Schrijfwedstrijd lexicophile en Melenemerel - opdracht 2

18 2 1
                                    

Dit is een inzending voor de schrijfwedstrijd van lexicophile en Melenemerel. Het was de bedoeling om een verhaal te schrijven waarvan het einde vaststaat. We mochten zelf kiezen welk genre we wilden gebruiken en het verhaal moest minimaal 600 woorden hebben.

Ik heb gekozen voor het genre kort verhaal. Het vaststaande einde is schuingedrukt. Dit is mijn inzending van 743 woorden. 

------------------------------------------

Spijt

'Alsjeblieft, Thomas, blijf.'

Woest schudde ik wakker uit mijn nachtmerrie. Het eerste dat ik voelde, was mijn snel kloppende hart. Ik probeerde me op mijn ademhaling te focussen. Net wanneer ik weer rustig leek te worden, verbrak mijn hoofd de verbinding met het niets, waardoor ik het besef terug begon te krijgen.

Ik wilde mijn ogen gesloten houden, maar ik kon niets anders doen dan de realiteit tot me te nemen. Met een steek in mijn hart opende ik mijn ogen en bracht ik mijn hand naar de lege plek naast me. Direct barstte ik in tranen uit en kromp mijn lichaam in elkaar van het verdriet. Hoewel ik nu wakker was en besefte dat ze er niet meer was, kon ik haar stem nog altijd helder in mijn hoofd horen. Het maakte niet uit of ik mijn ogen openhield of sloot, omdat ik haar in beide gevallen zou zien. Het leek alsof ze weer naast me lag, met de verwachting van onze toekomst, maar in werkelijkheid wist ik wel beter.

'Liefste, die deal kan ook zonder jou afgehandeld worden,' hoorde ik haar zachte stem in mijn hoofd zeggen. Ik zag weer voor me hoe ze mijn hand vastpakte en die op haar buik verplaatste. 'We willen allebei graag dat je bij ons bent dit weekend.' Ik zag de liefde en het verlangen in haar ogen. Het verwarmde mijn hart om te weten hoe graag ze bij me wilde zijn, maar de baby werd over twee maanden pas verwacht. Het was altijd goed gegaan. Ik zag niet in hoe dat weekend anders zou zijn.

Ik schrok op van het geluid van mijn wekker. Het deed me denken aan het telefoontje dat mijn leven voorgoed veranderde en dat ervoor gezorgd had dat ik vandaag zou moeten doen wat ik nooit voor mogelijk had gehouden.

Vandaag moest ik mijn vrouw en ons doodgeboren kind begraven.

Haar gezicht en de warmte van haar buik toen ze me vroeg om bij haar te blijven, zou ik nooit meer uit mijn hoofd kunnen krijgen. Ik had moeten zeggen dat ik bleef. Ik had ervoor moeten zorgen dat die autodeal zonder mij afgehandeld zou worden.

'Het spijt me,' vertelde ik tegen het lege bed, voordat ik naar de ongeroerde wieg liep. 'Het spijt me,' fluisterde ik met trillende stem. Alles dat ik wilde, was dat onze baby kon opgroeien zonder zich zorgen te hoeven maken om geld. Nu zou ons kleine meisje helemaal nooit op kunnen groeien.

Ik verliet het stille huis en vond enige steun in mijn broer, die samen met de taxichauffeur in de auto zat te wachten. Er was geen mogelijkheid dat ik vandaag zelf naar de begrafenis zou kunnen rijden. Daar waren mijn emoties te hevig voor. Eenmaal bij de begraafplaats aangekomen, ging het begroeten en de herdenkingsdienst als een waas voor mijn ogen voorbij. Voor ik het weet, stond ik buiten bij de kist waar alles dat mijn leven was in lag. Nogmaals kwamen de tranen. Ik vroeg me af of ze ooit op zouden raken.

Ik bracht mijn hand naar mijn binnenzak en haalde daar een foto uit. Evelyn lachte stralend naar de camera terwijl ze trots de foto van de eerste echo liet zien. Nu zou ze nooit meer stralen. Ik zou nooit meer naar haar kunnen kijken en ik zou nooit ons kleine meisje kunnen vasthouden.

Vaag was ik me ervan bewust dat de gasten en taxichauffeurs op mij aan het wachten waren, maar ik kon geen afscheid nemen. Ik kon gewoon niet van hen weglopen.

'Het spijt me,' vertelde ik hen nog een keer. Ik wist niet hoe ik hier ooit op te boven zou kunnen komen, maar ik wist dat ik het moest proberen. Evelyn zou niet gewild hebben dat ik het op zou geven.

Ik keek, met tranen in mijn ogen, terug naar de foto die ik in mijn handen had. Hij was verkreukeld, maar nog goed zichtbaar. Ik had naar haar moeten luisteren, maar dat deed ik niet. Daardoor stond ik voor haar graf, haar dood was mijn schuld.
Ik hoorde een stem over het kerkhof schallen; "We moeten nu echt gaan!"
Ik keek om naar de persoon die geroepen had en pakte de foto nog steviger vast.
"Kom op, opschieten. Ze wachten niet!"
Ik begon langzaam naar hem toe te lopen. Voordat ik het kerkhof verliet, keek ik nog een keer om naar haar graf. Ik moest doorgaan, en dat zou ik ook doen, voor haar.

Verhalen schrijfwedstrijdWhere stories live. Discover now