Schrijfwedstrijd famkewritings - opdracht 3

19 3 2
                                    

Dit is een inzending voor de schrijfwedstrijd van famkewritings. De bedoeling was om een verhaal te schrijven in het genre fantasy, tussen de 900 en 1500 woorden. De volgende woorden moesten daarin voorkomen: spiegel, angst en egoïstisch. Deze woorden heb ik dikgedrukt in mijn verhaal gezet. De eerste zin moet zijn: Waar ben ik aan begonnen? 

Dit is mijn verhaal van 1162 woorden.
-----------------------------------------------------------

Vrij

Waar ben ik aan begonnen?

Ik wist dat het moeilijk zou zijn, maar ik had niet verwacht dat het zo'n marteling zou worden. Ik had niet verwacht dat mijn dagen en nachten gevuld zouden worden met eindeloze pijn en het gevoel om constant verscheurd te worden. De vraag hoe lang ik dit nog vol zou houden, dwaalde regelmatig door mijn hoofd. Het was in me opgekomen dat het misschien makkelijker zou zijn om er niet meer tegen te vechten, maar er juist aan toe te geven. Dat ik misschien eindelijk rust zou kunnen vinden als ik zou stoppen met volhouden, maar juist op die momenten hoorde ik, net zoals nu, haar zachte stem.

'Ik zal op je wachten, Coy. Zo lang als dat nodig is, dat beloof ik je.'

Het zijn de woorden die ze voor het laatst naar me uitgesproken heeft, de woorden die mij hier doorheen gesleept hebben. Steeds weer komt de gedachte aan haar stem op precies het goede moment en weet het me te herinneren aan de reden dat ik blijf vechten. Nu is het tijd om te laten zien hoe hard ik voor ons gewerkt heb. Het is nu of nooit.

'Kom op, Coy,' spuw ik dwingend naar mezelf uit, 'je gaat dit nu doen.' Ik breng mijn handen naar mijn middel en trek mijn shirt in een soepele beweging uit. Ik smijt het bij de rest van mijn kleding in een tas en neem een paar stappen achteruit.

Pas toen ik de tel ben kwijtgeraakt van hoe vaak het me gelukt is, kon ik beginnen met hopen. Nu het moment dan eindelijk aangebroken is om naar haar terug te gaan, laat ik mijn lichaam vullen met een ander gevoel dan pijn.

Ik sluit mijn ogen en blijf rustig ademhalen. Dan laat ik mijn lichaam voor de zoveelste keer verscheuren. Ik lanceer mezelf voorover en kom op twee poten terecht. De andere twee zet ik daarachter, waardoor ik gebalanceerd op vier poten kom te staan. Hoewel ik me daar in het begin tegen heb afgezet, omvang ik het groeiende gevoel van de kracht die ik krijg nu ik groter ben. Ik open mijn ogen en geniet van het verbeterde zicht dat ik nu ervaar. Ik neem de tas met kleding in mijn mond en ren.

Eerst was de angst die ik voelde te wijten aan het beest dat ik geworden was, maar nu ben ik juist bang voor het feit dat ik het omarmd heb. Ik deed zo erg mijn best om me af te zetten tegen wat ik geworden was, omdat ik me vast wilde houden aan hoe ik eerst was. Aan hoe mijn leven was. Maar nu ik gewend ben geraakt aan wat kleuren werkelijk betekenen, hoe machtig ik me voel en aan hoe snel ik me nu kan voortbewegen, voelt het alsof ik nooit anders geweest zou moeten zijn. Ik ben compleet. Ik ben één geworden met wie ik ben en nu kan ik terug.

Mijn geduld is zwaar op de proef gesteld en de uitdaging is groot geweest, maar nu is het eindelijk mogelijk om haar prachtige gezicht weer te zien en om haar zachte stem weer te kunnen horen. Ik heb moeten wachten totdat ik de volledige controle had over mijn transformatie en acties. Totdat het weer veilig was om naar haar terug te keren. Ik weet dat zij mijn terugkomst eerder had willen zien, maar ik kon gewoon niet zo egoïstisch zijn om naar haar toe te gaan wanneer het nog niet veilig was. Ik moest eerst mijn emoties en het vrijwillig transformeren onder controle krijgen.

Hoe dichter ik bij het dorp kom waar ik geboren ben, hoe langzamer ik ga rennen. Ik word overladen met onzekerheid. Wat als Felena toch verder is gegaan met haar leven? Wat als ze zich gerealiseerd heeft dat ze niet samen wil zijn met iemand die in een wolf kan veranderen? Mijn onzekerheid verdwijnt wanneer ik haar woorden in mijn hoofd herhaal. Nu hoor ik haar stem zelfs helderder dan ooit tevoren.

Aan de rand van het bos blijf ik staan, laat ik de tas uit mijn mond vallen en sluit ik mijn ogen weer. Ik voel hoe ik door mijn knieën zak en ik vang mezelf op met mijn handen. Snel haal ik de kleding uit de tas en kleed ik mezelf aan.

Het is even wennen om op twee benen te lopen. Oplettend verplaats ik mezelf door het gras en langzaam kom ik steeds dichter bij het dorp. Ik voel mijn hart woest kloppen terwijl ik doorloop naar haar huis en blijf stilstaan achter een van de bomen. Wat moet ik doen? Wat moet ik tegen haar zeggen? Zou ze verrast zijn? Zou ze zich in mijn armen storten?

'Doe niet zo moeilijk,' mompel ik tegen mezelf. 'Je kunt dit.'

Ik stap achter de boom vandaan en kijk naar het raam. Een kleine glimlach vormt zich om mijn lippen wanneer ik me bedenk dat ik haar in het begin vaak 's avonds naar buiten zag kijken, op zoek naar mij. Ik was in het bos en kon haar zien, maar ze kon mij niet zien. Verstijfd blijf ik staan wanneer ik haar lach hoor. Het vult mijn hart met vreugde om haar zo vrolijk te horen lachen.

'Niet doen,' brengt ze uit, 'dat kietelt!'

Ik ben zo dichtbij gekomen dat ik naar binnen kan kijken. Ik kan haar gedeeltelijk zien door de spiegel die in de kamer staat. Hoewel ik me had voorgenomen hoe blij ik zou zijn als ik haar weer zou zien, wordt de glimlach op mijn gezicht niet groter. Sterker nog: ik voel hoe die steeds meer verdwijnt.

'Het spijt me,' hoor ik een onbekende jongen zeggen, 'ik zal het niet meer doen.' Ik doe een stap vooruit en kan haar nu helemaal zien. Ze is niet alleen. De jongen die in haar kamer staat, slaat zijn armen om haar heen. Ze kijken elkaar gelukkig aan, waarnaar zij zich omdraait en hem kust.

Het maakt niet uit hoe hard ik gewerkt heb om mezelf onder controle te krijgen. Ik voel hoe mijn lichaam het overneemt en plotseling sta ik niet meer op twee benen. Lang gehuil glipt uit mijn mond. Ik kan nog net via de spiegel zien dat het tweetal schrikt, maar ik blijf niet staan om te wachten op een volgende reactie. Zo snel als ik kan ren ik terug naar het bos.

Ik weet niet of ze mij gezien hebben, maar het maakt allemaal toch niet meer uit.

'Ik zal op je wachten, Coy.'

Leugen.

'Zo lang als dat nodig is, dat beloof ik je.'

Felena is verder gegaan met haar leven en dat van mij is zojuist gestopt. Al die tijd heb ik proberen te onderdrukken wat ik geworden was en heb ik mezelf ervan weerhouden om vrij te zijn. Allemaal voor niets. Waarom zou ik mezelf dat nu nog aandoen?

Ik ren steeds dieper het bos in zonder mezelf nog langer tegen te houden. 

Verhalen schrijfwedstrijdWhere stories live. Discover now