Verhalen schrijfwedstrijd

By _NightMary

1.4K 84 109

In dit boek zullen mijn inzendingen van schrijfwedstrijden waar ik aan mee doe/heb gedaan komen te staan. More

Inleiding
Schrijfopdracht 1
Schrijfopdracht 2
Schrijfopdracht 3
Schrijfopdracht 4
Opdracht 1
Opdracht 2
Harry Potter schrijfopdracht 1
Harry Potter schrijfopdracht 2
Harry Potter schrijfopdracht 3
Harry Potter schrijfopdracht 4
Schrijfopdracht 1 - schrijfwedstrijd 2.0
Schrijfopdracht 2 - schrijfwedstrijd 2.0
Schrijfopdracht 3 - schrijfwedstrijd 2.0
Schrijfopdracht 4 - schrijfwedstrijd 2.0
Schrijfopdracht 5 - schrijfwedstrijd 2.0
Amori2005 - Schrijfopdracht 1
Schrijfwedstrijd 2.0 Deel 2: opdracht 1
Schrijfwedstrijd 2.0 Deel 2: opdracht 2
Schrijfwedstrijd 2.0 Deel 2: opdracht 3
Schrijfwedstrijd 2.0 Deel 2: opdracht 4
Schrijfwedstrijd CrazyGirlllyy - opdracht 1
Schrijfwedstrijd CrazyGirlllyy - opdracht 2
Schrijfwedstrijd CrazyGirlllyy - opdracht 3
Schrijfwedstrijd CrazyGirlllyy - opdracht 4
Schrijfwedstrijd CrazyGirlllyy - opdracht 5
Schrijfwedstrijd CrazyGirlllyy - odpracht 6
Schrijfwedstrijd Britt_NYD - opdracht 1
Schrijfwedstrijd Britt_NYD - opdracht 2
Schrijfwedstrijd famkewritings - opdracht 1
Schrijfwedstrijd famkewritings - opdracht 2
Schrijfwedstrijd famkewritings - opdracht 3
Schrijfwedstrijd famkewritings - opdracht 4
Schrijfwedstrijd famkewritings - opdracht 5
Schrijfwedstrijd famkewritings - opdracht 6
Schrijfwedstrijd karlimbo - opdracht 1
Schrijfwedstrijd karlimbo - opdracht 2
Schrijfwedstrijd karlimbo - opdracht 3
Schrijfwedstrijd karlimbo - opdracht 4
Schrijfwedstrijd karlimbo - opdracht 5
Schrijfwedstrijd Dragongrimm - opdracht 1
Schrijfwedstrijd lexicophile en Melenemerel - opdracht 1
Schrijfwedstrijd lexicophile en Melenemerel - opdracht 2
Schrijfwedstrijd lexicophile en Melenemerel - opdracht 3
Schrijfwedstrijd lexicophile en Melenemerel - opdracht 4
Schrijfwedstrijd lexicophile en Melenemerel - opdracht 5
Schrijfwedstrijd Watwed - opdracht 1
Schrijfwedstrijd Watwed - opdracht 2

Harry Potter schrijfopdracht 5

18 2 1
By _NightMary

Dit is een verhaal voor de Harry Potter schrijfwedstrijd van myvs002.

Voor deze opdracht kreeg ik drie woorden waar het verhaal om moest gaan. Ik had liefde - kasteel - boos. Ik mocht er twee kiezen, maar ik heb geprobeerd om ze alle drie te mixen.

Brace yourselves: het verhaal heeft 11266 woorden. OEPS. Laat het me weten als het echt veel korter moet. Sorry.

Dit is het verhaal.

------------------------------------------

'Claude!' Ik schrik op uit mijn slaap en val bijna uit bed. 'Claude!' Twee handen pakken mijn schouders zachtjes beet. Het gevoel van opkomende paniek verdwijnt meteen als ik naar het opgewekte gezicht van Fannah kijk. 'Wat?' mompel ik terwijl ik de slaap uit mijn ogen wrijf. Als ik een blik op de klok werp, zie ik dat het zeven uur is. Over een uur hoeven we pas te ontbijten.

Als Fannah opgewekt naar het raam huppelt, neem ik even de tijd om mijn hartslag weer rustig te laten verlopen. Ik heb het tegen niemand gezegd, maar soms voel ik het gevoel van paniek in me opkomen. Regelmatig heb ik nog nachtmerries over wat er gebeurd is in het bos. Regelmatig voel ik die ijzige kou weer en zie ik die monsterlijke Dementor op me afkomen. Op zulke momenten wens ik dat ik wakker word, maar mijn wens wordt niet altijd gehonoreerd.

'Claude, kom eens!' Gelukkig kijkt Fannah me aan als ik mezelf weer onder controle heb. 'Het sneeuwt!' Ik doe net alsof ik de gedachte aan sneeuw niet afgrijselijk vind en kom mijn bed uit. Als ik naast Fannah sta, zie ik dat het inderdaad sneeuwt. En niet zo'n klein beetje ook. Het hele plein ligt bezaaid met sneeuw. Het moet de hele nacht door hebben gesneeuwd.

'Kom op!' zegt Fannah terwijl ze mijn mouw vastpakt en me meesleurt door de slaapzaal. 'Waarheen?' zeg ik terwijl ik haar greep afschud. Ze kijkt me grijnzend aan. 'Naar buiten natuurlijk.' Ik frons. 'In die kou? Nee, dank je.' Ik hoor verschillende meisjes in de slaapzaal mompelen dat we onze bekken moeten houden. Ramona is daar één van. Als ik aan Ramona denk, denk ik weer aan wat ze me aangedaan heeft. Ik voel het gevoel van paniek weer in me opkomen. Dan zeg ik snel tegen Fannah: 'Best. Maar ik ga me eerst omkleden!' Nadat ik een recordtijd heb neergezet en me omgekleed heb, loop ik met Fannah mee naar de huiskamer van onze afdeling.

'We moeten binnenkort echt een kerstboom gaan opzetten,' zegt Fannah vrolijk terwijl we naar de gang lopen. Ik voel een glimlach in me opkomen. Mijn vriendschap met Fannah is de laatste tijd steeds hechter geworden. Het is leuk, omdat ze de ene keer heel chagrijnig is en de andere keer juist heel opgewekt kan zijn. Maar hoe haar humeur ook is, ik ben blij dat we vriendinnen zijn.

'Probeer hier in Zwadderich maar eens een gek te vinden die dat wil gaan doen,' mompel ik terwijl ik mijn jas goed trek. Fannah stoot me aan. 'Volgens mij heb ik er twee gevonden.' Als ze naar ons tweeën gebaard, zeg ik: 'Spreek voor jezelf.' Maar als we de trappen zijn afgelopen, door de gangen lopen en uitzicht hebben over het besneeuwde plein, word ik overrompeld met een fijn gevoel. Ik krijg juist steeds meer zin om de kerstboom op te gaan zetten.

Bij ons thuis was kerstmis nooit echt een ding. Er stond wel een kerstboom en er lagen wel cadeautjes onder, maar ik had meer het idee dat die er lagen vanwege het beeld dat mensen erbij zouden hebben, dan omdat we met het gezin kerst wilden vieren. Mijn ouders waren meer bezig met de voorbereidingen voor een perfect etentje met hun baas dan er voor Alec en mij te zijn. Alec en ik waren er zelfs niet voor elkaar. Nee, dat heb ik mis. Ik wilde er niet voor hem zijn. Zoals gewoonlijk voel ik een steek in mijn buik als ik denk aan hoe het al die jaren tussen Alec en mij geweest is. Maar als ik mezelf herinner dat het nu beter dan ooit met ons gaat, heb ik ineens zin in de kerst.

Als Fannah en ik naar buiten lopen, voel ik mijn handen ineenkrimpen van de kou. Snel trek ik mijn handschoenen aan. Verschillende leerlingen zijn buiten vrolijk met de sneeuw bezig. Fannah en ik zijn de enige Zwadderaars en worden dan ook raar aangekeken. Er wordt veel over ons gesproken in de gangen en we worden vaak aangekeken. Iedereen weet nu dat wij omgaan met een groepje uit Griffoendor. We sluiten zelfs elke dag na school bij ze aan voor het huiswerkclubje.

Ik sta stil en neem even de tijd om alles in me op te nemen. De Griffoendors proberen iets moois te maken van de sneeuw en de Huffelpufjes maken sneeuwengelen. Waarom genieten zij zo van de sneeuw? Het is koud en als het op je smelt, ben je nat. Het is zelfs te koud om als regen op de grond te komen. Waarom genieten mensen daarvan? Ik veeg wat sneeuw weg als het op mijn gezicht dwarrelt. Ik zie nu wat meer Zwadderaars het plein op komen.

Als ik bekogeld word door een sneeuwbal, draai ik me gelijk om. Misschien had ik dat niet moeten doen, want ik kan nog maar net voorkomen dat de volgende in mijn gezicht komt. 'Fannah!' roep ik chagrijnig. 'Hou op!' Ik krijg nog een sneeuwbal tegen me aan. 'Ik háát sneeuw!' Fannah komt dichterbij en begint te lachen. 'Oh ja? Wat doe je hier dan?' Daar heeft ze een punt.

Ik wil bijna zeggen dat ik met haar meegegaan ben, omdat ik paniek voelde opkomen. Of om haar een plezier te doen. Maar als Fannah een sneeuwbal in haar gezicht krijgt, ik opzij kijk en zie dat het Alec was, weet ik dat ik meegegaan ben om mezelf een plezier te doen. 'Hé, kom niet aan mijn zusje!' roept Alec met een zogenaamde overbezorgde broerstem. Fannah bukt zich om een nieuwe sneeuwbal te maken, maar dan krijgt ze opnieuw een sneeuwbal tegen zich aan. Kyle staat grijnzend naast Alec te kijken en keurt zijn werk duidelijk goed. Hij schrikt op als ik een sneeuwbal tegen hem aangooi. 'Hé!' roept hij. 'Ik sta aan jouw kant!'

'Nu niet meer!' roep ik terwijl ik hem nog eens bekogel. 'Alec en ik tegen Fannah en jou!' Terwijl we bezig zijn, doen er steeds meer leerlingen mee. Zelfs de leerlingen die voorheen zover mogelijk uit mijn buurt bleven. Ik stop met rennen en sneeuwballen ontwijken als ik mijn voormalige vriendinnen door de gangen zie lopen.

Mallory, Pandora en Alexis hebben niet zoveel meer tegen me gezegd sinds ik tegen ze ben uitgevallen. Een dag nadat ik de ziekenzaal verlaten had, kwamen ze bij me zitten in de Grote Zaal. Alsof er niks gebeurd was. Alsof ze me niet keihard hadden laten vallen. Ik was bezorgd toen Fannah binnenkwam en ons vieren zag zitten, maar ze reageerde er niet echt op en ging een paar meter van ons vandaan zitten. Toen ik mijn drie "vriendinnen" duidelijk had gemaakt dat we geen vriendinnen konden zijn, omdat we het concept "vriendschap" duidelijk anders zien, was ik bij Fannah gaan zitten. Ze zei eerst niks, waardoor ik bang was dat het haar niets kon schelen wat ik deed. Ik was bang dat ik misschien wel vriendinnen wilde worden met haar, maar zij niet met mij. Maar toen ze zei dat zij mij nooit aan zou doen wat zij mij aangedaan hadden, wist ik dat het goed zat tussen ons.

'Probeer je soms te verliezen?!' roept Fannah lachend als ze voor me staat. Ik ben te langzaam en kan haar sneeuwbal niet ontwijken. Als ik haar wil raken, ontwijkt ze het snel en rent ze weg. Vlakbij een groepje Zwadderaars blijft ze staan, draait ze zich naar mij toe en steekt ze haar tong uit. Als ik een sneeuwbal naar haar gooi, bukt ze zich snel en belandt de sneeuwbal tegen de rug van een van de Zwadderaars. Fannah probeert haar lach in te houden, steekt opnieuw haar tong naar me uit en rent dan snel weg. Als de jongens zich omdraaien, weet ik me geen houding te geven.

'Ik wist dat je een Zwadderaar moest zijn,' zegt de jongen die ik bekogeld had. 'Anders had je me niet in mijn rug geraakt.' Gelukkig zie ik zijn mondhoeken lichtjes omhoog krullen, waardoor ik weet dat hij niet boos is. 'Ik probeerde mijn vriendin te raken,' mompel ik. Op het moment dat ik dat zeg, weet ik dat het een beetje ongeloofwaardig klinkt, aangezien Fannah nergens meer te bekennen is. 'Liegen,' zegt een van de jongens die naast hem staat. 'Jup, zeker een Zwadderaar.' Ik sla mijn armen over elkaar en kijk de jongen aan. Hij ziet ernaar uit alsof hij heel zelfverzekerd is. De oude Zwadderaar in mij komt weer omhoog. 'Liegen?' zeg ik grijnzend. 'En niet met de eer strijken dat ik een groepje hogere jaars aangevallen heb, zonder dat zij dat doorhadden?'

De jongen weet heel even niet meer wat hij moet zeggen. De jongen die ik per ongeluk bekogeld had, slaat zijn vriend op zijn schouder en lacht. 'En gedist door een Zwadderaar die een jaar lager zit.' De jongen schudt de arm geïrriteerd van zich af en kijkt mij aan. 'Jij durft wel, hè? Een hogere jaars uitdagen.' Mijn grijns wordt breder. 'Moet ik nu bang voor je zijn, omdat je toevallig een jaar eerder geboren bent dan ik?' Een andere jongen uit het groepje zegt: 'Berend, je weet toch wel wie dit is? Dit meisje is nergens bang voor.' Ik denk aan de verhalen die over mij verteld zijn. Veel leerlingen vinden mij een soort van cool, omdat ze weten dat ik het kasteel uit ben geslopen terwijl dat niet mocht. Omdat ze denken dat ik een Dementor opgezocht heb en het nog maar net heb overleefd. Ik wil weg hier.

Als Berend naar mij kijkt, lijkt hij zich te beseffen wie ik ben. 'Ah, jij bent die chick die de regels overtreden had, hè? Eerst omdat je een medeleerling aangevallen had en daarna omdat je het kasteel bent uit geslopen.' Ik voel me steeds kleiner worden als ik er weer aan denk, maar ik probeer niks te laten merken. Dan zegt de jongen die ik per ongeluk bekogeld had tegen Berend: 'Ik zou jou soms ook wel aan willen vallen.' Berend reageert meteen met: 'Kom dan.' Hij probeert de jongen uit te dagen, maar hij blijft enkel grijnzen. Gelukkig is de aandacht van mij gegaan.

Ineens haakt iemand zijn arm in die van mij. Het is Fannah. 'Kom je, Claude? Het wordt een beetje te koud. Ik heb wel zin in een kopje warme chocolademelk.' Voordat ik antwoord kan geven, trekt ze me al mee naar de ingang van het kasteel. 'Dank je,' mompel ik. Ze zucht. 'Als ik toen al had geweten dat zij het populairste groepje uit hun jaar zijn, had ik die sneeuwbal wel voor je geïncasseerd.' Ik grijns naar mijn vriendin. Misschien is dat ook wel de essentie van vriendschap. Iets willen incasseren voor de ander, om te voorkomen dat diegene afglijdt. 'Dat weet ik,' zeg ik met een glimlach.

~~

'Wat vind jij, Claude?' vraagt Fannah. In haar ene hand houdt ze een ster omhoog en in haar andere hand een slang. 'De ster of de slang?' Ik kijk naar de versierde kerstboom en denk na. Het teken van Zwadderich is een slang, maar een ster past beter bij de kerst. 'De slang natuurlijk,' bemoeit Ramona zich ermee. Zij en haar vriendinnen waren net op weg om de huiskamer van Zwadderich te verlaten. 'Wij moeten onze afdeling met respect eren. Ook al zijn bepaalde mensen de laatste tijd niet zo goed in het vertegenwoordigen van hun afdeling.' Haar ogen boren zich vol haat in de mijne. Ik blijf gelukkig rustig.

'Ga jij het nu hebben over respect?' Ik kan het niet helpen, maar ik kan mijn lach niet onderdrukken. Misschien was het beter geweest als ik dat wel gedaan had, want haar ogen spuwen vuur. Ik krijg het kouder dan toen ik buiten in de sneeuw was. Ramona zal niet stoppen om mij het leven zuur te maken, hoewel ik daar wel mee gestopt ben. Op een tegenopmerking na, schenk ik haar helemaal geen aandacht meer. Toch lijkt ze om een andere reden boos op me te zijn dan om een tegenopmerking.

'De boom is al groen.' Ik kijk verrast op als Spence zich ermee begint te bemoeien. 'De ster past dus beter.' Ramona gaat niet tegen hem in. 'Natuurlijk,' zegt ze dan. Lijkt het maar zo, of bloost ze? Ik heb niet de tijd om daarachter te komen, want zij en haar vriendinnen lopen al weg. Dan, alsof er totaal niks aan de hand is, zegt Spence tegen mij: 'Vind je ook niet?' Ik kijk hem fronsend aan. 'Ik vínd dat ons gesprek voorbij is.' Het lijkt hem niet uit te maken wat ik zei, want hij pakt me bij mijn mouw vast en trekt me mee naar een hoekje. Fannah kijkt naar me. Ik schud mijn hoofd. Laat maar even gaan.

'Claude, het is niet meer nodig om hard to get te spelen,' zegt Spence dan. 'Ik weet dat je mij ook wil.' Hoe bedoelt hij "ook"? Ik stoot een lach uit. 'Dat ik jou wil?' Ik denk terug aan de tijd waarin ik wenste dat hij dit tegen mij zou zeggen. En nu hij het ook daadwerkelijk zegt, voel ik niks. Geen vlinders, geen nervositeit, alleen maar irritatie. 'Claude, ik weet dat je voor mij het kasteel uitsloop. En als ik had geweten wat Ramona van plan was, dan was ik zeker gekomen.' Ik wil het niet meer hebben over die avond in het bos. Maar hij houdt er niet over op. 'Hé, ik vind jou ook leuk.' Als hij mijn hand vastpakt, raak ik alleen maar nog meer geïrriteerd. Ik kijk om me heen of iemand het doorheeft. Ik zie een paar van de jongens van vanmorgen naar me kijken. Ik ruk mijn hand los.

'Ik voel niks voor je, Spence,' zeg ik tegen hem. 'En je kunt nu wel doen alsof je mij wilt, maar ik ga niet doen alsof ik achterlijk ben. Je wilt me nu wel, omdat ik een goede reputatie heb hier. Omdat ik ondanks mijn band met een groepje Griffoendors toch cool gevonden word.' Hij kijkt betrapt. 'Natuurlijk niet,' probeert hij nog. Maar als hij zijn hand op mijn arm legt, ben ik weg. 'Dag, Spence.' Ik loop terug naar de kerstboom en help Fannah uit de draden te halen. Als ze de ster wil pakken, zeg ik: 'De slang past toch beter. Ramona had gelijk: Het gaat om het vertegenwoordigen van je afdeling. En in Zwadderich zitten een hoop slangen.'

~~

'Ik kan niet geloven dat hij zo'n eikel is,' zegt Fannah als ik haar de volgende morgen vertel wat Spence probeerde te doen. 'Ik kan dat heel goed geloven.' Ik neem een slok drinken en eet dan de rest van mijn croissant op. 'Hé, weet jij al of je hier blijft in de vakantie?' vraagt Fannah dan. Vergis ik me, of klinkt ze hoopvol? Ik haal mijn schouders op. 'Mijn ouders hebben het geloof ik druk met hun werk. Ik heb geen zin om maar thuis te zitten en te moeten wachten totdat ik weer terug mag naar het kasteel, dus ik denk dat ik maar gewoon hier blijf.' Fannah knikt. 'En Alec?'

Ik stoot haar grijnzend aan. 'Hé, zit je nu achter mijn broer aan?!' Ze rolt met haar ogen en grijnst. 'Nee, ik vind Rody toch veel leuker.' Ik denk aan de andere vriend van mijn broer, die altijd aardig is tegen iedereen. 'Ik vroeg het, omdat het me fijn lijkt voor jou om samen met hem te zijn tijdens de kerst.' Ik glimlach naar Fannah. 'Dat lijkt mij ook fijn. Ik denk dat hij wel blijft.' Ik hoop het.

We pakken onze tassen en lopen naar de les Toverdranken. Nog een week en dan hebben we kerstvakantie. Drie weken geen lessen. Drie weken geen huiswerk. Een normale leerling zou dat geweldig vinden, maar ik zou niet weten wat ik dan de hele dag zou moeten doen. 'Zeg, jullie blijven toch ook op school in de vakantie?' vraagt Fannah als mijn broer, Kyle, Rody en Gloria samen met ons naar de les lopen. Ik krijg nog steeds regelmatig boze blikken van Gloria, elke keer als ik ook maar iets met Kyle te maken heb. En dat is vaak, de laatste tijd. Hij is goed gezelschap.

'Ik wel,' antwoorden Kyle en Rody dan. Gloria zegt ook snel dat ze blijft. 'En jij?' vraagt Fannah aan Alec. Hij haalt zijn schouders op. 'Ik weet niet of onze ouders iets gepland hebben thuis.' Aan zijn stem te horen, weet ik dat hij dat precies weet. Zoals elk jaar hebben onze ouders niks speciaals voor hem gepland, omdat hij in Griffoendor zit. 'Ik blijf hier,' zeg ik dan tegen Alec. 'Ik zou het leuk vinden als jij dat ook zou doen.' Ik zie in zijn ogen dat hij hoop heeft op een echte kerst, net zoals ik die hoop heb. Hij glimlacht en knikt. 'Dan blijf ik ook.'

Als professor Drainor binnenkomt, duurt het even voordat het stil is. 'Vandaag gaan we een drankje bereiden die ervoor zorgt dat planten sneller kunnen groeien.' Een of andere grappenmaker denkt leuk te zijn door te zeggen: 'Moeten we dat nú doen? In de koudste periode van het jaar, waarin er geen planten groeien?!' Er lachen meer mensen dan ik gehoopt had. Als het weer stil is, wil professor Drainor verder gaan met de les, maar dan gaat de deur open.

Er vliegen allerlei flyers door het lokaal en er komen twee leerlingen binnen. Het zijn twee Zwadderaars die allebei twee jaar boven ons zitten. 'Wij komen jullie saaie les beter maken!' Een van de twee smeert iets uit een potje op de muur en de ander drukt een grote poster tegen de muur aan. "Kerstbal" staat erop geschreven. Ik pak de flyer die op de tafel beland is en bekijk hem. Het is een uitnodiging voor het kerstbal, die in de vakantie gegeven wordt. Het is speciaal voor iedereen die op school blijft. "Vraag je date op een creatieve manier mee naar het bal en score de perfecte jurk op Zweinsveld!" Ik zucht en leg de flyer weer terug op de tafel. Een kerstbal, wat een heisa om zoiets stoms.

'Nee!' roept een meisje. 'Ik ga naar huis in de vakantie, dus kan ik niet gaan!' Ik zou willen dat ik die smoes kon gebruiken. Ook al zijn de Zwadderaars al weg, het lokaal lijkt nu wel een kippenhok. Professor Drainor krijgt ons niet stil en besluit dan maar om de krant te gaan lezen. Fannah en ik hebben allebei een andere mening over het bal. Zij kijkt ernaar uit, terwijl ik eraan zit te denken om die avond onder de dekens te kruipen en een goed boek te lezen. 'Je móet gaan!' zegt Fannah dan. 'In mijn eentje?' zeg ik dan sceptisch. Ze rolt met haar ogen. 'Alsof jíj niet gevraagd wordt! In de gangen hebben ze het nog steeds over je.' Ik haal mijn schouders op. 'Ik kan niet dansen.' Fannah grijnst. 'Nou en, ik ook niet!'

Ik besluit de rest van de les maar in mijn boek te bladeren en te doen alsof ik naar Fannah luister. Maar het kerstbal is niet te vermijden, omdat iedereen het er zelfs over heeft in het huiswerkclubje. Een uur vol dromerige verhalen en in de gaten houdende blikken van Gloria na, kan ik me dan eindelijk rustig terugtrekken in de leerlingenkamer.

Misschien is het wel leuk om te gaan. Maar met wie zou ik dan moeten gaan? Ik weet nog heel goed dat ik met mezelf afgesproken heb om de komende tijd niks van jongens meer te weten, want laten we eerlijk wezen: door mijn stommiteit en gevoelens voor een jongen, ben ik dichtbij de dood gekomen. Misschien kan ik met Alec gaan, als dat niet raar is. Of anders samen met een groepje. Ik besluit er voor nu niet zoveel aandacht aan te schenken.

~~

'En?' vraagt Kyle. 'Ga jij naar het kerstbal?' Ik draai mijn pen steeds om in mijn handen en haal mijn schouders op. 'Ik weet het nog niet. Jij?' Als ik mijn hoofd naar hem toe draai, zie ik dat hij naar mijn pen kijkt. 'Ik weet het ook nog niet.' Dan kijkt hij me aan met een lichte glimlach. 'Ik begrijp al die heisa eromheen niet helemaal. Het is maar een bal.' Ik knik. 'Iedereen doet net alsof dit hét feest van de eeuw zal worden, terwijl ze weten dat er nog veel zullen volgen.' Kyle's glimlach gaat over in een grijns. 'Hét feest van de eeuw?' zegt hij dan. 'Maar die heb jíj toch gehouden?'

Ik sla mijn handen tegen mijn hoofd en zucht diep. 'Help me er niet aan herinneren, alsjeblieft!' Het doet me weer denken aan het naïeve meisje dat heel graag populair gevonden wilde worden. Het meisje dat er alles aan deed om leuk gevonden te worden door Spence, om beter te zijn dan Ramona. Het meisje dat haar broer wegduwde, omdat ze in de veronderstelling was dat dat haar populariteit versterkte.

Ik zucht nog eens. 'Ik was echt een bitch.' Ik kan Kyle's grijns nog in zijn stem horen als hij antwoord geeft. 'Wás?' Ik veer op en geef hem een stomp. 'Dit helpt echt!' Hij begint te lachen, maar wordt dan weer serieus. 'Sorry. Maar ik denk gewoon dat je er niet te veel meer aan moet denken. Het is gebeurd. En met Alec is het ook allemaal weer goed gekomen.' Ik knik. Daar heeft hij gelijk in. 'Maar toch. Ik kan niet geloven dat ik zo onuitstaanbaar ben geweest.' Als ik Kyle aankijk en hij weer naar me grijnst, geef ik hem weer een stomp. 'Je houd het voor je!' Hij haalt zijn schouders op en lacht. 'Best, hoor.'

Net als ik een blik op de klok werp en me bedenk dat ze laat zijn, hoor ik: 'Daar is mijn meest favoriete persoon op Zweinstein!' Ik kijk op en grijns naar Fannah. 'Oh, dank je!' zegt Kyle. Fannah rolt met haar ogen en gaat aan de andere kant naast me zitten. 'Jíj niet!' Ik zeg Alec en Rody net gedag als Gloria zich ook bij ons voegt. Haar ogen gaan van Kyle naar mij en weer terug. Ik kan echt niet tegen haar boze blikken. Ik heb haar nooit iets aangedaan.

Na een kort gesprek gaat iedereen aan het werk. Mijn werkstuk gaat over de geschiedenis van Zwerkbal, waar lang niet genoeg over staat in de gewone boeken. Gelukkig zitten we in de bibliotheek en staat het hier vol met boeken. Als ik door de paden loop en bij de sectie van de laatste letters van het alfabet kom, ben ik niet zo blij om te zien dat de rekken erg dicht tegen elkaar staan. Ik kan er zelfs niet door zonder tegen de boekenkast aan te kruipen om er iemand door te laten gaan. Dat wordt snel een boek pakken en weer gaan.

Maar "snel een boek pakken" blijkt toch niet zo eenvoudig te realiseren dan je zou denken. Ik ben totaal niet claustrofobisch, maar van deze kleine bewegingsruimte krijg ik het benauwd. Als ik mijn hart sneller voel kloppen, weet ik dat het eraan zit te komen. Rustig blijven, rustig blijven. Met een snel kloppend hart buig ik me over de "Z" en weet ik een boek over Zwerkbal te pakken te krijgen. Als ik weer rechtop sta, voel ik dat het echt niet goed gaat.

Van het geklop van mijn hart raak ik in paniek en ik voel het bonzen in mijn hoofd. Ik leg het boek op het kleine tafeltje dat tegen de muur staat en grijp mijn handen aan de tafel vast. Licht voorover gebogen haal ik grote happen adem en probeer ik het weer rustig uit te blazen. Als de beelden van de Dementor in me opkomen, probeer ik ze weg te duwen en te vervangen voor fijne herinneringen. Ik denk aan de hut die ik vroeger met Alec maakte. Ik denk aan alle fijne dingen die we meegemaakt hebben. Terwijl ik dat doe, voel ik hoe mijn hartslag steeds langzamer gaat en weer op een normaal tempo terugkomt.

Het lukt me om zo'n twee minuten rustig te blijven staan en geen paniek meer te voelen. Dan besluit ik dat ik zo wel weer terug kan gaan naar de rest. Ik pak het boek vast en draai me om. Waarom ik zo van hem schrik weet ik niet, omdat hij niet pal achter me stond, maar van schrik laat ik het boek op de grond vallen als ik hem voor me zie staan. 'Ben ik zo eng?' zegt de jongen dan met een grijns. Zijn zwart-groene gewaad verraad dat hij een Zwadderaar is. Zijn bruine haar en zijn goud-bruine ogen doen me heel even vergeten wat er gebeurd is, maar dan weet ik het weer. Ik moet tegenover de jongen die ik per ongeluk bekogeld heb met een sneeuwbal doen alsof er niks aan de hand is.

Gek genoeg kost het me niet veel moeite om te doen alsof er niks aan de hand is. Want ook al staat hij voor me en verspert hij me onbedoeld de weg, ik voel me rustig en kalm en de paniek is compleet verdwenen. Misschien komt het omdat ik me besef dat er geen Dementor in mijn buurt is. Ik ben niet alleen. 'Ik wist dat je een Zwadderaar moest zijn,' zeg ik met een grijns. 'Anders had je me niet achter mijn rug om verrast.'

Zijn mondhoeken krullen omhoog, maar in zijn ogen kan ik zien dat hij doorheeft dat er iets niet klopte. Waarom hij het me er niet inwrijft, maar meegaat in het doen alsof er niks aan de hand is, weet ik niet. Hij bukt zich om het boek dat ik heb laten vallen op te rapen en kijkt er dan even naar. 'Zwerkbal,' zegt hij dan. Ik knik. 'Voor een werkstuk.' Hij knikt ook. Als hij zijn eigen boek omhooghoudt, zegt hij: 'Weerwolven. Ook voor een werkstuk.'

'Ik heb laatst een werkstuk gemaakt over de gedragscode voor weerwolven,' zeg ik dan, waarom weet ik niet zo goed. 'Daar moet een hoofdstuk uit ons werkstuk ook over gaan.' De jongen kijkt dan geërgerd. 'Ik zou er vanmiddag met Berend aan gaan werken, maar hij heeft besloten me niet te vereren met zijn aanwezigheid.' Mijn antwoord rolt er zo uit. 'Misschien kun je daar maar beter blij om zijn.' Gelukkig wordt de jongen niet boos, maar glimlacht hij. 'Ja, misschien wel.' Als hij me het boek over Zwerkbal overhandigt, zeg ik: 'Ik heb het werkstuk nog ergens tussen mijn spullen liggen. Mocht het nodig zijn, zou je daar misschien eens tussen kunnen kijken.'

Ik weet niet zo goed waarom ik dat voorstel. Misschien wel omdat ik me net zo beroerd voelde en nu niet meer. Misschien wel omdat hij ervoor gekozen heeft me niet te vernederen terwijl hij dat wel kon doen. Maar misschien was het wel gewoon omdat ik bang ben dat de paniek terugkomt als hij nu weggaat.

'Dat zou fijn zijn,' zegt de jongen. 'Misschien kan ik dan aan mijn broer vragen of hij nog interessante informatie heeft over Zwerkbal. Hij is gespecialiseerd in Zwerkbal en speelt in de hogere klasse.' Hij zegt het achteloos, alsof het hem niet zoveel kan schelen. 'Oh ja?' vraag ik. 'Wie is hij?' De jongen haalt zijn schouders op. 'Lycus. Lycus King.'

Ik denk meteen aan toen ik in de ziekenzaal lag. Fannah was vergiftigd door Ramona, omdat Spence en Ryan het hadden over de beroemde Zwerkbalspeler Lycus King en Ramona zei dat hij geweldig was, terwijl ze niet eens wist wie hij was. Fannah maakte dat iedereen duidelijk. Dat lijkt nu heel lang geleden.

'Ik heb wel eens van hem gehoord,' zeg ik dan. De jongen knikt. 'Ik zal het hem eens vragen. Als hij tijd heeft dan.' Ik knik ook. Maar als de jongen weg wil lopen, zeg ik: 'Hé.' Hij draait zich weer naar me om en kijkt me vragend aan. 'Ik weet je naam niet eens,' zeg ik dan. Zijn mondhoeken krullen lichtjes omhoog. 'Julian.' Als hij weg is, blijf ik nog heel even staan. Dan bevrijd ik mezelf uit het smalle pad en loop ik terug naar de anderen.

~~

'Je kunt het wel, Claude!' Ik keek naar mijn broer, die zijn hand naar me uitstak. 'Ik vang je wel op!' Ik keek naar het golvende water onder de steen waar ik op stond en probeerde me te bedenken waar ik bang voor was. Was ik bang om mis te springen en in het water te vallen? Was ik bang dat mijn ouders boos op me zouden worden als ik kletsnat thuis zou komen? Ik wist dat het ze niks uit zou maken als ik nat zou worden, dat was het probleem niet. Het probleem was dat ik dan gefaald zou hebben. Ik zou geprobeerd hebben om op het gras te springen en ik zou gefaald hebben.

'Ik durf niet,' zei ik. Mijn achtjarige ik durfde niet van deze steen af te komen. Ik durfde de sprong van nog geen halve meter niet te maken, omdat ik bang was dat het fout zou gaan en ik mijn ouders teleur zou stellen. Wat begon als een speelkwartier, zou eindigen in falen. Als ik hier bleef staan, zou ik veilig zijn. Dan zou ik het niet verpesten.

'Je kunt het!' moedigde mijn broer me nog steeds aan. 'Als ik het kan, kan jij het ook!' Ik keek mijn broer aan en zag dat hij geloofde dat ik het kon. Dat ik niet zou falen. Ik zou mijn veilige positie op deze steen moeten verlaten. Want wat nog erger zou zijn dan falen, is het niet proberen. Daarom haalde ik diep adem en concentreerde ik me op wat me te doen stond. Maar vlak voordat ik sprong, gleed mijn voet weg onder het natte stuk steen en belandde ik met één been op het gras en de andere been in het water. Het was me niet gelukt.

Terwijl ik beteuterd naar mijn voeten keek, liet Alec me niet denken aan wat dat voor mij zou betekenen. Zonder daarover na te denken, sprong hij met beide voeten in de beek. Toen hij weer op het gras stond, keek hij me met een glimlach aan. 'Zo, nu zijn we allebei nat.' Hij plukte een bloemetje en gaf die aan mij. Ik keek mijn broer stralend aan.

Terwijl ik voor me uitstaar naar het plafond, probeer ik me te bedenken waarom ik deze gebeurtenis opnieuw gedroomd heb. Net als mijn brein overuren aan het draaien is, gaat de deur van de slaapzaal open en zie ik Fannah binnenkomen. 'Er liggen cadeautjes onder de kerstboom,' zegt ze met een glimlach. 'Eentje is voor jou.' Ik sla de dekens van me af. 'Voor mij?' Ik trek iets toonbaars aan en loop dan met haar mee naar de leerlingenkamer. Een paar Zwadderaars zitten op de bank met een cadeau in hun hand, terwijl anderen niks hebben gekregen. Ik frons als Fannah me het pakje aanwijst. Wie zou míj nou iets geven? Het moet iemand uit Zwadderich zijn geweest, anders zou diegene nooit de leerlingenkamer in kunnen komen.

Als ik het cadeautje vastpak, hoor ik een paar jongens fluiten. Ik herken Julian, Berend en een paar andere jongens. Ik heb nog steeds niet naar het werkstuk over weerwolven gezocht, bedenk ik me nu. 'Kijk eens wat er op het kaartje staat!' zegt Fannah opgewekt. Ik pak het kaartje dat aan het cadeau zit vast en vouw hem open.

"Lieve Claude, wil jij mijn date zijn naar het kerstbal? X Kyle."

Een tijdje kan ik alleen maar naar het kaartje kijken. Wat? 'Ik zei het toch!' roept Fannah enthousiast. 'Ik zéi toch dat hij je leuk vindt!' Ik schud mijn hoofd. 'Dit is een grap. Hoe moet Kyle in de leerlingenkamer gekomen zijn?' Fannah haalt haar schouders op. 'Hij moet gevraagd hebben aan iemand hier of diegene hem onder de kerstboom wilde leggen.' Ik kijk haar sceptisch aan. 'Waarom dan niet aan jou? Alsof je andere Zwadderaars kunt vertrouwen.' Fannah haalt haar schouders op. 'Wees nou maar gewoon blij! Hij vindt je leuk!' Ik weet niet wat ik ervan moet denken.

Vroeg Kyle daarom of ik naar het kerstbal ging? Wilde hij op die manier weten of ik al iemand had om mee te gaan? Ik voel me nerveus worden. Vind ik het leuk dat hij dit voor mij geregeld heeft? Vind ik het fijn dat Kyle met míj wil gaan? 'Wat moet ik nu doen?' Fannah begint te lachen. 'Je moet hem je antwoord geven! Je moet zeggen dat je met hem wil gaan!' Ze is zo enthousiast, dat ik begin te lachen. 'Ik zoek hem straks wel op.'

~~

Ik weet niet wat er met me aan de hand is, want ik doe nooit zo lang over mijn kledingkeuze. Ik pak meestal gewoon waar ik zin in heb, maar nu wil ik er meer dan toonbaar uitzien. Als ik de zoveelste outfit heb gepast, hoor ik: 'Op wie probeer jij indruk te maken?' Als ik me omdraai, staat Ramona voor me. 'Op niemand,' zeg ik dan. 'Ja, ja.' Als ze maar niet denkt dat het voor Spence is. 'Je ziet er geweldig uit, Claude,' zegt Fannah dan. 'Ga nu maar snel!' Ik probeer niet enthousiast te worden van haar enthousiasme, maar het is moeilijk. Zelfs als ik in mijn eentje met het cadeau in mijn handen door de gangen loop, kan ik niet stoppen met glimlachen.

Misschien is het wel een goed idee. Het klikt tussen Kyle en mij en we zijn goede vrienden geworden. Misschien is het leuk om samen naar het kerstbal te gaan. De twijfels worden steeds minder, maar zijn er nog wel als ik hem ineens tegenkom. Is het wel een goed idee om hem hoop te geven? 'Hé, Claude,' zegt hij. 'Hé, Kyle,' zeg ik met een glimlach. Dan vallen zijn ogen op het pakje dat ik in mijn handen heb. 'Wat heb je daar?' vraagt hij.

Ik ben verbaasd en ik begrijp het niet. Ik lach kort. 'Wat bedoel je?' vraag ik dan. Als ik hem aankijk, gaan zijn ogen van het pakje naar mij. 'Van wie heb je dat gekregen?' Ik frons. 'Maak je nu een grap?' Kyle schudt zijn hoofd. 'Laat eens zien.' Hij wil het pakje vastpakken, maar ik trek het terug. 'Laat maar,' zeg ik. Ik probeer te bedenken of hij een grapje maakt of niet, maar hij lijkt echt niet te begrijpen wat ik nu denk.

'Doe niet zo flauw,' zegt hij met een grijns. Dan slaagt hij er toch in om het pakje van me af te pakken. Ik wil het terugpakken, maar hij vouwt het kaartje al open. Dan is het stil en voel ik me steeds dommer worden. Kyle heeft het me niet gegeven. Hij heeft me niet meegevraagd naar het kerstbal. 'Oh, Claude..' mompelt hij dan. Ik pak het weer van hem af. 'Geen probleem, ik dacht al dat het een grapje was,' probeer ik zo luchtig mogelijk te zeggen. 'Ik bedoel: hoe had jij in de leerlingenkamer van Zwadderich moeten komen?'

Ik probeer luchtig te lachen, maar het feit dat hij stil blijft, doet me nog dommer voelen. Hoe had ik ooit kunnen denken dat Kyle hierachter zat? Dat hij met me mee wilde naar het kerstbal? Wat ben ik toch ongelooflijk stom. 'Claude..' mompelt Kyle. 'Ach.' Ik probeer het weg te wuiven. Heeft hij door dat ik teleurgesteld ben? Ik had helemaal niet door dat ik me zo zou kunnen voelen.

'Claude, ik moet je iets vertellen over het kerstbal. Ik-' Kyle wordt onderbroken door het geroep van zijn naam. 'Kyle!' Als Gloria naast ons staat en met een cadeau in haar handen haar armen om hem heenslaat, word ik stil vanbinnen. 'Ik dacht dat je het nooit zou vragen! Natuurlijk wil ik met je mee naar het kerstbal!' Dan lijkt ze mij pas op te merken. Voor het eerst sinds tijden kijkt ze niet boos naar me. 'Ben jij ook gevraagd?!' Ze doet net alsof we vriendinnen zijn nu. 'Door wie?' Ze wil het pakje afpakken, maar ik sla het tegen mijn borst. 'Oh, het is niet belangrijk.'

Gloria wendt zich weer tot Kyle. 'We moeten wel afspreken wat we aan gaan doen! Onze kleuren moeten natuurlijk wel bij elkaar passen! En jij moet een stropdas aandoen!' Ze zit aan zijn kraag. 'Dat zou je echt goed staan!' Ik doe mijn uiterste best om een glimlach op mijn gezicht te persen. 'Veel plezier,' zeg ik dan. Als ik me omdraai, roept Kyle me nog na. 'Claude!' Ik blijf doorlopen. 'Claude! Wat er ook inzit, je kunt het het beste niet gebruiken!'

Onderweg naar de leerlingenkamer probeer ik mijn tranen te bedwingen.

~~

Hoe had ik zo dom kunnen zijn? Hoe had ik ooit kunnen denken dat hij met mij naar het kerstbal wilde gaan? Dat hij me leuk zou kunnen vinden. Ik wist niet eens dat ik hem leuk vond. Ik weet niet eens of ik leuk vínd. Ik weet alleen dat ik mezelf zo ontzettend dom voel. En teleurgesteld.

'Claude, het spijt me zo,' zegt Fannah sip. 'Ik dacht echt dat hij jóu leuk vond. Hoe hij naar je kijkt, hoe hij met je praat.. hoe hij óver je praat. Ik dacht gewoon..' Ik zucht en schud mijn hoofd. 'Het maakt niet uit.' Fannah pakt mijn hand vast. 'Het maakt wél uit. Door mij was je zo enthousiast geworden..' Ik schud mijn hoofd opnieuw. 'Het maakt niet uit.'

Ik veeg mijn laatste tranen weg en kijk haar dan met een opkomende glimlach aan. 'We kunnen altijd nog samen gaan.' Als ik geen glimlach terugkrijg en zie dat Fannah schuldbewust naar het bed kijkt, zeg ik: 'Je bent al gevraagd.' Ze knikt en kijkt me aan. 'Sorry, als ik had geweten dat het zo zou lopen, had ik nooit ja gezegd tegen Rody. Hij vroeg me vanmiddag en..' Ze houdt op met praten. 'Sorry. Weet je wat? Ik zeg wel tegen hem dat ik niet met hem kan gaan en dat ik met jou ga.'

Fannah wil opstaan, maar ik pak haar handen vast en trek haar terug op het bed. 'Nee, dat ga je niet doen.' Ik kijk haar streng aan. 'Ik ben blij dat tenminste één van ons een leuke date heeft voor het kerstbal. Dat ga je nu niet verpesten voor mij, hoor je me?' Ze zucht. 'Maar-'

'Nee, niks maar,' onderbreek ik haar. 'Ik ben juist hartstikke blij voor je en ik ga dit weekend met je mee om een leuke jurk te scoren!' Fannah kijkt me blij aan en geeft me een knuffel. 'Het is nog niet te laat! Jij kunt ook nog een date regelen! Wat dacht je van Myron?' Ik schiet in de lach. 'Die creep die iedereen altijd aan zit te staren, maar niks terugzegt?' Fannah lacht ook. 'Die ja!' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, dank je!'

Ik denk er even over na. 'Zou Alec ja zeggen, als ik hem zou vragen? Of is dat raar?' Fannah kijkt me voorzichtig aan. 'Uhm.. hij heeft al een date. Hij heeft Nathalie gevraagd.' Ik frons. 'Wie is dat dan weer?' Fannah grijnst kort. 'Dat meisje uit Griffoendor. Ze zit geloof ik ook wel eens bij het huiswerkclubje.' Ik haal mijn schouders op. 'Oh.' Dan heb ik echt niemand om mee te gaan.

Misschien is het niet zo erg. Misschien kan ik beter hier blijven zitten dan de schijn opdoen dat ik blij ben. 'Je kunt toch gewoon meegaan met ons?' vraagt Fannah. 'We gaan gewoon als vrienden.' Ik zucht. 'Met wie moet ik dan gaan dansen als iedereen met zijn date danst? Met mijn glaasje punch?' Fannah grijnst. 'Met Ramona?' Ik gooi een kussen in haar gezicht, waardoor ze moet lachen.

Ik pak mijn uitgepakte cadeau op. Het is een doos bonbons. 'Ik durf te wedden dat dit van haar komt.' Fannah kijkt smachtvol naar de doos. 'Ik heb zoveel zin in chocola. Welk vergif zou het zijn?' Ik begin te lachen. 'Ben je nu aan het bedenken welk vergif niet zo erg zou zijn om te eten?' Ze knikt. 'Straks kots je weer alles uit en moet je terug naar de ziekenzaal,' zeg ik lachend. 'De plek waar we elkaar voor het eerst echt ontmoet hebben!'

Als Fannah naar de doos blijft kijken, sta ik op en gooi ik de inhoud leeg in de prullenbak. Als ik weer naast haar ga zitten, kijkt ze verdrietig. 'Ik had zo'n zin in chocola.' Ik kijk haar grijnzend aan. 'We kopen wel een doos zonder vergif als we dit weekend in Zweinsveld zijn.'

~~

'Kyle vertelde me wat er gebeurd is.' Ik had gehoopt dat ik dit gesprek niet met mijn broer zou hoeven hebben. Ik haal mijn schouders op. 'Ach ja.' We zitten in een café te wachten op Fannah en Rody. Ik vond het zo schattig dat hij haar om hulp vroeg voor zijn outfit en dat ze die nu samen aan het uitzoeken zijn. Straks ga ik met haar een jurk voor haar uitzoeken.

'Hoe voel je je?' vraagt Alec. Ik haal mijn schouders op en zucht. 'Rot. Ik had gehoopt dat Ramona me eindelijk eens met rust zou laten, maar dat zal ze nooit doen. En nu sta ik ook nog eens hard voor schut.' Alec schudt zijn hoofd. 'Dat is niet waar.' Dan zucht hij. 'Weet je.. dit maakt het er waarschijnlijk niet beter op, maar een dag nadat het kerstbal bekend werd gemaakt, kwam Kyle naar me toe. Hij vroeg of ik het oké zou vinden als hij jou mee zou vragen naar het kerstbal.'

Ik kijk mijn broer aan. 'En?' Alec vouwt zijn handen om zijn kop chocolademelk. 'Ik had gezegd dat ik daar oké mee zou zijn. Waarom hij toch Gloria meegevraagd heeft, snap ik niet.' Hij port me. 'Jij bent toch veel leuker.' Ik rol met mijn ogen en grijns. 'Dank je, maar dat hoef je niet te zeggen. Het is oké zo, denk ik. Ik heb er een dag of twee over na kunnen denken en het is misschien maar beter zo.'

Omdat ik niet te lang over mezelf wil praten, zeg ik: 'Maar vertel eens? Nathalie?' Alec glimlacht. 'We kunnen het goed met elkaar vinden.' Ik glimlach ook. 'Daar ben ik blij om.' Ik neem een slok van mijn chocolademelk. Plotseling voel ik iets in mijn borst branden. Ik moet het hem vertellen. 'Alec?' Omdat ik zo serieus klink, kijkt hij me meteen afwachtend aan. 'De laatste tijd heb ik soms last van paniekaanvallen. Laatst had ik een hele heftige in de bibliotheek. Ik was echt heel bang. Gelukkig was Julian er toen het iets beter ging.'

'Julian?' vraagt Alec. 'Hij zit een jaar hoger en is van Zwadderich. Ik had hem per ongeluk bekogeld met een sneeuwbal, toen Fannah snel wegdook.' Alec knikt. 'Maar het punt is dat ik bang ben dat ze vaker terug zullen komen.' Alec legt zijn hand op de mijne. 'Heeft het te maken met wat er gebeurd is?' Ik knik. 'Ja. Sinds die Dementor.. als ik zo'n aanval heb, komt de gebeurtenis weer in me op. Dan voel ik me zo angstig..'

'Wat naar, Claude..' Alec knijpt in mijn hand. 'Als het weer gebeurt, moet je naar me toekomen. Oké?' Ik knik. 'Als het weer zo heftig komt, kom ik naar je toe.' Als hij zijn armen om me heenslaat, krijg ik een warm gevoel vanbinnen. Ik voel me nog steeds zo gezegend als ik me bedenk hoe het nu tussen ons is. Ik weet niet of het ooit normaal zal voelen, maar ik ben blij met de liefde die ik elke keer weer voor Alec voel. Het wordt zelfs steeds meer.

'Aw, wat houd ik toch van knuffels!' roept Fannah als ze binnenkomt. Ze slaat haar armen om ons heen en gaat voor een groepsknuffel. Ik grijns. 'We hebben een perfect pak gevonden voor Rody!' Rody houdt een nette tas omhoog en grijnst. 'Het duurde even, maar dan heb je ook wat!' Fannah trekt me overeind van de stoel. 'En nu gaan wij shoppen!' Ik grijns. 'Ja, nu is het onze beurt.' We nemen afscheid van Alec en Rody en gaan dan op zoek naar een kledingwinkel.

'Hier ben ik net ook geweest met Rody. Ik zag al zulke leuke jurken! Ik zag ook een perfecte voor jou!' Ik zucht. 'Ik ga niet. Hoe vaak moet ik je dat nog vertellen?' Fannah kijkt sip. 'Please? Zonder jou is het veel minder leuk!' Ik schud mijn hoofd. 'Pas dan tenminste die jurk voor de lol! Misschien kun je hem nog ergens anders voor gebruiken!' Zoals gewoonlijk werkt Fannahs enthousiasme aanstekelijk. 'Oké!' Als ze me de jurk laat zien, vind ik hem prachtig. Het is precies zoals ik het wil: niet strapless, niet te lang, niet te kort. Fannah pakt de jurk vast en duwt hem in mijn handen.

Als we allebei onze jurken aanhebben, komen we onze paskamers uit. Fannah heeft ook hakken en accessoires erbij gepakt en vindt dat ik dat ook moet doen. Om haar een plezier te doen, loop ik toch terug door de winkel en pak ik een paar hakken erbij. Het is maar goed dat ik vroeger zo graag populair wilde zijn en vaak op hakken liep. Als ik voor de spiegel sta, voel ik me gelijk beter.

Misschien heeft Fannah gelijk. Misschien moet ik toch meegaan. Wat maakt het uit dat ik geen date heb? Het gaat erom dat ik bij mijn vrienden ben. Dat we de avond samen kunnen delen. Zou het niet ongemakkelijk worden met Kyle en Gloria? Ik weet niet of hij haar verteld heeft dat ik dacht dat hij me meegevraagd had. Ik denk dat ik dat snel genoeg zal merken als ik haar weer zie. Doet ze aardig tegen me, heeft hij het niet verteld. Kijkt ze weer hatelijk naar me, heeft hij het wel verteld. Of misschien doet ze wel aardig tegen me, omdat zij degene is die een date met hem heeft.

Net als ik probeer te bepalen of ik mijn haar opgestoken of los moet doen, hoor ik: 'Zeker los!' Ik kijk opzij. Berend, Julian en hun vrienden zijn net binnengekomen. Ik trek mijn schoenen uit en kijk er ongemakkelijk naar. 'Doorlopen,' zegt Julian terwijl hij Berend een duw geeft. 'De mannenafdeling is een stukje verderop.' De andere jongens lachen. 'Bovendien heb je al een date,' zegt een van de jongens. Ze lopen vast door.

'We moeten Berend helpen met een outfit voor het kerstbal,' zegt Julian terwijl hij met zijn ogen rolt. 'Blijkbaar is dat belangrijker dan een werkstuk over weerwolven.' Dan komt het weer bij me binnen. 'Oh, ik heb nog steeds niet gekeken of ik hem nog ergens heb liggen.' Julian glimlacht. 'Maakt niet uit.' Ik kijk naar de jongens, die Berend een zebrapak voorhouden. Berend duwt een van de jongens en ze beginnen te lachen. 'Ze zijn echt gek,' zegt Julian dan. Ik glimlach.

'Hebben jullie allemaal al een outfit?' vraag ik dan. Julian haalt zijn schouders op. 'Ik heb er nog eentje liggen van vorig jaar.' Ervan uitgaande dat zijn date een Zwadderaar is, zeg ik lachend: 'Dat zal je date vast leuk vinden.' Julian grijnst. 'Dat is het fijne van geen date hebben: niemand die verwacht dat je de nieuwste outfit aantrekt en dat je je gedraagt.' Ik kijk hem aan. 'Je hebt geen date?' Hij schiet in de lach. 'Klinkt alsof dat je verbaast.'

Om eerlijk te zijn ben ik daar ook verbaasd over. Julian ziet er goed uit en is niet extreem grof tegenover anderen. Hij gedraagt zich niet als een verwaande Zwadderaar. Hij had de kans om me te vernederen in de bibliotheek, maar hij besloot om dat niet te doen. Ja, ik ben er verbaasd over dat hij geen date heeft.

'Een beetje,' zeg ik dan. 'Geen van ons heeft een date, alleen Berend,' zegt Julian dan. Hij grijnst. 'Sala had een heel lijstje aan voorwaarden toen hij haar vroeg. Één daarvan was dat hij een nieuw pak zou kopen.' Mijn mondhoeken krullen omhoog. 'Laat me raden: een Zwadderaar?' Julian knikt. 'Jup.' Dan wordt hij geroepen door de jongens. 'Julian!' roept Berend. 'Jij bent de enige met smaak hier! Help me, alsjeblieft! Voordat ze me in een glitterpak helpen!' Julian en ik moeten allebei lachen. 'Hij heeft je hulp echt nodig,' zeg ik. Julian knikt. 'Ja, echt wel.'

Hij kijkt me nog even aan en glimlacht. 'Wat?' zeg ik dan. 'Oh, niks,' mompelt hij. 'Ik wil alleen zeggen dat Kyle boft dat hij met jou naar het kerstbal mag gaan.' Mijn ogen zoeken de grond op. 'Heb ik iets verkeerds gezegd? Sorry, ik wilde niet als een creep klinken.' Ik kijk op met omhoog gekrulde mondhoeken, maar het bereikt mijn ogen niet helemaal. 'Dat was een misverstand. Kyle heeft me niet meegevraagd, hij gaat met Gloria.' Ik haal mijn schouders op. 'Ramona haalde een grap met me uit.'

'Wat een lage streek.' Ik weet niet of ik moet reageren met verbazing of met een lach. Uiteindelijk is het een mix van die twee geworden. 'Wat?' zegt hij. Ik haal mijn schouders weer op. 'Niks.' Zijn mondhoeken krullen omhoog. 'Je dacht zeker dat ik vast een Zwadderaar moest zijn geweest?' Deze glimlach bereikt deze keer ook mijn ogen. 'Zoiets ja.'

'Zij is laag om zoiets te doen en hij is stom om iemand anders boven jou te verkiezen. Daar komt hij nog wel achter.' Ik kijk hem aan met een glimlach. 'Bedankt.' Ik hoor geschreeuw uit de winkel komen. 'Julian! Ik heb je nú nodig!' Als ik naar de jongens kijk, zie ik dat ze Berend in een glitterpak hebben gekregen. Julian en ik schieten in de lach. 'Ik, eh, zal hem dan echt even gaan helpen nu.' Ik knik. 'Ja, doe dat maar.'

'Zie ik je bij het kerstbal? Of ga je niet?' Ik heb mijn definitieve beslissing gemaakt. 'Je ziet me bij het kerstbal.' Julian glimlacht. 'Oké.' Als hij bij de jongens aankomt, is het eerste dat hij doet een mooie stropdas bij Berend voorhouden. Ik grijns en draai me om. Ik loop terug naar de meisjeskant van de winkel, waar Fannah op me wacht. 'Wie was dat?' vraagt ze. 'Julian. De jongen die ik per ongeluk bekogeld heb met een sneeuwbal, omdat een zekere vriendin snel wegdook.' Ze begint te lachen. 'Het ziet ernaar uit dat ik een goede daad verricht heb door dat te doen.'

Ik wil het niet toegeven, maar misschien is dat inderdaad waar.

~~

'Moet je ons toch eens zien!' zeg Fannah bewonderend als we onszelf bekijken in de spiegel. 'We zien er prachtig uit!' Ramona begint te lachen. 'Basic, zal je bedoelen!' Ik kijk even naar haar. Ze heeft een jurk aan die haar nog maar net bedekt. 'Beter basic dan als een sloerie!' zegt Fannah. Ramona's ogen spuwen vuur. 'Dat jij nou met een Griffoendor gaat, omdat je niemand uit Zwadderich kunt krijgen,' zegt ze terug.

'Ik heb ervoor gekozen om met Rody te gaan.' Ramona rolt met haar ogen. 'Ja, hoor. Ben je niet een beetje te uitdagend gekleed voor zo'n jochie?' Fannah kijkt geïrriteerd. 'Fannah ziet er helemaal niet uitdagend uit, maar juist prachtig,' zeg ik. Fannah kijkt me dankbaar aan, maar misschien had ik dat beter niet kunnen zeggen. 'Met wie ga jíj eigenlijk naar het bal?' vraagt Ramona met een grijns. 'Niet met Kyle, of wel soms?' Ik weet niet wat ik terug moet zeggen. De bonbons waren dus toch van haar. Haar grap. 'Met wie dan wél? Nou?' dringt Ramona aan.

'Ik ga met Spence,' zegt ze terwijl ze haar haar over haar schouders zwiept. 'Hij vroeg me meteen mee nadat hij van het bal hoorde.' Ik glimlach. 'Wat leuk voor je.' Het maakt mij echt niet uit wat Ramona doet, zo lang ze me maar niet weer probeert om zeep te helpen, maar ik ben blij dat ik nu van Spence af ben. 'Ja, want ik ben wél meegevraagd en ik heb wél een date.'

Ik zie dat mijn voormalige vriendinnen geïrriteerd naar Ramona kijken, maar ze zeggen er niks van. 'Oh, maar Claude heeft ook een date,' zegt Fannah dan. Ik kijk haar waarschuwend aan, maar ze kijkt naar Ramona. 'Oh? Wie dan?' vraagt ze sluw. 'Julian.' De vriendinnen van Ramona reageren verbaasd. 'Júlian?! Die jongen die een jaar hoger zit? Julian King?!' Fannah knikt. 'Die ja.'

Ik sta op het punt om te zeggen dat dat niet zo is, maar Fannah pakt mijn hand vast en sleept me mee naar de deur van de slaapzaal. 'En nu moeten we gaan, want we kunnen Julian niet laten wachten.' Als we in de leerlingenkamer zijn, pak ik haar vast en kijk ik haar boos aan. 'Wat doe je?! Wat heb je zojuist gezegd?!'

'Ramona deed zo arrogant. Ik kon gewoon niet toestaan dat ze je probeerde te vernederen.' Mijn boosheid verdwijnt meteen. Ik zucht. 'Dank je, dat is lief van je. Maar wat moet ik nu doen? Ze gaan het zeker verspreiden en heel erg op me letten. Moet ik nu naar Julian toe lopen en zeggen: "Hé, je wist het nog niet, want ik wist het zelf ook niet, maar wij hebben dus een date!" Of hoe wil je hem anders waarschuwen?'

Fannah begint te lachen. 'Claude, rustig. Die jongen ziet jou ook wel zitten.' Ik zucht. 'Jij denkt dat iedereen me ziet zitten.' Fannah kijkt sip en pakt mijn hand vast. 'Sorry. Ik weet dat ik het niet had moeten doen. Zal ik teruggaan en zeggen dat ik het verzonnen heb? Dan lachen ze mij uit en niet jou.' Ik zucht en schud mijn hoofd. 'Nee, laten we maar gaan. Rody wacht op je.' We geven elkaar een knuffel en verlaten dan de leerlingenkamer.

~~

In het begin voel ik me heel ongemakkelijk als ik als "plus one" binnen kom lopen. Daarom ga ik bij de fontein staan als de rest na een praatje gaat dansen. Misschien was het een fout om te komen. Ik ga aan het randje van de fontein zitten. Het water reikt niet zo ver en ik word gelukkig niet nat. Ik kijk naar mijn vrienden, die aan het dansen zijn. Fannah kijkt om zich heen. Waarschijnlijk zoekt ze mij. Zou ze nog steeds een leuke avond hebben als ik stiekem weg zal sluipen?

Plotseling begint mijn hart weer sneller te kloppen. Rustig, rustig. Er is niks aan de hand. Het gevoel van paniek blijft gelukkig weg en op een snel kloppend hart na, heb ik nergens last van. Ik kijk naar de dansende leerlingen en probeer te bedenken of ik weg zou glippen of niet.

'Zo,' hoor ik dan naast me. 'Ik hoor dat wij een date hebben.' Als Julian naast me komt zitten, sla ik mijn handen voor mijn hoofd en zucht ik. Het lijkt meer op een grom. 'Sorry,' mompel ik dan. 'Ramona deed stom en toen heeft Fannah gezegd dat ik met jou zou gaan. Ik wilde nog zeggen dat dat niet zo is, maar-'

'Hier,' onderbreekt hij me. Als ik naar hem kijk, zie ik dat hij glimlacht. Hij heeft twee glazen met drinken vast en overhandigt er een aan mij. Ik zucht. 'Dank je.' Ik neem een slok van het water. 'Het is geen probleem,' zegt Julian dan. 'Dat heeft ze zelfs goed opgelost. Ik had je eigenlijk gewoon zelf willen vragen, een beetje stom dat ik dat niet gedaan heb.' Ik kijk hem verbaasd aan. 'Ben je altijd zo direct?' Hij grijnst. 'Vaak wel ja.'

'Waarom zou je met mij willen gaan?' Hij geeft me een por. 'Hé, nu niet verdrinken in zelfmedelijden, hè?' Ik rol met mijn ogen. 'Ik bedoel: ik ben niet zoals de meeste Zwadderaars. Zij zouden zelfs denken dat ik het recht niet heb om bij de afdeling te horen. Ik ga voornamelijk om met Griffoendors. En oh ja, ik kan mijn emoties en gevoelens niet eens onder controle houden en doe apathisch in de bibliotheek.'

'Ik vind het juist leuk dat je niet zoals de meeste Zwadderaars bent. Ik vond het leuk om te zien dat je er lol in had om in een sneeuwballengevecht te zitten. Dat je omgaat met wie je om wil gaan en dat je je niet laat leiden door wat anderen ervan zullen vinden.' Ik zucht. 'Dat is wel eens anders geweest.' Julian knikt. 'Ja, maar nu niet meer. En wat dat "apathisch doen" in de bibliotheek betreft: je gebruikt het woord fout. Apathisch doen, betekent juist dat je geen emoties toont en erg onverschillig bent.' Ik kijk hem geïrriteerd aan. 'Je irriteert me.' Hij grijnst. 'Ben je altijd zo direct?' Ik rol met mijn ogen en onderdruk een glimlach.

Dan is hij serieus. 'Paniekaanvallen zijn geen grapjes. Het is serieus heel naar om ze te hebben.' Ik kijk hem verbaasd aan. 'Hoe weet je..' Ik maak mijn zin niet af. 'Ik heb ze ook gehad. Een tijdlang. Het is minder geworden sinds ik het onder ogen kwam. Toen ik mijn angst onder ogen was gekomen, hielden de paniekaanvallen ook op.' Ik zucht. 'Een Dementor opzoeken is nou niet precies iets dat ik graag weer zou willen doen.'

'Dat hoeft ook niet. Niet meteen. De eerste stap is je beseffen waar je bang voor bent en het uitspreken. Dat is al een grote stap.' Ik kijk naar mijn glas. 'Om hierheen te komen was ook al een grote stap.' Als ik hem weer aankijk, zie ik dat hij grijnst. 'Vind je het echt zo vervelend om hier te zijn?' Ik haal mijn schouders op. 'Kom.' Hij pakt de glazen vast en zet ze aan de kant. Dan staat hij op en steekt hij zijn hand uit. 'Kom, mijn date, dan laat ik je zien hoe leuk het hier kan zijn.' Ik onderdruk een grijns en pak zijn hand vast.

Als we naar zijn vriendengroep toe lopen, merk ik het pas op. 'Je hebt toch een nieuw pak aan.' Julian grijnst. 'Oké, busted. Maar ik moest toch iets doen om jouw aandacht te krijgen?' Ik rol met mijn ogen. 'Je krijgt mijn aandacht echt niet alleen maar als je een nieuw pak aanhebt.' Hij wiebelt met zijn wenkbrauwen. 'Zeg je nu dat je me leuk vindt?' Ik geef hem een por. 'Nu moet je niet overdrijven, hè?'

Als we bij zijn vriendengroep zijn, zegt iedereen me vrolijk gedag, alsof ik er helemaal bij hoor. Ik kom erachter dat hun namen Simon, Edward, Luke en Peter zijn. 'Moet je Berend nou eens zien.' Berend is aan het dansen met zijn date, Sala. 'Het is aardig gelukt met zijn pak, zo te zien,' zeg ik. 'Ik was al bang dat hij in een glitterpak zou verschijnen.' De jongens beginnen te lachen. 'Dat heeft Julian goed verholpen.'

'Claude!' Fannah pakt mijn hand vast. 'Ik heb dorst gekregen, waarom loop je niet even met me mee naar de dranktafel?' Subtiel, Fannah. 'Ik ben zo terug,' zeg ik tegen de jongens. Als we bij de dranktafel staan, roept ze: 'Ik wist dat het goed af zou lopen!' Ik rol met mijn ogen. 'Ik was bezorgd dat je weggegaan was. Ik wilde je net gaan zoeken, totdat ik zag dat je met Julian was.'

'Je hoeft je om mij geen zorgen te maken.' Fannah grijnst. 'Mooi. Kom, nu gaan we dansen!' Zonder dat ik nog iets kan zeggen, trekt ze me mee de dansvloer op en beginnen we te dansen. De rest van mijn vrienden komen er ook bij. Ik geef me helemaal over aan de muziek en ik voel me deze avond echt blij. Ik voel me zelfs niet ongemakkelijk als Kyle en Gloria erbij komen. Ik denk zelfs niet aan de boze blikken van Gloria, die ik opnieuw krijg. Na een aantal nummers loop ik terug naar Julian en de jongens en vraag ik of ze mee willen dansen. Dat had ik misschien beter niet kunnen doen, want zij kunnen echt niet dansen. Julian wel, maar de anderen hebben geen goed ritmegevoel.

Als ik met Julian naast de dranktafel sta, zegt hij: 'Ik ben blij dat je het naar je zin hebt. Daar word ik ook blij van.' Ik voel mijn wangen verkleuren. 'Julian, ik weet niet wat je bedoeling is, maar..' Ik kom niet uit mijn woorden. Ik wil niet arrogant klinken en ik heb geen idee hoe ik het anders moet zeggen. 'Ik denk dat je daar wel een idee van hebt.' Als ik hem aankijk, zie ik zijn goud-bruine ogen twinkelen. 'Leg het me dan uit,' stel ik voor. 'Na een dans.' Hij reikt zijn hand naar me uit. 'Goed?' Ik rol met mijn ogen en onderdruk een glimlach. 'Ik dacht dat jij altijd zo direct was.' Hij glimlacht, maar zegt niks. Hij blijft zijn hand uitreiken. Ik rol nog eens met mijn ogen. Goed dan. Maar net als ik zijn hand vast wil pakken, word ik opzij getrokken.

'Wat een slet ben je!' Voordat ik tijd heb om te bedenken wat er zojuist tegen me gezegd is, krijg ik een klap in mijn gezicht. 'Vieze slet!' Ik probeer in een rap tempo te verwerken wat er gebeurd is, maar ik kom er niet uit. Gloria staat voor me te schreeuwen. Haar gezicht is rood aangelopen van woede. Ik heb het idee dat ze het drankje dat ze in haar handen heeft binnenkort fijnknijpt. 'Gloria, waar heb je het over?' vraag ik terwijl mijn hand naar mijn gloeiende wang gaat.

Ze wil me opnieuw aanvliegen, maar Julian houdt haar tegen. 'Hé,' zegt hij. Gloria negeert hem. 'Denk je dat ik niet doorheb dat hij de hele tijd naar jóu kijkt?! Dat hij eigenlijk met jóu wil dansen?! Dat zijn armen om míj heen liggen, maar hij wenst dat jíj het bent?! Dat hij jaloers naar jou en hém zit te kijken?!' Ze flipt hem totaal. 'Wíe?' vraag ik niet-begrijpend. 'Kyle natuurlijk!' gilt ze.

Verschillende mensen komen bij de sensatie kijken. Sommigen zijn voor Gloria, sommigen voor mij en andere leerlingen hebben zin in sensatie.

'Gloria, hij is hier samen met jóu. Hij heeft jóu meegevraagd. Wat een onzin, zeg.' Ze is boos. Heel erg boos. 'Ik heb er alles aan gedaan zodat hij mij leuk vindt, maar hij blijft maar bezig met jou!' Ze lijkt zichzelf niet te zijn. 'Wat heb je gedronken? Of gegeten?' wil ik weten. 'Ik heb een drankje en advies van Ramona gehad!' Ik had kunnen weten dat Ramona hier iets mee te maken zou hebben. Ik weet niet wát Ramona in haar drankje gedaan heeft, maar het heeft ervoor gezorgd dat ze erg boos op me is.

'Gloria, laten we weg gaan,' zegt Nathalie, de date van mijn broer. Gloria luistert niet en blijft me uitschelden. 'Gloria, luister. Ramona heeft iets in je drankje gedaan, waardoor je nu zo doet. Je kunt beter naar de ziekenzaal gaan. Kom, laat me je helpen.' Ik wil mijn hand op haar schouder leggen, maar dat had ik beter niet kunnen doen. Ze gooit de inhoud van haar drankje op mij leeg en ik voel mijn jurk nat worden.

Sommige leerlingen juichen, terwijl anderen het er niet mee eens zijn. En ik? Ik wil het liefst gewoon weg. Terwijl Gloria staat te schreeuwen en meegenomen wordt door Nathalie en Rody, gaan mijn ogen naar Alec en Kyle. Ze staan naast elkaar. Kyle schaamt zich duidelijk dood en Alec probeert hem te helpen. Julian neemt me een paar stappen mee opzij en dan is Fannah daar. 'Claude, gaat het met je?' Ik knik. 'Het gaat wel.'

'Kom, we gaan.' Ik kijk haar aan en schud mijn hoofd. 'Wil jij bij Gloria gaan kijken?' Fannah kijkt me ongelovig aan. 'Wat? Ze heeft je zojuist aangevallen en je maakt je zorgen over haar?!' Ik zucht. 'Dat "aangevallen" valt reuze mee. En Ramona heeft haar vergiftigd.' Fannahs blik verandert en ze knikt. Dan kijkt ze Julian aan. 'Blijf jij bij Claude?' Julian knikt.

Verschillende leerlingen zeggen nog iets tegen me, maar ik probeer ze te negeren en loop met Julian mee naar de leerlingenkamer. Hij pakt wat ijs, wikkelt het in een doek en geeft het aan me. Ik leg het op mijn wang. 'Wat een gebeurtenis,' mompelt hij. 'Een avond met mij is nooit saai,' mompel ik terug. 'Gaat het?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet het niet. Ik weet het echt niet.' Julian pakt een glas water voor me en gaat dan naast me zitten. 'Dank je.' Het is even stil.

'Jullie vinden elkaar leuk, hè?' vraagt Julian. Ik schud mijn hoofd. 'Ik weet het niet. Gloria gelooft van wel, maar hij heeft haar meegevraagd en niet mij.' Julian krabt achter zijn hoofd. 'Ik ben eerlijk gezegd niet geïnteresseerd in hoe hij erover denkt.' Ik haal mijn schouders op. 'Ik was teleurgesteld toen ik erachter kwam. Ik denk dat ik gewoon heel graag met iemand wilde gaan. Dat ik niet alleen zou zijn, zoals ik was toen ik aangevallen werd door die..' De eerste stap is je beseffen waar je bang voor bent en het uitspreken. 'Dementor.'

Julian knikt. 'Maar je was niet alleen. Je broer was er.' Ik knik. 'Ja, gelukkig was hij er.' Ik neem een slok water en haal het ijs van mijn wang. 'Helpt het?' Julian kijkt iets langer naar me dan nodig was. 'Hij blijft rood.' Helaas.

'Je vroeg me wat mijn bedoeling was,' zegt Julian dan. 'Je zei dat je dat zou vertellen na een dans.' Hij knikt. 'Nou, dan houd ik die dans van je te goed.' Ik kijk hem afwachtend aan. 'Zoals je waarschijnlijk zelf al dacht, vind ik je leuk. Ik zie er zelfs een kans in dat ik gevoelens voor je zou kunnen krijgen. Maar ik wil gewoon vrienden zijn. Af en toe kan ik mezelf niet helpen en komt er zo'n opmerking uit, maar dat bedoel ik helemaal niet zo. Jij hebt me nu meer nodig als een vriend, dus is dat wat ik voor je kan zijn. En ik kan ook wel een vriendin gebruiken.'

'Ik weet zeker dat je me na een tijdje zat wordt. Al die drama.. ik ben dat ook zat.' Julian schudt zijn hoofd. 'Dat denk ik niet.' Het is even stil, maar dan zegt hij: 'Ik wil er gewoon voor je zijn op een manier die jij nodig hebt. Als een vriend. Ook al kan ik niet ontkennen dat ik je prachtig vind en dat ik er blij van word als jij om me heen bent. Kijk eens, je andere wang is nu net zo rood als degene waarop je bent geslagen.' Ik geef hem een stomp en hij begint te lachen.

'Maar je snapt wat ik bedoel, toch?' vraagt hij. Ik knik. 'Ja, dat snap ik.' Hij glimlacht. 'Mooi. Volgens mij heb je nu wel wat rust verdiend.' Ik kijk hem vragend aan. 'En je dans dan?' Zijn glimlach wordt breder. 'Die dans doen we wel als jij daar klaar voor bent.' Ik rol met mijn ogen. 'Je doet nu net alsof je ervan uitgaat dat ik je leuk ga vinden.' Hij wiebelt met zijn wenkbrauwen. 'Hoezo niet? Ik ben toch ook leuk.' Ik geef hem nog een stomp.

'Op dat ik geslagen, uitgescholden en bekogeld ben met drinken na, vond ik het een leuke avond.' Julian grijnst. 'Je kan beter met sneeuwballen bekogeld worden, of niet soms?' Ik grijns ook. 'Precies ja.' Als ik bij de meisjesslaapzaal ben, zegt hij: 'Welterusten, Claude.' Ik knik. 'Welterusten, Julian.' Ik ben degene die ons oogcontact verbreekt. Als ik de deur van de slaapzaal dichtgedaan heb, mijn jurk verruild heb met mijn pyjama en in bed lig, voel ik mijn hart kloppen.

Ik moet toegeven: het is fijn om mijn hart zo snel te voelen met een ander gevoel dan paniek.


Continue Reading

You'll Also Like

7.1K 312 47
Dit is boek 2 vervolg van adopted By one direction Het gaat over dat Demi is weg gegaan die nu 10 maanden verder is, ze heeft bruine lenzen in en br...
19.7K 22 5
Een verhaal om lekker van te genieten
11.6K 262 25
Victor, a teenage boy, spends the day with his aunt and little niece, Mia. When his mother calls that she has to stay away at least a week, he has to...
77.4K 3.3K 128
Nederlandse imagines en preference van tmr (the maze runner) van wie ik allemaal ga schrijven zijn: Newt, Thomas. Gally en minho. Als je een keer va...