Schrijfwedstrijd 2.0 Deel 2: opdracht 4

20 4 8
                                    

Dit is een opdracht voor de schrijfwedstrijd van little_unicorn_write. Het genre is mysterie en er mogen maximaal 1000 woorden gebruikt worden. Mijn verhaal heeft 989 woorden.

-------------------------------------------------


Wie hij was en hoe hij op deze bank beland was, wist hij niet. Wel wist hij dat hij een huiverig gevoel had. Hij keek om zich heen om te zien wat er in zijn omgeving was. Hij leek zich te bevinden in een kantoor, met een rommelige tafel. Overal lagen papieren: zowel op tafel, als op de grond en hangend aan de muur met punaises. Er waren foto's en stukken tekst omsingeld, waar hij zich geen raad mee wist. Hij wreef net de slaap uit zijn ogen toen de deur openging.

'Ik wist dat je hier zou zijn.' De man in de deuropening schudde lachend zijn hoofd. 'Walter zei het al, maar ik dacht dat je eindelijk eens naar huis zou gaan.' De man keek bezorgd. 'Let je wel goed op jezelf, Perry? Volgens mij gaat het helemaal niet goed met je. Gisteren vroeg je zelfs aan me hoe oud je was.'

Perry vertrouwde de man niet, wist zelfs niet eens wie hij was. 'Het gaat prima met me,' loog hij. In werkelijkheid ging het alles behalve prima met hem. Het enige dat Perry nu wist, was zijn naam. Meer niet. Wie hij verder was en wat hij deed kon hij zich niet meer herinneren.

De man in de deuropening zuchtte. 'Je werkt al zoveel nachten door aan de zaak. Ik begrijp het, echt waar. Ik begrijp dat je erachter wilt komen wie het gedaan heeft. Maar Perry, dit kan zo niet langer. Begrijp je dat?' Perry begreep absoluut niks. Hij wilde dat de man wegging. Maar waar had hij het over? Wat was er gebeurd en waarom wilde Perry er graag achter komen wie het gedaan heeft? Zoveel vragen en zo weinig antwoorden. Het maakte hem gek.

Perry stond op van de bank en keek naar de man. 'Ik maak het niet laat.' De man zuchtte. 'Dit kan echt niet langer zo, Perry.' Gelukkig verdween hij toch. Toen de man de deur achter zich dichtgedaan had, probeerde Perry zijn opkomende paniek weg te stoppen. Wie was hij en waarom was hij hier?

Zijn ogen vielen meteen op het papier dat aan de muur hing. Met dikke, rode letters was erop geschreven: Ik ben Perry en ik ben een monster.

Perry liep naar de muur toe en griste het papier er vanaf. Wie had dit geschreven? Was hij dat? Op hetzelfde papier stond nog meer geschreven, in hetzelfde handschrift. Perry van Daveren, 48 jaar, kort bruin haar, bruine ogen, detective. 'Ik ben een moord aan het oplossen,' mompelde Perry toen hij de andere papieren gelezen had.

Er was een meisje gruwelijk verminkt en toen vermoord. Perry van Daveren was de detective die zichzelf op deze zaak had gezet. Hij had bijna alle antwoorden, maar hij kon ze niet meer naar boven halen. Hij kon zich helemaal niets herinneren van zijn leven. Toch voelde Perry dat dit belangrijk was, dat hij de oplossing ergens had. Nu moest hij er alleen nog maar bij zien te komen.

Toen Perry met zijn hand door zijn haar ging, merkte hij dat hij enorme sneeën op zijn armen had. Ook bleven er plukken haar aan zijn handen zitten. Wat was er met hem gebeurd?

Perry liep naar de spiegel die aan de muur hing en bekeek zichzelf. Meer dan de helft van zijn haar was uitgevallen. Zijn bruine ogen stonden verwilderd. En die krassen.. wie had dat gedaan? Was hij het zelf geweest? Hoe moest hij nou een moord op weten te lossen, als hij niet eens wist wie hij zelf was? Hij dacht aan de tekst op het papier: Ik ben Perry en ik ben een monster.

Perry dwong zichzelf om kalm te blijven en zijn andere papieren te doorzoeken. Daar stond in dat hij Perry was en om onverklaarbare redenen elke dag wakker werd en niet meer wist wie hij was. Dat hij elke dag weer opnieuw probeerde uit te zoeken wie hij was en wie het meisje vermoord had.

Toen hij een blik op de muur wierp, voelde hij zijn maag omdraaien. Er hingen foto's van het verminkte meisje. Perry kreeg een akelig gevoel, maar niet omdat hij niet naar de gruwelijke foto's kon kijken, maar juist omdat hij niet weg kon kijken. Hij kreeg geen gevoel van medelijden of sympathie. Sterker nog, hij voelde iets in zich omhoog komen borrelen, iets onheilspellends.

Ik ben Perry en ik ben een monster.

Hij draaide zich om en wist toen pas zijn oog op een papier op de tafel te leggen. Voor elke dag voor een maandlang was hetzelfde opgeschreven: Moordenaar: Perry van Daveren.

Hij had het gedaan. Hij had het meisje verminkt en vermoord. Er waren dagen dat hij er spijt van had gehad, de dagen dat hij zichzelf pijn probeerde te doen. Maar er waren ook dagen dat hij genoot van wat hij gedaan had.

Perry besefte zich dat hij de reden wist van het feit dat hij zijn kantoor niet uitkwam, dat hij zichzelf niet aangaf. Hij wist de reden van het feit dat hij iedere avond op deze bank in slaap bleef vallen, terwijl hij wist dat hij de volgende dag al zijn herinneringen kwijt was. En die reden was onheilspellend.

Hij wilde elke ochtend wakker worden en niet meer weten wie hij was en wat hij gedaan had, zodat hij er elke keer weer van kon genieten als hij de waarheid eindelijk achterhaald had. Zodat hij kon genieten van het feit dat hij zo'n gruwelijke daad had gedaan.

Hij vond het zo mooi, dat hij elke dag weer opnieuw het besef van zijn daad wilde voelen. Hij keek naar zichzelf in de spiegel en keek naar zijn twinkelende ogen. Hij lachte.

Op dat moment ging de deur open. Dezelfde man van een tijdje terug keek Perry grijnzend aan. 'En, Perry? Weet je het weer?' Perry keek de man aan en knikte. Beide mannen begonnen te lachen. Toen zei Perry:

'Ik ben Perry en ik ben een monster.'


Verhalen schrijfwedstrijdWhere stories live. Discover now