Schrijfwedstrijd famkewritings - opdracht 5

11 1 0
                                    

Dit is een inzending voor de schrijfwedstrijd van famkewritings

We waren helemaal vrij om zelf iets te schrijven in ons lievelingsgenre. Het verhaal moest tussen de 900 en 1500 woorden zijn.

Dit is mijn verhaal van 1460 woorden, geschreven in het genre Young Adult.

----------------------------------

Wennen

Mijn stemming wordt zoals gewoonlijk bedrukt hoe dichter we bij de school komen, waardoor het me steeds meer moeite kost om naar de woorden van mijn moeder te luisteren. Ik kan nog net opvangen dat ze het heeft over een eventuele baan op een kantoor. 'Vanmiddag is de tweede ronde van de sollicitatie,' vertelt ze enthousiast, 'en ik heb er best een goed gevoel over!' Ik weet op het juiste moment een 'Hm' te plaatsen, maar ik weet niet eens of ze het door heeft. Mijn moeder rijdt de straat van de school in. 'Je vader en ik hadden gehoopt dat ik na de verhuizing snel een baan zou vinden, maar dat ik al zo snel uitgenodigd zou worden voor de tweede ronde, had ik niet verwacht.'

Ik klem mijn tanden op elkaar nadat mijn moeder weer eens over de verhuizing begonnen is. Normaal gesproken kap ik het onderwerp het liefst zo snel mogelijk af, maar nu word ik afgeleid door haar enthousiasme. Ik word er weer aan herinnerd dat niet alleen ik, maar ook mijn ouders ons bekende leven hebben opgegeven voor een nieuwe start aan de andere kant van het land. Het moet net zo moeilijk zijn voor hen om te proberen iets nieuws op te starten, maar toch blijven ze altijd opgewekt. Ik wil er niet aan denken hoe jaloers ik op mijn ouders ben om het feit dat hen dat wel lukt.

'Ik had dat wel verwacht, mam,' vertel ik haar. 'Je werkt altijd hard en je zet je helemaal in voor wat je moet doen. Iedere baas zou blij zijn om jou als werknemer te mogen hebben.' Mijn moeder schenkt me een vrolijke glimlach. 'Bedankt, lieverd.' Op mijn beurt bedank ik haar ervoor dat ze me naar school heeft gebracht. Ik wil uitstappen, maar mijn moeder begint weer tegen me te praten. 'Elisa, ik weet dat de verhuizing niet makkelijk voor je is geweest, maar..' Ze lijkt naar woorden te zoeken.

Ik kijk naar haar plotseling schuldige gezichtsuitdrukking en schud mijn hoofd. 'Nee, mam,' probeer ik met een glimlach te zeggen, 'het komt wel goed. Ik moet gewoon even wennen. Het is spannend, zo'n nieuwe omgeving en een nieuwe school, maar ik begin al vrienden te maken hier. Gisteren begon het meisje dat altijd naast me zit met biologie tegen me te praten.' De ogen van mijn moeder sprankelen weer. 'Wat leuk, lieverd!' Ik knik. 'Er is dus niets om je zorgen over te maken,' zeg ik terwijl ik mijn gordel af doe, de deur van de auto opendoe en uitstap. Mijn moeder wenst me veel succes en ik schenk haar nog een glimlach, voordat ik de deur dichtsla, mijn rug naar haar toedraai en zucht.

Ik kan mijn moeder toch niet vertellen dat de docent van biologie heeft bepaald wie naast elkaar kwamen te zitten en dat het meisje alleen maar tegen me sprak, om te vragen of ik een extra pen had?

Met mijn hoofd naar de grond gebogen, loop ik naar mijn kluisje. De laatste paar dagen heb ik gemerkt dat het beter is zo, omdat ik op die manier niet zie dat ik vreemd aangestaard word door de anderen. Ik verwissel mijn boeken en loop dan naar mijn eerste les, waar niemand naast me komt zitten.

In het begin probeerde ik contact te leggen met mijn klasgenoten, maar al snel werd het me duidelijk dat ze daar niet op stonden te wachten. Het bedrukte gevoel ebt iets meer weg wanneer het tijd is voor de grote pauze, waarin ik buiten aan een tafeltje ga zitten met een boek in mijn handen.

'Ze is gewoon raar,' hoor ik een meisje vanaf een afstand zeggen. 'Ze zit altijd alleen in de pauze.' Een ander meisje begint te lachen. 'Niet helemaal alleen, want ze heeft haar boek! Wie leest er nou een boek in de pauze?!' Op dit soort momenten mis ik mijn oude leven en mijn vrienden, met wie ik juist goed kon praten over boeken. Ik besluit te doen alsof ik de meisjes niet gehoord heb en ik sla mijn bladzijde om.

'The Catcher in the Rye, hè?'

Ik kijk op naar de jongen die gesproken had en me geïnteresseerd aankijkt. 'Wat vind je er tot nu toe van?' Ik stop mijn bladwijzer in het boek en leg hem dicht op de tafel neer, voordat ik even om me heen kijk. 'Wat vind je van de houding van Holden?' De jongen gaat tegenover me zitten en kijkt me verwachtingsvol aan. Ik kijk nogmaals om me heen om te zien waar de camera is of waar zijn lachende vrienden zijn, maar het lijkt erop dat hij niet voor de grap naar me toe is gekomen. Ik besluit hem het voordeel van de twijfel te gunnen en antwoord te geven op zijn vraag over het hoofdpersonage.

'Ik begrijp de cynische blik waarmee hij naar de wereld kijkt,' antwoord ik uiteindelijk. De jongen kijkt onderzoekend naar de bladwijzer in het boek, alsof hij zich probeert te bedenken waar in het verhaal ik nu ben gebleven. 'Maak je geen zorgen,' vertel ik hem, 'ik heb het boek al drie keer eerder gelezen. Mij kun je echt geen spoilers vertellen.'

'Al drie keer?' vraagt hij enthousiast. 'De mensen hier hebben het niet één keer gelezen en kwamen allemaal bij mij schooien voor een samenvatting voor het boekverslag.' Dat lijkt hem te ergeren, maar mij valt nog iets anders op. 'De mensen hier? Hoor jij daar ook niet bij?' Hij haalt zijn schouders op. 'Sinds ik hen af en toe mijn huiswerk laat overschrijven wel, maar daarvoor was ik alleen maar "die nieuwe jongen".'

Zijn houding verrast me. Eerst had ik gedacht dat hij me hier uit kwam lachen, maar het lijkt alsof ik een medestander heb gevonden. Dat wil ik hem natuurlijk niet laten weten. 'Dan zal je wel blij zijn dat je dat nu niet meer bent,' antwoord ik sarcastisch, waarop hij begint te lachen. 'Je doet me wel een beetje denken aan Holden, weet je dat?'

'Oh ja? Vind je me wel passen in een psychiatrische instelling?' antwoord ik. Hij grijnst even, maar schudt dan zijn hoofd. 'Nee, maar ik denk dat je net zoals hij, jezelf probeert te beschermen tegen de ingewikkelde, moeilijke wereld. Misschien heb jij niets tegen volwassenen, maar je doet je best om een muur op te houden en niemand binnen te laten komen.' Zijn woorden prikkelen me. 'Hoor eens, ik heb de eerste dagen geprobeerd om contact te zoeken met de anderen, maar ze negeerden me en besloten om me te lachen.' Er verschijnt een grijns op zijn gezicht. 'Misschien heb je alleen contact proberen te zoeken met de verkeerde mensen.'

'En jij bent een van de weinige goede mensen hier?' De jongen haalt zijn schouders op. 'Wat is "goed"? Kijk nou naar Holden. Hij vindt dat de wereld vol zit met hypocrieten en ziet het liefst dat kinderen niet volwassen worden. Dat ze oneindig in een graanveld kunnen spelen, zonder van de afgrond te vallen en volwassen te worden. Als je het vanaf dat standpunt bekijkt, kun je zijn medestander zijn. Dan is dat goed.' Hij knikt even naar het boek. 'Maar wat nou als je de volwassene in dit verhaal bent? Dan zie je een cynische, depressieve jongen die zich afzet tegen de wereld. Dan zie je iemand die een wanhopige poging doet om niet volwassen te worden, terwijl je weet dat het onvermijdelijk is. Als je het vanaf dat standpunt bekijkt, kun je zijn tegenstander zijn. Dan is dat niet goed.'

Ik kijk de jongen die tegenover mij zit onderzoekend aan. Hij heeft zijn blonde haar niet strak naar achter gezet met veel te veel gel. Hij werpt me geen vreemde blikken toe en hij lacht me niet uit. Zijn bruine ogen schitteren van de interesse die hij voelt voor dit onderwerp en hij praat erover met passie. Misschien moet ik niet zijn zoals Holden en moet ik mijn houding laten varen. De wereld is misschien wel ingewikkeld en moeilijk, maar dat hoeft niet zo te blijven. Als ik mijn best doe, kan ik echt gaan wennen hier. Ik heb hier tenminste al één iemand ontmoet die ervoor zorgt dat ik dat wil.

Wanneer de bel gaat, bedenk ik me dat ik nooit had bedacht dat een dag op deze school wat mij betreft langzamer voorbij zou mogen gaan. Ik vind het jammer dat ik nu alweer naar de les moet.

'Bryan,' zegt de jongen wanneer hij opgestaan is. 'Elisa,' vertel ik hem. 'Nou, Elisa, zie ik je morgen? Ik ben wel benieuwd waar jouw standpunt ligt.' Ik ben blij dat ik niet langer tegen mijn moeder hoef te doen alsof ik iemand gesproken heb.

'Ja, Bryan,' antwoord ik met een glimlach, 'ik zie je morgen.'

Verhalen schrijfwedstrijdWhere stories live. Discover now