap val op de grond. Ik sjok naar boven. Zonder me uit te kleden plof ik op het bed en val in diepe slaap.



Ik strek mijn armen en gooi de dekens van me af. Mijn kamer is nog donker. Als ik op de klok kijk zie ik waarom; het is zes uur in de morgen. Ik grijp een elastiekje van mijn nachtkastje en bind mijn haar in een staart.

Gapend loop ik naar mijn balkon. Als ik de deur open raakt de koude lucht mijn armen als een messteek.

Ik draag mijn kleren van gisteren avond nog. Ik trek snel een warm vest aan en mijn tante's pantoffels en loop naar buiten.

Het maanlicht verlicht de tuin. Er staat een oud schuurtje in de tuin. Naast het oude schuurtje staat een schommel. Raar, ze heeft nooit kinderen gehad.

Plotseling grijpt iets me bij mijn schouder. Zonder enige moeite trekt hij me omhoog. Met mijn rug glijd ik over de koude dakpannen terwijl ik oorverdovend begin te gillen.

'Laat me los!' Ik probeer te dien wat me vast greep. Welk dier kan zo snel, zo sterk en zo-

'Zayn!' Hij tilt me op. Ik hang over zijn schouder.

'Wat The Fuck doe je!' Ik probeer me los te wurmen. Hij rent over de daken. Ik knijp mijn ogen dicht als hij van het ene dak op die van de andere springt.

Mijn harde gegil galmt door de straat. Dan legt hij me neer. Ik open mijn ogen.

'Heb je me gemist?'

Ik had gelijk. Ik kijk recht in de ogen van Zayn. Ik weet niet wat hij wil, maar zijn kwade blik voorspelt niet veel goeds..

Ik krabbel snel overheint. Ik klop de sneeuw van mijn vest.

'Ik wist het! Ik wist dat jullie iets-'

'Stil, ik moet je iets vertellen'

Hij drukt zijn hand op mijn mond om me te laten zwijgen. Hij schud langzaam zijn hoofd.

'Ik weet niet zo goed hoe ik dit moet zeggen' zucht hij.

Ik haal mijn schouders op. Hij heeft me naar een open veld gebracht. Niet ver van mijn huis, maar toch. Dit is ontvoering!

'Ik ben hier om je te beschermen' met die woorden verdwijnen mijn angsten en veranderd het in een grote lachbui.

'Wat?' Hij kijkt me kwaad aan. Zijn normale blik, neem ik aan.

'Waarvoor moet jij me dan wel niet beschermen?'

'Voor Harry'

Wat..

'Hoe bedoel je?' Zijn gezicht veranderd nog steeds niet van emotie.

'Hij is gevaarlijk. Blijf bij hem uit de buurt'

'Dat bepaal ik nog altijd zelf'

'Je snapt het niet!' Hij loopt van me af, draait met zijn rug naar me toe. 'We zijn anders dan anderen'

Dan is het stil. Zachtjes valt de sneeuw uit de lucht in zijn zwarte haren. Ook hij draagt een T-shirt waardoor je zijn met tatoeages bedekt arm goed kunt zien.

'Ik.. Ik ben een vampier, Harry is een vampier. Niall en Liam, zij zijn vampiers, maar er is een verschil..'

Hij draait naar me toe. Zijn ogen zijn veranderd in zwart. Roetzwart.

'Ik ben niet gevaarlijk, ik drink geen mensenbloed.' zegt hij terwijl hij naar me toe loopt. Hij stopt voor me en neem mijn gezicht tussen zijn handen.

'Je gelooft me, toch?'

Hij kijkt me hoopvol aan. Mijn gedachten dwarrelen in mijn hoofd als een gedachtesoep. Ik weet niet wat ik kan zeggen of wat ik moet geloven.

'Vampier?' Krijg ik gezegd. Mijn stem kraakt alsof ik net een geest gezien heb. Het voelt hetzelfde..

BadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu