Schrijfwedstrijd lexicophile en Melenemerel - opdracht 5

27 2 2
                                    

Dit is een inzending voor de schrijfwedstrijd van lexicophile en Melenemerel. In dit verhaal stonden de locaties al vast. Het begint in een discotheek, daarna gaat het door naar een bejaardentehuis en het eindigt achterin een busje. Het verhaal moest uit minimaal 800 woorden bestaan. Ik wil jullie nog bedanken voor de uitstel die ik gekregen heb!

Dit is mijn verhaal van 2503 woorden.

-----------------------------------


Voor de zoveelste keer glijden mijn ogen van de uitgang van de discotheek naar het kleine podium en weer terug. Hoewel ik nog altijd geen keuze kan maken, lijkt de band wel progressie te hebben gemaakt. Alle muziekinstrumenten zijn ondertussen aangesloten en ik kan het geluid van de elektrische gitaar vanaf hier zachtjes horen. Ik werp een blik naar de bar, waar ik mijn vriendinnen met een drankje in hun handen uitvoerig zie praten met wat jongens. Nadat ik een tijdje gekeken heb, blijft het gevoel van teleurstelling alsmaar groeien. Het lijkt ze niet te kunnen schelen dat ik het niet naar mijn zin heb vanavond en al een aantal minuten op het punt sta om te vertrekken. Toch ben ik nog hier en ik weet ook precies waarom.

Ik breek mezelf los van mijn angst om er alleen bij te staan en zet wat stappen in de richting van het podium, waar de band inmiddels begonnen is met spelen. Met een glas cola in mijn hand neem ik plaats aan een statafel in de hoek en luister ik naar de muziek. Het duurt niet lang voordat ik vergeet dat ik me ongemakkelijk voelde, omdat de band mijn volledige aandacht op weet te eisen. Alle leden gaan op in de muziek, maar de gitarist valt mij het meeste op. Tijdens de snelle nummers speelt hij vol overgave en tijdens de langzame gepassioneerd op een rustige manier. Om mij heen verliezen sommige mensen hun aandacht en wordt er plaatsgemaakt voor nieuwe luisteraars, maar ik blijf tot het laatste nummer geboeid luisteren.

Wanneer de zanger iedereen bedankt heeft en de bandleden het laatste applaus in ontvangst genomen hebben, begint het steeds meer leeg te druppelen. Ik kijk even naar mijn glas en besef dat ik spontaan vergeten ben te drinken. Terwijl ik een slok neem, laat ik mijn ogen door de ruimte glijden. Tevergeefs, want mijn vriendinnen zijn nergens te bekennen. Ik onderdruk een zucht terwijl ik mijn cola opdrink en besluit om op huis aan te gaan.

'Hallo,' hoor ik iemand naast me zeggen. Ik draai me om en herken de gitarist van de band. 'Hallo,' antwoord ik vriendelijk. 'Wat leuk dat je het hele optreden bijgewoond hebt.' Hij lijkt oprecht opgewekt te zijn. Daardoor kost het me geen moeite om naar hem te glimlachen. 'Het klonk heel goed,' zeg ik, 'en ik vond het leuk om verder te luisteren.' Voor een moment was ik zelfs vergeten dat mijn vriendinnen me vanavond aan mijn lot overgelaten hebben, maar dat zeg ik er niet bij. 'Bedankt,' zegt de jongen blij.

'Treden jullie vaker op?' vraag ik wanneer ik zie dat wat bandleden gevraagd worden om met verschillende mensen op de foto te gaan. Hopelijk is het geen stomme vraag. Het is echt iets voor mij om bekende mensen niet te herkennen. 'De laatste tijd wel,' antwoordt de jongen enthousiast. 'Drie maanden geleden zijn we aangesproken door de manager van een kleine platenlabel. Hij zag potentie in ons en is een samenwerking met ons aangegaan. De afgelopen twee weken zijn we naar verschillende steden gereisd om kleine optredens te geven. We hebben nog twee weken te gaan, voordat we gaan praten over de toekomst. Morgen zijn we nog de hele dag hier, zodat ik naar mijn familie kan gaan, maar daarna vertrekken we voor even.'

Het valt me op hoe enthousiast deze jongen is. Het is duidelijk te merken dat hij gepassioneerd is over wat hij doet, zonder arrogant te zijn. 'Wat spannend,' antwoord ik. 'Waar zijn jullie ontdekt?' Zijn ogen lichten op. 'Dat was hier, in onze eigen stad.' Ik kijk hem vragend aan. 'Oh, jullie wonen hier? Het zou leuk zijn als jullie echt doorbreken, dan heeft onze stad tenminste nog iets bereikt.' We lachen even, voordat hij ongemakkelijk achter zijn oor krabt. 'Wat stom, ik ben alleen maar aan het ratelen, zonder mezelf voor te stellen. Ik ben-'

Verhalen schrijfwedstrijdWhere stories live. Discover now